Wat doen achthonderd VS-soldaten in Niger?

Niger, naar Franse republikeinse traditie een stuk door Frankrijk beheerst West-Afrika dat als ware het een departement, vernoemd is naar de rivier die in het westen van dit land stroomt. “Land”, gevormd door strepen op de kaart, grenzen bepaald op de conferentie van Berlijn van 1885 en daarna verder in Parijs. Ten westen ervan ligt Mali, eveneens grotendeels kaarsrechte lijnen op de kaart, in de koloniale tijd Frans Soedan geheten, bij de onafhankelijkheid vernoemd naar een koninkrijk van voor de koloniale overweldiging.
Wonderlijk dat de val van Hennis als minister van oorlog geen enkele vraag naar het waarom van de Nederlandse aanwezigheid in dat land opriep.

In het nog woestijniger Niger [tip: spreek het uit op zijn Frans, Niezjèr – voor getrainde VS-ingezetenen is de naam van het land gênant, want de gedachte dat je het op zijn Frans moet uitspreken is niet voor ieder weggelegd] zijn maar liefst achthonderd VS-militairen gelegerd. “De democratie verdedigen” is noch in Mali noch in Niger aan de orde: in beide landen hebben junta’s de zittende regering omvergeworpen. Naar postkoloniaal gebruik kan men beter spreken van legers met een land dan andersom. De smoes voor Europees-Noordamerikaanse aanwezigheid hier is “terreur” – die dus niet van de zittende regimes geacht wordt uit te gaan, maar van “jihadisten”.
De aanwezigheid van VS-militairen, die hier “vijanden van de VS” bestrijden, bevordert ook naar beproefd recept de verspreiding van “terreurgroepen”. De zogenaamde oorlog tegen de terreur heeft voor een aanwezigheid van de VS op ongeveer het gehele continent Afrika gezorgd. Die bemoeienis met Afrika valt onder de vlag van AFRICOM, waarvoor extra miljarden vrijgemaakt zullen worden binnenkort.

Hoewel de bemoeienis met Afrika al onder George W. Bush begon is de militaire inzet pas onder Obama fors op gang gekomen:

Tegen het einde van Obama’s eerste termijn voerden zijn Africom strijdkrachten 550 aanvallen in een jaar uit. Toen hij aftrad was het dodelijke tempo opgelopen tot 3500 militaire ondernemingen in een jaar, veel ervan werden gerechtvaardigd als poging de vrouwenhatende schurken van Boko Haram te vernietigen. Minder aangekondigd zijn de vijfhonderd bombardementsaanvallen op Libië, de natie die maar niet bevrijd wil blijven.

Bron.

Ook in de VS worden over de eigenlijke reden waarom soldaten sneuvelen in onbekende Afrikaanse woestijnlanden in het parlement geen vragen gesteld. Goud, olie, uranium zijn natuurlijk geen reden voor de “humanitaire operaties”.