Twee achtereenvolgende lentes in het vorige decennium heb ik meegewerkt aan de soeplijn van de Catholic Worker in Las Vegas. Omstreeks half zeven ’s ochtends klaarstaan met een grote pan, met brood, met specerijen (ik had nog nooit van jalapeño gehoord, nu heeft Albert Heijn het). Kraampjes met extra “goodies” – snoep, luxe broodjes, alles “van gisteren” of tegen de verloopdatum aan, zoals ook de Voedselbank zal werken.
Keurige files van doorgaans zwarte of inheemse mensen, een enkele keer herkenbare kantoorlieden – daklozen met een baan die niet genoeg betaalt om in levensonderhoud te voorzien. Het komt niet alleen in de VS voor maar het is wel een Grote Specialiteit van dat land dat nodig weer eens groots gemaakt moet worden.
De soeplijn stond op een ongebruikte geasfalteerde ruimte die bij een moskee hoorde. Katholieke anarchisten, moslims, vrede zij met u in de woestijnstad met zijn klatergoud.
Wat in Las Vegas gebeurt blijft in Las Vegas.
Nevada, a state in one of the richest countries in the world, has painted social-distancing boxes on a concrete parking lot for the homeless to sleep in. pic.twitter.com/svNJ0N9r3f
— A Mancino-Williams (@Manda_like_wine) March 30, 2020