Iedereen die voor het eerst in de Verenigde Staten komt valt de enorme hoeveelheid nationale vlaggen op, alsof het er permanent Nationale Feestdag is of zo. Ik bevind mij er momenteel weer eens, zij het ditmaal in verband met mijn werk, en enkele van mijn collega’s die er voor het eerst kwamen viel het ook gelijk op. Allerlei bedrijven of grotere winkels hebben er wel een voor de deur staan. Mij bekruipt steevast de neiging bij zo’n bedrijf naar binnen te lopen en bij de receptie te vragen “Excuse me, but would I be in the United States of America here?” Maar de nationale vlag is in de Verenigde Staten dus nogal een dingetje.
Vorig jaar weigerde American footballspeler Colin Kaepernick rechtop te staan voor het Amerikaanse volkslied, wat tot heilige verontwaardiging leidde bij het nogal substantieel nationalistisch en vlagminnend deel van Amerika. Het was bedoeld als protest tegen de aanhoudende schietpartijen waarbij steevast Afro-Amerikanen door politie-agenten werden doodgeschoten, terwijl er telkens bijzonder weinig aanleiding tot schieten leek te zijn. Het is volkomen begrijpelijk als een Afro-Amerikaan dan het idee krijgt dat die vlag en het volkslied blijkbaar niet voor zijn of haar rechten en vrijheden staan, en dientengevolge nog weinig behoefte voelt daar braaf voor in de houding te springen.
Donald Trump rakelde deze kwestie afgelopen vrijdag op toen hij tijdens een rally weer eens op zijn inmiddels bekende stompzinnige wijze begon te improviseren, hetgeen dan ook steevast tot politieke ongelukken leidt:
“Wouldn’t you love to see one of these NFL owners, when somebody disrespects our flag, to say, ‘Get that son of a bitch off the field right now. Out! He’s fired.”
Je begint er onderhand bijna aan gewend te raken, maar als je het naar het Nederlands vertaalt en je je voorstelt dat een Nederlandse premier dergelijke taal zou bezigen (“…haal die hoerenzoon/klootzak/etc. nu van het veld. Hij is ontslagen!” Zelfs een Wilders zou zich als premier nog iets beschaafder uitdrukken, schat ik zo in), realiseer je je weer in wat voor een surrealistische situatie de Amerikaanse politiek geraakt is.
Omdat de man totaal niet weet waar hij mee bezig is, heeft dit felle reacties teweeggebracht in Amerika, ook onder conservatieven. Rex Ryan, voormalig hoofdtrainer van football team Buffalo Bills, zei dat hij Trump gesteund heeft gedurende de verkiezingen, maar dat hij nu zeer kwaad en geschokt was door diens uitlatingen. De voorzitter van de New England Patriots, Robert Kraft, al lange tijd een vriend van Trump, liet tevens weten zeer teleurgesteld te zijn door de uitlatingen van de president.
Het mooiste is nog wel dat er als reactie op Trumps onbeheerste scheldpartij op zondag diverse football teams door het gehele land geknield hebben tijdens het volkslied, en één team, de Pittsburgh Steelers, zelfs helemaal niet uit de kleedkamer kwam tijdens het volkslied.
Zoals men ook wel degelijk van sommige conservatieve veteranen kan lezen op bijvoorbeeld Facebook, behelst de vrijheid waarvoor de vlag en het volkslied staan, en waarvoor zij gevochten hebben, onder andere die van de vrijheid van meningsuiting. Want dàt zou de afgrijselijke belediging zijn die het niet staan voor de vlag en het volkslied impliceert: gebrek aan respect voor hen die ervoor gevallen zijn. De denkfout is natuurlijk dat men gevallen zou zijn voor een vlag. Men is – idealiter – gevallen voor waar die vlag verondersteld wordt voor te staan, niet voor een stuk textiel. Nu kun je bepaald discussiëren over waar de Amerikaanse vlag in de geschiedenis eigenlijk precies voor gestaan heeft, maar ik geloof zeker wel dat een deel van de Amerikanen oprecht meent dat die voor vrijheid en gelijkheid staat, en dat men daar in elk geval zelf voor staat. Maar dan behelst dat ook de vrijheid om níet voor de vlag in de houding te hoeven staan.
De onvoorwaardelijke plicht van respect voor een symbool of een volkslied is immers een overduidelijk fascistisch principe, maar nog veel te weinig Amerikanen zien de parallel tussen hun vaak hysterisch nationalisme, het Amerikaans exceptionalisme, en het vooroorlogs nationalistisch fascisme in Europa.