Volgens de Wall Street Journal wil Donald Trump de vennootschapsbelasting verlagen naar 15%. Momenteel bedraagt ze nog 35%. Over de gevolgen voor het Amerikaanse begrotingstekort zou Trump zich volgens insiders geen zorgen maken.
Trump’s adviseurs overleggen vandaag met Republikeinse leiders uit de Senaat en het Huis van Afgevaardigden. Ook die willen de vennootschapsbelasting verlagen, zij het minder fors dan Trump. Volgens Paul Ryan, de Republikeinse leider in het HvA, is een verlaging tot 15% niet haalbaar. Ryan vreest dat het toch al torenhoge Amerikaanse begrotingstekort dan pas écht gierend uit de klauw zal lopen.
In vergelijking met de landen van de EU is de Amerikaanse vennootschapsbelasting vrij hoog. In Nederland bedraagt ze bijvoorbeeld slechts 25%. Geïndustrialiseerde landen bevinden zich al jaren in een wedloop naar beneden. In Duitsland is de vennootschapsbelasting tussen 1995 en 2015 met 18% gedaald, in Italië met 15% en in Ierland zelfs met 27,5%. Aan deze zucht om de 1% te plezieren hangt wel een prijskaartje. Om de afnemende opbrengsten uit de vennootschapsbelasting te compenseren, zijn nationale overheden gedwongen te bezuinigen op publieke voorzieningen en/of de belastingen voor burgers te verhogen. Zo daalde in Nederland de belasting op kapitaal tussen 2000 en 2012 van 22 naar 14%, terwijl de gemiddelde belasting op arbeid steeg van 35 naar 38%. In de VS kwam in 1966 16% van de belastingopbrengsten uit de vennootschapsbelasting. Inmiddels is dat nog maar 5%.