“Dit boekje gaat over wat misschien wel de beroemdste of beruchtste plant ter wereld is, over Hollandse kolonies en de bemoeienis van het Huis van Oranje met beide.” Zo begint Hans Derks zijn boek “Verslaafd aan opium. De VOC en het Huis van Oranje als drugsdealers”. Vervolgens leidt hij zijn lezers in sneltreinvaart door wel driehonderd jaar ‘vaderlandse’ geschiedenis. Met die ene focus dus: de koloniale productie en vooral distributie van opium, de structuren die daarvoor nodig waren, en de politieke en sociale gevolgen die dat allemaal heeft gehad. In Nederland, maar vooral ook in “de Oost”: India, Sri Lanka en Indonesië.
Die geschiedenis ziet er met een opiumbril op nogal anders uit dan de meeste Nederlanders op school krijgen voorgeschoteld. Derks laat haarfijn zien hoe centraal de rol van deze internationale drugshandel was voor het Nederlandse kolonialisme in die landen. De guldens die met opium konden worden verdiend, waren niet alleen nodig om de staats- en VOC-kas te spekken, die zonder deze inkomsten veel vaker met forse verliezen zou hebben gekampt.