The world is turning, I hope it don’t turn away

Neil Young is de meest onwaarschijnlijke rockster ooit. Een zingende vogelverschrikker met een nasale zeurstem. En Neil is niet aardig. Waar Lou Reed de reputatie had vooral de pers af te blaffen, daar wist Neil er nog een schepje bovenop te doen door eens in de zoveel jaar zijn hondstrouwe fans van zich te vervreemden door radicale stijlwisselingen. Van melodieuze folk naar raggende rock, van traditionele country tot experimentele elektronica, van psychedelische grunge tot regelrechte noise. Geschrokken van Lou’s Metal Machine? Zet Neil’s ‘Arc’ maar eens op, het luidruchtige extraatje dat hij bij het live album ‘Weld’ voegt. Over live-albums gesproken: Neil lijkt vastbesloten iedere livescheet ooit gelaten uit te brengen, dit bovenop zijn massieve ‘Archive’ collectie waar naast zijn opgepoetste reguliere platen ook nog eens emmers vol niet uitgebrachte tracks worden omgekeerd. Neil-completisten moeten over een zeer ruime portemonnee beschikken en een zee van tijd om al het uitgebrachte materiaal tot zich te nemen. Het zal Neil aan zijn inmiddels 76-jarige kont roesten. Hij doet wat hij wil. En eigenlijk heeft hij dat altijd al gedaan.

Zo heeft hij zijn, naar mijn smaak, allerbeste album ‘On the beach’ jarenlang niet opnieuw willen uitbrengen. Originele exemplaren waren ver voor de huidige vinylgekte al behoorlijk onbetaalbaar. Uiteindelijk bracht hij het schoorvoetend op CD uit, na jarenlang de smeekbedes van zijn fans in de wind geslagen te hebben. ‘On the beach’ maakt deel uit van de zogenaamde ‘Ditch-trilogie’ waartoe ook de zwart rammelende excursies ‘Tonight’s the night’ en ‘Time fades away’ behoren, een volgens Neil-kenners ongekend duistere periode in het leven van de nukkige maestro.

‘On the beach’ is inderdaad een plaat waar de depressie en ontgoocheling vanaf druipt. Maar Neil verliest nooit zijn opmerkelijke gevoel voor melodie waardoor ‘On the beach’ ver boven die twee eerdergenoemde albums uitsteekt. Waar kwam die plaat vandaan? Young, op dat moment een wereldster door het nog steeds aanstekelijk klinkende ‘Harvest’, lijkt zich op ‘On the beach’ te realiseren dat het gedaan is met de idyllische hippiedroom van liefde en vrede, dat zijn status als nieuwe prins van de hitparade een holle titel is en tot overmaat van ramp bezwijkt Crazy Horse gitarist Danny Whitten aan een overdosis van drugs en drank.

Het resultaat is ‘On the beach’, de plaat waarop Young de tijdgeest omarmt en in een set confronterende, scherp geschreven songs weer op zijn publiek loslaat. Het wordt hem niet in dank afgenomen. De plaat verkoopt slecht. Critici herkennen (jaren later, vaak) dat Young met de plaat één van zijn definitieve meesterwerkjes heeft afgegeven. ‘I need a crowd of people, can’t face them day to day’, zingt hij op het titelnummer, dat de eenzaamheid van de blues moeiteloos combineert met zijn eigen melodieuze folk. ‘Get out of town, I think I’ll get out of town’, jankt hij verderop in het nummer en de luisteraar voelt dat dit geen vermoeide rocksterpose is maar de noodkreet van een man die publiekelijk zijn ziel staat uit te knijpen. ‘The world is turning, I hope it don’t turn away’, is de sleutelregel van het nummer. Nooit kwam Neil dichter bij de naakte waarheid over zijn toen nog wankele artiestenbestaan. Hij keerde zichzelf op meesterlijke wijze binnenstebuiten en het grote publiek keerde zich van hem af. Zo gaat dat met onafhankelijke en confronterende kunst.

Opmerkelijk genoeg heeft Neil daar uiteindelijk een loopbaan van gemaakt. Wars van alle trends platen uitbrengen. Slecht of geslaagd, het lijkt hem niet uit te maken. Hij geeft gewoon een actueel visitekaartje af: nog maar eens een raggende rocksessie met Crazy Horse of een folkopera of een plaatlange tirade tegen landbouwgif producent Monsanto. Neil doet wat hij wil. Ik ben al lang afgehaakt maar mag nog steeds graag terugkeren naar dat moment in 1974 dat Neil de duivel bij zijn staart greep en een meesterwerk uit zijn eigen hel wist te slepen..

I never knew a man could tell so many lies
He had a different story for every set of eyes
How can he remember who he’s talking to?
‘Cause I know it ain’t me, and hope it isn’t you.


Neil op z’n best.


Uitgelichte afbeelding: By Tore Sætre – Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=51740781