(Ook: Telefonismen deel 2)
Of het makkelijk was voor De Dienst, geen idee. Vijftig jaar geleden hadden studentenhuizen gedeelde telefoontoestellen, hangend, liefst in een apart hok. Om te kunnen bellen moest je, afgezien van een bijdrage aan het abonnement, de geblokkeerde kiesschijf vrij maken door het opendraaien van een klein slotje, dat natuurlijk bij de 9 moest hangen. In het algemeen hadden alle 24 bewoners van een afdeling hetzelfde telefoonnummer – dat van het hangende toestel in het hok. Ik kan mij zo voorstellen dat zoiets niet meer bestaat, afgezien van het lot van studentenhuizen in het algemeen.
De Dienst. Het blijft mysterieus en bijna ongelooflijk. Mijn vriend/kameraad H. en ik bespraken wat heldhaftige nachtelijke acties van kameraden, met betrekking tot het dreigende politiegeweld in de Nieuwmarktbuurt. Hij woonde in een studentenhuis aan de binnenstedelijke Spuistraat, ik op de Zilverberg. Hij liet nogal onvoorzichtig een naam vallen en er klonk een klik op de lijn die ons onmiddellijk vermaande het onderwerp te laten vallen. Het blijft de vraag: nam men nu echt de moeite om telefoonverbindingen van studentenhuizen af te tappen en (hoe klungelig, maar men hoeft geen hoge pet te hebben van de Dienst) op te gaan nemen als het interessant werd? Want de meeste gesprekken waren dat ongetwijfeld niet. Ik weet niet of ik mijn wonen in een studentenflat heb genoemd op de aanwijzingen voor mijn tapverslagen, grotendeel witgemaakt – weer eens iets anders dan zwart. Ik moet er niet aan denken.
Ik heb het maar zelden meegemaakt dat iemand de deur van het hok opentrok om er dan achter te komen dat de lijn bezet was. Wat wel vaak voorkwam was dat mijn moeder belde, zich niet bekendmaakte maar meteen naar mij vroeg. Ik heb de indruk dat ik het meest gebeld werd op die manier. Het was een aanslag op mijn vrijheid van een soort die jarenlang doorging. Toen ik het een keer liet vallen was het antwoord: “Zo vaak bel ik je niet”. Overal is wel iemand op deze manier de klos (geweest), in Koffiebar Roodmerk werd op het mededelingenbord de afkorting B.J.M.B.H. (B., je moeder bellen hoor) standaard opgeschreven. Mijn meeleven…
Aardiger waren binnenkomende telefoontjes van een voormalige medebewoonster die zich meldde met de mededeling “Zeg maar dat zijn verloofde aan de lijn is”. Zij was zich er wel van bewust dat dit vragen, hengelen en praatjes opriep. Welnu, laat het een geheim blijven.
Kijk, dat maken mobiele-telefoondragers natuurlijk niet mee: Je neemt op en onmiddellijk wordt er gehijgd en geroepen “ik kom klaar” – maakt niet uit wie er opnam. Hijgers, bestaan ze nog?
Een merkwaardige variant was een jongeman die dacht van een studentenhuis te kunnen vernemen hoe hij/zij “het” voor de eerste keer moest(en) doen. Het was laat op de avond. Er waren een paar mensen beschikbaar om goede raad te geven. Ik ben er nog verbijsterd over. Was dit echt of niet? Nou ja, misschien lees je dit, beller…
– Uitgelichte afbeelding: Door Kornelia und Hartmut Häfele – http://www.pixeleye.com/, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=29308
Een rechtenvrije afbeelding van het standaardtoestel in studentenhuizen is niet te vinden.