Taalfeest

Terwijl Nederland, onder andere dankzij het snoeiharde ‘Oerend Hard’ van Normaal en de prachtige poëtische liederen van Daniël Lohues haar streektalen/dialecten heeft leren omhelzen, lees ik dat er een stelletje mierenneukers zijn opgestaan om actie te voeren tegen ‘onverstaanbare Vlaamse tussentaal’ op televisie.

Ik veer meestal even op als ik een paar Friese woordjes op tv hoor zeggen. ‘Dat is mijn taal,’ denk ik dan. Ik stel me zo voor dat Limburgers, Twentenaren en Groningers hetzelfde geneigd zijn te doen als ze ‘hun’ taal horen, net als alle andere lieden die een streektaal/dialect beheersen. Het is gewoon een feest om je moerstaal/dialect, of iets wat er op lijkt te horen.

Dialecten, accenten, streektalen, het maakt niet uit, zolang de ‘Gooise R’ er niet in zit is het voor mij een feest voor het oor. Ook al versta ik nauwelijks wat Daniël Lohues zingt, ik ben tot tranen geroerd als hij een van zijn gevoelige nummers zingt. En het ‘Wer Bisto’ van Twarres, ook al vond ik het niks, het haalde de hitlijsten omdat het een snaar raakte bij mensen die zich nu nog afvragen waar het lied in godsnaam over gaat.

Het ontstaan van een Vlaamse tussentaal is voor mij niets meer of minder dan een feest. Want dat betekent nieuwe kwinkslagen, prachtige taalvondsten en mooie geluiden die een streling kunnen voor mijn oor kunnen zijn. En ik mag hopen ook uw oor. Het ‘Algemeen Beschaafd Nederlands’ leren we wel op school, maar buiten school is het in iedere streek taalfeest, omdat het dan eenieder is toegestaan haar eigen unieke klanken voort te brengen. Laat het alsjeblieft ook taalfeest op tv zijn.

5 gedachten over “Taalfeest”

  1. Ik zat ooit op een heel saaie MAVO in Papendrecht. Voor de klas stond een leraar uit iets vaags 20 km verderop. Zijn liefje was een o zo keurig meisje uit Haarlem. Ze vond me “zoo stom”. Hij ook. We waren allemaal boeren met een stom dialect. En ik kon ook al niet schrijven. Onleesbare hanenpoten. Hij hield onze proefwerken naast elkaar omhoog.
    Mevrouw Keurig had een 7 en ik een 9. En toen moest ik lachen.

  2. Mijn moeders taal was Fries. Dat van mijn vader Gronings. Dus werd mijn zusjes en mij Nederlands geleerd. Gronings leerde ik op het schoolplein. Veel Hollanders zeggen dat iedereen buiten de randstad boeren zijn. De meeste nieuwslezers anno nu zijn niet meer in staat om een n aan het eind van een woord uit te spreken.

    Ik geef toe: ik slik de e voor de n in. Maar de n hoor je wel. Lopen wordt dan loopn en wandelen wordt wandeln. Maar als men commentaar op “mijn” uitspraak wil hebben, dan weet ik ook nog wel wat.

    Het maakt helemaal niet uit dat je aan iemand kunt horen waar hij of zij vandaan komt. Zolang jij en je gesprekspartners elkaar maar begrijpen (dat is ongeveer verstaan).

    En wat de ondertiteling van de Belg betreft: van mij mogen ze er mee stoppen. Ik krijg het overgrote deel ook wel mee zonder ondertitels. Maakt het zelfs nog wat spannender.

  3. Voor de vrije tijd en voor het vermaeck is het een prima zaak, doch voor de dagelijkse leven kan het steevast juridische problemen opleveren.

Reacties zijn gesloten.