Strijd tegen de geschiedenis is strijd tegen de democratie

350px-Overmaas-voor-1785Bij het aantreden van Bruin II was de brallerigste aankondiging wel die van het bijeenvegen van gemeenten tot de grootte van ten minste honderdduizend inwoners. En de provincies zouden tot vijf “landsdelen” verbouwd worden.
Dit leverde namelijk besparing op.

Dat bijeenvegen van gemeenten is net als onophoudelijke ruilverkaveling een onstuitbare ambtelijke hobby. Toen ik net naar school ging waren er ongeveer duizend Nederlandse gemeenten. Daar zijn er nu iets van vierhonderd van over, en Bruin II wil dit tot een stuk of honderdvijftig terugbrengen. Als niemand de ambtenaren die zich daarmee bezighouden met pensioen stuurt of iets nuttigs te doen geeft zal dit doorgaan, zoniet binnen vier jaar dan toch ooit.
En dan de provincies.

De universitaire mislukkeling Plasterk – laat u niets wijsmaken door zijn eigen columnistische kletspraatjes, dat was het hem nou juist, hij zat altijd in Hilversum of bij de Volkskrant, nooit op zijn werk – Plasterk dus, vindt dat “de burger” vooral goede dienstverlening van “zijn overheid” verwacht. Of die nu in Haarlem, Utrecht of Lelystad zit.

Ik denk dat de vorming van de provincie Flevoland een historische vergissing is geweest. Maar ja, in zijn tijd moest het, om de al even mislukte politicus en partijgenoot van Plasterk, Han Lammers, een baan te geven als landdrost en later als commissaris van de koningin over de nieuwbakken provincie. Lelystad en Almere waren (en zijn) dankzij het beleid van deze zelfde Lammers verre buitenwijken van Amsterdam en de polders waar zij in liggen zouden redelijkerwijze wel in dezelfde provincie als Amsterdam hebben mogen liggen. Dan zou de Noordoostpolder heel logisch bij Overijssel zijn gebleven. Maar ja, Lammers moest zijn hoge baan krijgen en Nederland zijn twaalfde provincie.

“De burger” – toch al zo’n ondemocratische term – ziet “de overheid” niet als dienstverlener, mijnheer Plasterk. En de Lammers van de toekomst – misschien heet hij wel Plasterk – krijgt natuurlijk een zwaardere functie dan de commissaris van zoiets lulligs als Friesland. (Plasterk heeft heel columnistisch ooit geschreven dat Fries geen taal is, omdat men het er over etalaazjebenen heeft in plaats van etalagebenen, zo geleerd is die man). Zozeer heeft Plasterk de burger lief dat hij beslist geen referendum wil waaruit misschien zou blijken dat “de burger” niet zit te wachten op zijn “dienstverlening”.

Om de historische bouwstenen van het maaksel Nederland af te schaffen en te vervangen door landsdelen (waarschijnlijk moeten ze genoemd worden naar Prominente Politici van de Eenheidspartij), om zogenaamd wat centen te sparen (wat niet het geval zal blijken) is een oorlogsverklaring aan de geschiedenis van het land. En aan de democratie uiteraard. Als Drenthe (Het Olde Landschap, de naam geeft zijn ouderdom al weg), Groningen en Friesland bijeengeveegd worden tot Plasterkië, zal iemand in Hongerige Wolf, Meppel of Bolsward dan zeggen: “Ik ben Plasterkiër”, en dit met enig historisch besef beladen voelen? Of met democratische verbondenheid?
De enige “nieuwe” gewesten die Nederland er de afgelopen twee eeuwen bij heeft gekregen zijn Flevoland en Limburg. En de twee Hollanden, het oude gewest is in 1840 gesplitst in Noord- en Zuid-Holland, omdat het te groot was ten opzichte van de andere provincies. De splitsing was eigenlijk nog een handreiking aan het Zuiden maar dat was al onafhankelijk België geworden. Maar als Amsterdammer weet ik dat Noord-Holland eigenlijk ten noorden van het IJ begint en hoor ik ook niet bij Zuid-Holland, waar ze raar praten. Holland tussen IJ en Kaag is weer een apart geval, maar goed, het hoort bij Noord-Holland, u hoort mij niet klagen.

En Limburg is een zeer apart geval. Van 1839 tot 1866 hertogdom in de Duitse Bond, samengesteld uit stukjes Zuidelijke Nederlanden en de generaliteitslanden Overmaas en Opper-Gelre. Of het echt van harte bij Nederland hoorde of hoort – daarover zal Plasterk ook geen referendum toelaten ter voorkoming van Ploumenië, zoals voormalig Noord-Brabant en voormalig (Oost-)Limburg ongetwijfeld gaan heten.

Bij het zoeken naar elementaire gegevens over de totstandkoming van de Nederlandse provincie Limburg kwam ik het bovenstaande kaartje tegen. (Hier een vergrote versie). Het wekt verwondering over de gefragmenteerdheid van landsgrenzen die blijkbaar niet zo zwaar wogen (al wist men wel al van belastingheffen). En gedachten over ooit- of nog-steeds-dierbaren, afkomstig uit streken die door toeval zo terechtkwamen dat we landgenoten waren en zijn, maar wat dat betreft is alles en dus niets toeval.

Dringt het tot u door? U wordt bestuurd door mensen die een bloedhekel hebben aan de geschiedenis van dit land. En aan de democratie. Hun enige streven is het behoud van hun positie waartoe ze de smoes “bezuiniging” met grof geweld op u loslaten.

3 gedachten over “Strijd tegen de geschiedenis is strijd tegen de democratie”

  1. na als amsterdammer 29 woonjaren in limburg=
    gewoon 3/4 aan belgie teruggeven en 1/4 aan duitsland.

    betekent tevens einde van de pvv.

    groningen en friesland samen goed idee
    zeeuws vlaanderen aan belgie.

    nou dat lucht op

    kunnen onze volksvertegenwoordigers nog jaren over debateren ipv de nare crisis oplossen.
    of nadenken dat hoemeer artsen terapeuten en geluksbrengers we moeten onderhouden hoe meer zieke en ongelukkige mensen er schynen te komen

  2. Wanneer ik iets duidelijk wil maken heb ik het wel eens over mevrouw Olthof uit Hongerige Wolf die het ook moet kunnen begrijpen. Goed dat je haar buurtschap noemt. Ik zet je stuk op Facebook, dan kan zij het lezen, het is een goed stuk.

  3. Onder het mom van efficiëntie wordt de lokale democratie inderdaad de nek omgedraaid. Het betekent een revolutie, maar niet een die de burger wenst. Het is een bureaucratische revolutie, waar de technocraat zal heersen en de burger wordt behandeld als robot.

Reacties zijn gesloten.