Het wereldkampioenschap voetbal is een cultureel fenomeen dat meer dan de helft van de bevolkingen van de betrokken landen in de ban houdt. Maar niet alleen daar wordt meegeleefd. In Nederland volgden 3,9 miljoen kijkers de wedstrijd Frankrijk-België. Vooral de Rode Duivels hebben veel supporters hier.
De fans voor België zijn te danken aan een aantal factoren. Zo speelt het team attractief voetbal met sterspelers Eden Hazard, Kevin De Bruyne en Romelo Lukaku. Een van de hoogtepunten was de goal van Nacer Chadli tegen Japan. Het was een subliem uitgevoerde counter die begon bij keeper Thibaut Courtois, die de bal snel uitgooide naar Kevin De Bruyne, die na een snelle rush in het centrum van het veld met perfect snelheid passte op Thomas Meunier, die over de grond een voorzet gaf aan Romelo Lukaku, die slim een overstapje over de bal maakte zodat Chadli een open kans op tien meter van de goal kreeg. Voorts hebben Jan Vertonghen, Toby Alderweireld, Thomas Vermaelen, Nacer Chadli en Dries Mertens in de Nederlandse eredivisie gespeeld; de eerste drie hebben een deel van hun opleiding bij Ajax gehad. En België en Nederland zijn nauw aan elkaar verwant, ze vormden tweehonderd jaar geleden zelfs één staat. Ik ben ook supporter van de Rode Duivels; het zou overigens kunnen dat mijn deels Vlaamse roots daarin een rol spelen.
Voor België rest na de nederlaag tegen Frankrijk slechts een troostfinale. Frankrijk-België was waarschijnlijk de eigenlijke finale volgens de meeste voetbalkenners want de teams in het andere deel van het wedstrijdschema zijn beduidend zwakker. Het Franse doelpunt kwam op naam van Samuel Umtiti uit een corner van Antoine Griezmann. Weer was een standaardsituatie (een vrije trap, een hoekschop of een penalty) beslissend. Meer dan 40 procent van de doelpunten op het WK ontstonden aldus. In de evolutie van het voetbal zijn de standaardsituaties heden ten dage uit en te na voorbereid en geoefend. Er wordt niet obligaat getrapt maar ze worden gezien als beslissende kansen in een wedstrijd.
Als de voetbalcoaches de matches van het WK zullen evalueren, zullen er allicht een paar zijn die de mogelijkheden van de standaardsituaties nog verder willen uitbuiten. Als een voetbalploeg sterk verdedigend speelt, zogezegd de bus parkeert voor het doel, dan is de kans op een velddoelpunt klein. Zelfs een miniem voetballand als IJsland, dat moet putten uit minder dan de helft van de inwoners van Amsterdam, heeft met een sterk defensieve speelwijze succes. Hun voetbalteam heeft van de standaardsituaties al een wapen gemaakt. Maar ook voetballend sterkere teams kunnen zich er meer op toeleggen. Nu is bijvoorbeeld de hoekschop meestal nog een residu van een mislukte doelpoging. Maar de corners kunnen een subdoel op zich worden. In een situatie met een bus voor het doel, waarin een directe doelpoging hoogstwaarschijnlijk faalt, kan het lonend zijn een hoekschop te forceren. Misschien zouden de coaches erop kunnen rekenen dat gemiddeld uit iedere tien corners één goal voortvloeit. Minstens tien goed genomen corners door trapspecialisten, zoals Griezmann dat kan, levert dan zo goed als zeker resultaat op.
Een toename van doelpunten uit corners bevoordeelt de aanvallende ploeg. Dat zou mooi voor het spel zijn. Natuurlijk is wat IJsland met zijn beperkte middelen presteert bewonderenswaardig maar qua voetbalvermaak is het niet om aan te gluren. Ik heb trouwens vier jaar geleden na een verloren kwalificatiewedstrijd van Nederland tegen IJsland al eens gepleit voor meer focus op hoekschoppen. Toen wilde ik zelfs als international niet serieus te nemen spelers als Michiel Kramer en Lex Immers gebruiken vanwege hun kopkracht. Zoiets is in het macho voetbalwereldje, waar grote namen hun marktwaarde hoog moeten houden, natuurlijk haast ondenkbaar. Toch ben ik blij dat mijn analyse van destijds over de mogelijkheden van standaardsituaties, specifiek corners toen, in de ontwikkelingen van dit WK bevestigd is. Ik hoop op meer aanvallend voetbal.