Stalins gedachte nog populair bij links

Jozef Stalin is vooral bekend vanwege twee zaken: ten eerste wegens het verslaan van Hitlers troepen en ten tweede wegens het vernietigen van miljoenen mensen in met name de Goelag Archipel. Voor het eerste heeft hij nooit genoeg credits gekregen in het Westen. De Amerikanen konden profiteren als de spreekwoordelijke derde, gingen er met het been – het aura van de overwinnaar – vandoor, terwijl ze relatief weinig inspanningen leverden. Voor het genoemde tweede feit is Stalin inmiddels door praktisch iedereen zwaar veroordeeld. Terecht. Het bewust ombrengen van miljoenen eigen burgers telt zwaarder dan de zege in de Grote Oorlog.

De vroegere leider van de Sovjet-Unie had van Marx heel goed begrepen dat de onderbouw de bovenbouw bepaalt. Hij pakte daarom de industrialisatie van zijn land voortvarend aan en zorgde voor alfabetisering, zodat de bevolking de machines in de industrie ook kon bedienen. Hij was een uitstekend organisator. Tijdig zorgde Stalin voor de opbouw van een industrieel centrum in de Oeral, wat het voor de nazi’s in WO-II logistiek onmogelijk maakte om die industriële basis te bereiken.

Theorie

Wanneer je een land kunt opstuwen van een boerenmaatschappij naar een wereldmacht, heb je enorme capaciteiten. Hoewel Stalin een hele boekenkast vol liet schrijven met zijn ideeën, heeft hij op intellectueel gebied weinig bijgedragen. Het komt er min of meer op neer dat qua theorie slechts één gedachte van hem de verstreken tijd heeft overleefd: ‘het socialisme in één land’. Daarmee wordt bedoeld dat de socialistische staatsopbouw binnen een land belangrijker is dan internationale socialistische strijd, zoals die door Stalins belangrijkste tegenstander Trotsky werd gepropageerd. Het is een opportunistisch idee dat neerkomt op een verraad aan Marx’ opvattingen over de arbeiders die geen vaderland kennen. “Men kan hun niet ontnemen wat zij niet hebben,” aldus het Communistisch Manifest.

Stalin bleek een briljante opportunist – tegenwoordig zou hij zich aansluiten bij een partij als D66 – zijn plannen werkten vaak. Opportunisme is niet slecht op korte termijn. Dat is dan ook precies de kracht ervan: doe wat voor de hand ligt en veel mensen aanspreekt, zonder je te bekommeren over de gevolgen op de langere termijn. Wat de uiteindelijke consequenties van het vooral door Stalin vormgegeven communisme waren, weten we inmiddels na de val van de Muur, 36 jaar na de dood van de dictator. Dat ‘socialisme in één land’ een gotspe is, valt makkelijk in te zien als we de idee betrekken op een klein land. Zo’n staat is onmachtig om een socialistische maatschappij in de verste verte te benaderen. Na WO-II heeft Enver Hoxha in het kleine Albanië een poging ondernomen. Het leidde tot quasi middeleeuwse toestanden in het Balkanland.

Waarom slaagde Stalin wel in de Sovjet-Unie, waar Hoxha faalde? Dat is niet moeilijk te verklaren. De Sovjet-Unie was een reusachtig land met alle mogelijke grondstoffen en voldoende inwoners om die goed te benutten. Een dergelijk land hoeft in principe geen rekening te houden met zijn exportpositie. Het kan vrijwel onafhankelijk van andere zijn politiek bepalen.

Praktijk

Ondanks dat we de basis van het redelijke succes van Stalin – de omstandigheden in aanmerking genomen – en de mislukking van Hoxha kunnen begrijpen, veronachtzamen we die basis. De propaganda van de Georgiër met zijn ‘socialisme in één land’-theorie accepteert links liever. Daar zijn meerdere verklaringen voor te bedenken. Een ervan is dat al eeuwenlang de natie en het volk als ‘vanzelfsprekende’ eenheden voor de burgerlijke staat fungeren. Die creaties breken niet zo snel af. In sommige Europese landen doen eeuwen na het verliezen van hun feodale functie zelfs vorsten nog dienst als symbool van een natie.

Het blijkt echter steeds meer dat de opdeling van één economische EU-zone in staten het vehikel vormt om de zwaksten in een land nog verder in de shit te persen. Wegens redenen van ‘economische concurrentie’ dienen tal van knechtende maatregelen te worden genomen. De elite van een land daarentegen weet voortdurend voordelen te vinden bij de onderlinge concurrentiestrijd. Het geval van de verplaatsing van de hoofdzetel van de Portugese supermarktketen Pingo Doce (Zoete Druppel) naar het belastingvriendelijke Nederland vormt een goed voorbeeld. Per lidstaat heeft links geen antwoord, geeft het steeds verder toe. Een sterk georganiseerde linkse Europese beweging bestaat niet. Wil een links politiek programma een kans van slagen hebben, dan zal het impliciete uitgangspunt van Stalins ‘socialisme in één land’ verlaten moeten worden. De EU is misschien nog net groot genoeg om de vergelijking met de oude Sovjet-Unie te doorstaan, indachtig het credo van Marx dat de economische onderbouw de mogelijkheden van de bovenbouw bepaalt.

12 gedachten over “Stalins gedachte nog populair bij links”

  1. Je hebt het zowel over de vraag hoe je het beste sociale rechten kunt verdedigen als over de vraag of een geïsoleerde economie kans van slagen heeft. Dat zijn toch nog wel heel verschillende zaken. Tuurlijk, jezelf als land apart zetten is nooit een goed idee. Evenmin als het invoeren van een systeem waar de bevolking niet voor gekozen heeft.

    Maar als we even puur naar de economie kijken, schijnt het minuscule Cuba het trouwens niet eens zo slecht gedaan te hebben. De invloed van de Russen, die een goede prijs voor de suiker betaalden, hebben ze van zich afgeschud. O.k., ook pas toen die prijs daalde en hun nieuwe vriendje heet China. Maar hun landbouw is nu grotendeels biologisch en ze zijn daarnaast rijst gaan kweken (hydrocultuur). Ook hebben ze een niche gevonden o.h.g.v. medische kennis: Cubaanse artsen zijn een belangrijk exportproduct.

  2. Leuk stukje en ik ben akkoord met de conclusie dat we een sterke trans-Europese linkse beweging moeten hebben.

    Maar de laatste zin: “De EU is misschien nog net groot genoeg om de vergelijking met de oude Sovjet-Unie te doorstaan…” slaat nergens op. In tegenstelling tot de USSR is Europa een centraal onderdeel van het wereldwijde kapitalistische systeem. Daarom is het ook van een andere orde als er een Europese revolutie uit zou breken. Wij zouden veel eerder en beter in staat zijn om de problemen van het kapitalisme achter ons te laten en te bouwen aan een menselijke maatschappij. Om het kapitalisme volledig achter ons te laten zullen we wel een globale revolutie nodig hebben, maar Europa biedt het perspectief op een positieve start.

  3. @2 (mede)
    Merkwaardigerwijze was het idee van Europese eenheid zeker een van de componenten van het internationalisme in en rond de Eerste Internationale.
    Het is juist de sociale wetgeving die de arbeider een vaderland heeft gegeven waar tot op heden klassenstrijd mee gevoerd kan worden – de PVV drijft er op…

  4. @allen
    Dank voor de reacties. In z’n algemeenheid de stappen overdenken die links zou moeten nemen, is een lastige kwestie. Het is niet een onderwerp waar je makkelijk, even snel een mening over kan spuien. Toch zal er over dienen te worden nagedacht, anders lopen we in een ‘Irrgang’.

    @Joke,
    Hoewel verschillende zaken hangen de mogelijkheden om sociale rechten te verdedigen nauw samen met de economische onafhankelijkheid. Wordt een leider van een land een te onzekere factor voor de echt economisch machtigen, dan wordt hij gewoon vervangen. Zie de voorbeelden van Berlusconi en Papadopoulos.
    Het voorbeeld van Cuba lijkt me juist niet deugdelijk. Jarenlang ontving Cuba steun van de USSR, daarna werd Chavez’ Venezuela een genereuze vriend.

    @Emil (Roemer?),
    Wellicht heb ik de vergelijking van de USSR met de EU niet goed verwoord. Ik bedoelde te zeggen dat een economische eenheid voldoende groot moet zijn om kans van slagen op een linkse, vrij onafhankelijke politiek te verkrijgen. Eenheden in de orde van grootte van de VS, China, India, Rusland en misschien de EU. Bij Joke gaf ik al de voorbeelden van problemen voor ‘kleine’ landen als Italië en Griekenland.

    @Arnold,
    Naast waar ik volk en natie noemde als traditionele ankerpunten, die een belangrijke rol spelen bij het idee van een vaderland, is een andere factor zeker de tot nu toe voornamelijk per land gevoerde klassenstrijd. Maar hierbij geldt: resultaten behaald in het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Steeds zal de theorie over adequate strijd bijgeschaafd moeten worden.

  5. @4: “Hoewel verschillende zaken hangen de mogelijkheden om sociale rechten te verdedigen nauw samen met de economische onafhankelijkheid. Wordt een leider van een land een te onzekere factor voor de echt economisch machtigen, dan wordt hij gewoon vervangen.”
    Wat versta je nu precies onder ‘economische onafhankelijkheid’? Juist in landen met een florerende economie hebben de economisch machtigen toch een dikke vinger in de pap? Of denk je werkelijk dat in een sterke economie vanzelf meer wordt gegund op het gebied van sociale rechten? Sociale rechten moeten het hebben van internationale verdragen en rechtssystemen, alsmede van sociale strijd – niet van politici of marktpartijen.
    Van Cuba gaf ik juist enkele voorbeelden van de eigen economische kracht, die door gericht beleid tot stand zijn gekomen.

  6. @5 Joke,
    Onder 4 heb ik bij Emil nog voorbeelden gegeven.

    Een andere invalshoek, weliswaar niet helemaal vergelijkbaar, geeft wellicht een hint in de denkrichting: In Amsterdam wordt strijd gevoerd tegen de inkrimping en aanbesteding van het openbaar vervoer. Zelfs wethouder Wiebes (VVD) van verkeer en vervoer steunde aanvankelijk de protesten van het personeel van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf grotendeels. Maar Wiebes heeft onder druk een ommezwaai gemaakt. Ondanks diverse stakingen zal het bijzonder moeilijk worden successen in de strijd te behalen. Was Amsterdam onafhankelijker, kreeg het een evenredige pot met geld en kon de stad de besteding van dat geld zelf bepalen, dan zou de strijd een stuk makkelijker zijn.

    Hoewel een één-op-één relatering van een stad aan een land natuurlijk niet mogelijk is, kan je op grond hiervan begrijpen dat de positie van Nederland in het Europese krachtenveld vergelijkenderwijs niet die van de allersterkste is. Het leggen van het zwaartepunt van de sociale strijd in kleine ‘eenheden’ is niet het meest effectief. Op alle niveaus moet er uiteraard worden gestreden. En daarbij pleit ik voor een versterking van de strijd op Europees niveau.

  7. “En daarbij pleit ik voor een versterking van de strijd op Europees niveau.”
    Jawel, uiteraard. Maar dan buitenparlementair. Ook het Europees Parlement kan geen vuist maken, al meerdere malen is het voorgekomen dat wanhopige parlementariërs het publiek vroegen om alsjeblieft in verzet te komen, omdat het daar bij hun reeds een gelopen race was.

  8. Joke Mizée schreef:

    Jawel, uiteraard. Maar dan buitenparlementair.

    Die opmerking begrijp ik niet. Overal, op alle niveaus wordt de noodzaak erkend om de parlementaire en buitenparlementaire strijd hand in hand te doen gaan. Geldt dat niet op het Europees echelon?

  9. Jawel, maar jij bent ook een pleitbezorger van een uitbreiding van het politieke mandaat van Europa. Volgens mij moet juist de buitenparlementaire strijd meer in de melk te brokkelen krijgen, want daar zal het vandaan moeten komen. Een Europese regering met (nog) meer armslag zal ons met nog meer voldongen feiten opzadelen, zoals we met de besluitvorming rond de ACTA en het Stabiliteitspact hebben zien gebeuren. Die machtsverhouding moet juist anders, meer in de richting van sociale gesprekspartners (die inderdaad als de sodemieter moeten worden opgericht en uitgebouwd).

  10. Pingback: Kan de Mercron-machine een voertuig voor links worden? | Krapuul

Reacties zijn gesloten.