Subsidies uit het Europees landbouwbeleid houden het natuurverlies in Nederland in stand. Het merendeel van de 750 miljoen euro die Nederlandse boeren jaarlijks ontvangen uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) gaat naar gebieden waar de druk op natuur door de landbouw het grootst is. Die conclusie trekt het Wereld Natuur Fonds (WNF) uit onderzoek van Wageningen Environmental Research (Alterra), dat in opdracht van het WNF is uitgevoerd door Anne van Doorn.
Het Europees landbouwbeleid werd na de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld om te garanderen dat de landbouw genoeg en betaalbaar voedsel produceert. De keerzijde is dat verregaande intensivering en schaalvergroting hebben geleid tot grootschalig natuurverlies en vervuiling van water, bodem en lucht in Nederland. In Nederland zijn dierpopulaties op het platteland sinds 1990 met 40 procent gedaald. De vogelstand in het agrarisch landschap is sinds 1960 met ruwweg twee derde afgenomen. In duinen en heide zijn dierpopulaties in 25 jaar met de helft gedaald, met name door verzuring en vermesting.