Liever vinden vluchtelingen in hun strijd om vrijheid de dood, in Neederland of aan de grens met Melilla of Ceúta, dan dat zij de dood vinden in een land dat ooit thuis was, maar waar nu levensgevaar dreigt. Liever rillen van de kou in de Vluchtgarage in Amsterdam, of het Vluchthuis in Den Haag, of erger nog: op straat, dan in Afghanistan of Irak of Somalië of enig ander land waar niemand heen zou willen, om daar te sterven door aanslagen, moord, marteling, of zoals één van de vluchtelingen het eens zei: “Liever de regen dan de kogelregen”.
De vluchtelingen hebben geen keus, maar moeten er toch één maken, en die keus is hier te proberen te leven, in de hoop op een toekomst. Hier, in dit racistische land met zijn apartheidswetten. Dat zegt alles, dat zegt meer dan alle woorden die ik ooit geschreven heb, en daar kan Teeven niet tegenop met zijn zoete strafbaarstelling van de ‘illegaliteit’, zijn uithongerbeleid, de steeds verder afgeknepen mogelijkheden van toegang tot medische zorg en rechtshulp, en sinds 1 maart: de uitbreiding van de bevoegdheden van de vreemdelingenpolitie. Nee, Teeven en al zijn collega-misdadigers kunnen van alles bedenken, maar tegen de noodzaak hier te komen en te blijven is geen onderdrukking opgewassen.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via: De Vrije