Geert Wilders omarmt referenda. Dat alleen al is voldoende om uiterst wantrouwend tegenover volksraadplegingen te staan. Amerika-watcher Frans Verhagen geeft op zijn blog op 6-11-15 nog eens een heldere argumentatie ertegen naar aanleiding van gezeur van blondie op zijn vaste plekje in de Volkskrant.
De reden dat Wilders in de Tweede Kamer geen 76 zetels heeft en nu referenda omarmt, is precies dat wat een parlementair systeem zo mooi maakt: in plaats van over elk onderwerp, of zelfs over grote onderwerpen, iedere keer weer een volksstemming te houden, zorgt het ervoor dat we vertegenwoordigers hebben die verder kijken, langer nadenken en onderwerpen in een context zien. We hebben partijen die een ideologie of een programma hebben (nou ja, de meeste partijen – de PVV is een applauscollege voor de haatzaaier).
Het is gemakkelijk op één onderwerp de kluit te belazeren als de consequenties elders niet duidelijk zijn. We hoeven maar naar Californië te kijken om te zien wat referenda opleveren: chaos en erosie van een behoorlijk bestuur. Wegen vol gaten, een onderwijssysteem dat ooit de trots van de natie was maar nu uiteenvalt, slechte sociale voorzieningen en ga maar door. Gelukkig heeft gouverneur Brown de ergste excessen nu teruggedraaid, maar de boodschap blijft: referenda zijn de pest voor de samenleving.
Referenda geven macht aan de volksmenners en haatzaaiers, zoals Wilders, en malloten zoals die Geen Stijl lui. Maar ook aan het grote geld. Wie genoeg in kas heeft, kan de stemming in referenda beslissen.
Overigens geef ik toe dat referenda in uitzonderlijke gevallen wel zin hebben. Zo zou het zonder referendum onduidelijk zijn geweest of de bevolking van de Krim aansluiting bij Rusland wilde. Maar populistisch misbruik van het middel is usance en daar wegen uitzonderingen niet tegenop.
Pingback: Raad van State vindt referenda maar niks | Krapuul