President zijn van Brazilië of van Venezuela is niet hetzelfde

President Temer mag volgens de huidige grondwet de rest van het mandaat van afgezet president Rousseff uitzitten tot 2018. Terwijl sociale protesten tegen zijn keiharde neoliberale beleid van zware sociale inleveringen hele steden lamleggen, de politieke corruptie onverminderd doorgaat, en de repressie keihard toeslaat wil hij de grondwettelijk voorziene verkiezingen twee jaar uitstellen tot 2020.

Gewelddadige straatprotesten in Venezuela halen dagelijks het nieuws. Wie de westerse media als informatiebron gebruikt kan maar één besluit trekken. Dit alles is de schuld van dictatoriaal president Maduro, die tientallen betogers door de politie laat doodschieten, meer dan 30 al in de voorbije twee maanden. De roep voor zijn afzetting wordt dan ook ondersteund in zowat alle commentaren. Een ander argument om zijn afzetting te eisen is dat hij nog slechts 20-24 procent haalt in de opiniepeilingen.

Los van de discussie over het waarheidsgehalte van deze berichtgeving, kan men zich de vraag stellen hoe geloofwaardig de verontwaardiging is over wat in Venezuela gebeurt. Gaat het hier om een principieel standpunt? Principes zijn immers universeel. Je mag dus verwachten dat de berichtgeving over dit soort toestanden in andere landen identiek is of minstens een gelijkaardige verontwaardiging toont.

President Maduro scoort dus inderdaad zeer laag in de opiniepeilingen, 24 procent komt neer op minder dan de helft van de steun die hij nog kreeg bij de laatste presidentsverkiezingen in 2013. Hij behaalde toen zeer nipt iets meer dan 50 procent. Dat is echter nog altijd stukken beter dan de presidenten van buurland Colombia en van Mexico die allebei minder dan tien procent scoren in de opiniepeilingen. Heel wat andere Latijns-Amerikaanse presidenten scoren gelijkaardige cijfers als Maduro.

(Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: dewereldmorgen.be