Politiebonden juichen om dooie mus

politie bedroefd
Bij de politie was en is er altijd veel gedonder over het vergoeden van de schade die politieagenten lijden als gevolg van tijdens het uitoefenen van hun beroep verzamelde trauma’s en letsels. Met name agenten die lijden aan een Posttraumatische Stress-stoornis (PTSS) hadden grote moeite hun werkgever, de overheid, zo gek te krijgen hun stoornis als beroepsziekte te erkennen en de knip te trekken.

Maar dat zal nu anders zijn. Het “coulancebeleid PTSS” heeft een opvolger. Dat wil zeggen dat de inmiddels normaal geworden politionele willekeur niet meer voor het eigen personeel geldt. Per 30 juli 2015 is de “Regeling vergoeding beroepsziekten politie” van kracht geworden en in de Staatscourant gepubliceerd.

De politievakbond ACP, die van de onvermijdelijke Gerrit van de Kamp, is er heel blij mee. De prachtige foto van de bedroefde politieagent spreekt boekdelen.

Net als alle andere werknemers kunnen politieagenten hun werkgever, de overheid, aansprakelijk stellen voor de gevolgen van een beroepsziekte zoals PTSS. Met de regeling is aansluiting gezocht bij het burgerlijk recht, met name bij art. 7:658 BW.

Niets aan de hand, zou je denken. Het werd wel eens tijd ook. Dat die arme politieagenten hier zolang op hebben moeten wachten. Onbegrijpelijk.

Maar zo onbegrijpelijk is dat niet. Uit een door TNO in opdracht van de politie in 2014 uitgevoerd onderzoek blijkt dat de politie wel erg zwaar getroffen is door PTSS. Uit het rapport (pdf) blijkt overigens ook dat de Nationale Politie een waardeloze werkgever is.

Psychische klachten blijken slecht geregistreerd te worden. Afgaande op de klachtenbeschrijving vermoeden de onderzoekers bijvoorbeeld dat in een behoorlijk aantal gevallen waarschijnlijk sprake is van PTSS, terwijl dit niet in het dossier vermeld staat. Dit lijkt erop te duiden dat binnen de politie nog steeds een taboe rust op psychische problematiek.

Waarom dat taboe? Omdat politieagenten allemaal stoere binken zijn. Want als je dat niet bent kom je niet bij de politie. Dat zegt de politie namelijk zelf.

Politiewerk is veeleisend. Waar anderen een stap terug doen, stappen politiemensen naar voren. Als dat nodig is met geweld, desnoods met gevaar voor eigen leven. Hiervoor moet je stevig in je schoenen staan, snel kunnen schakelen, jezelf blijven in spannende situaties, goed kunnen samenwerken, en razendsnel kunnen inschatten welke actie nodig is.

En dat gaat dan nog maar over de surveillant. Van een hoofdagent wordt nog meer geëist.

Met een vmbo-gl/tl of mbo-3 diploma kun je hoofdagent worden bij de politie. Als hoofdagent ben je actief in het praktische politiewerk op straat. Je treedt op in de meest uiteenlopende situaties. Samen met je collega’s zorg je voor een goede afwikkeling van incidenten. Van vernieling tot verkeersongeval, van woninginbraak tot geweldsmisdrijf.

Lees hier meer over het vereiste profiel van de hoofdagent.

Aspirant politieagenten worden uiteraard ook psychologisch getest. Zij moeten tegen een stootje kunnen en over de juiste karaktereigenschappen beschikken.

Dan gaat het niet alleen om de gewenste stressbestendigheid, maar ook om de absolute wil om medeburgers met alle toegestane middelen, desnoods geweld, aan de wet te houden. Het uitstralen van gezag is uiteraard ook onontbeerlijk. Alleen een uniform is dan niet voldoende en al helemaal niet de carnavaleske uitdossing waarmee politieagenten tegenwoordig het straatbeeld sieren. Overigens hebben de agenten al geklaagd over dat nieuwe uniform. Niet dat het te lelijk is maar het zit het veel te warm als de zon schijnt. Uitermate vervelend.

Het wettige gezag is gek op speelgoed waarmee andere mensen, die niet het gezag vertegenwoordigen, verwond of pijn gedaan kunnen worden. De wapenstok, het dienstpistool en binnenkort vrijwel zeker het stroomstootwapen, behoren tot de standaarduitrusting van de geüniformeerde “hulpverlener”. Het is niet uitgesloten dat de thermische lans daar ooit nog eens aan toegevoegd gaat worden. Ook zonder dit speelgoed blijkt de politieagent over een dodelijk wapen te beschikken: de nekklem.

Politieagenten worden o.a. op karaktereigenschappen geselecteerd, dus je zou denken dat zij een emotionele stoot kunnen verdragen. Het beroep is weliswaar niet van gevaar ontbloot, maar ook bijvoorbeeld bouwvakkers en leerkrachten lopen gevaar tijdens het uitoefenen van hun beroep en misschien nog wel meer gevaar ook.

Het zal ook duidelijk zijn dat aspirant politieagenten worden getest op hun zelfbeheersing. Aan politieagenten die te pas en te onpas verdachten neerschieten heeft niemand iets. Aan politieagenten die discriminatie heel gewoon vinden heeft de samenleving ook niets. Allemaal zaken die de Nationale Politie serieus aandacht moet geven tijdens selectieprocedures en opleidingen. Of dat ook gebeurt mag betwijfeld worden. Gezien de gebeurtenissen van de afgelopen tijd lijkt het er sterk op, dat hier nauwelijks aandacht aan wordt besteed. De Nationale Politie heeft het veel te druk met reorganiseren en met de horzel Gerrit van de Kamp van zich af te houden.

Mensen die graag bij de politie willen werken behoren als geen ander te weten dat zij geconfronteerd zullen worden met verminkte lijken, gewapende criminelen, de gevolgen van gruwelijke ongevallen en wat dies meer zij. Dat is een keuze. Verhip, ik lijk de regering wel die alles als een keuze wil zien. Maar goed, politieagenten hebben bewust voor hun beroep gekozen en de werkgever, de overheid, is verplicht dat zij hun werk zo veilig mogelijk kunnen uitvoeren. Dat houdt dus in dat de overheid uiterst selectief te werk dient te gaan bij het selecteren van gegadigden en mocht er sprake zijn van een traumatische ervaring dan zal zij de gevolgen daarvan zo klein mogelijk moeten laten zijn. Zoals een goed werkgever betaamt. Maar de overheid schiet voortdurend tekort als werkgever. Niet alleen als het om de Nationale Politie gaat, maar ook defensiepersoneel is daarvan voortdurend de dupe. Wat voor defensiepersoneel geldt, geldt evenzeer voor politiepersoneel. Zij worden getrakteerd op doekjes voor het bloeden.

Ook deze gisteren gepubliceerde “Regeling vergoeding beroepsziekten politie”, die door de politiebonden met gejuich als een enorme overwinning gepresenteerd wordt, zal een dode mus blijken te zijn.

Politiepersoneel met psychische problemen zal moeten blijven bewijzen dat er een rechtstreeks verband is met een traumatische gebeurtenis in diensttijd. De omvang van de geleden schade blijft een punt van discussie en pre-existente klachten blijven nog altijd een schadebeperkende rol spelen. Onbesproken blijft het voortdurende falen van de Nationale Politie als werkgever, de chaos die is gecreëerd als gevolg van de haastige reorganisatie en het warrige beleid van korpschef Bouman. Bovendien heeft de Nationale Politie haar public relations niet op orde. Zeker niet nu dit in handen van TMG is gevallen. Het gezag van de gewapende gezagsdragers is tanende. Dat gaat deze nieuwe regeling niet verhelpen, daar is veel meer voor nodig. Zoals een goede werkgever, goede arbeidsvoorwaarden, een strengere selectie, betere nazorg, tussentijdse psychologische testen, meer en betere training op technisch en sociaal gebied. En nog veel meer. Politieagenten gaan weer actie voeren voor meer loon. Dat is natuurlijk prima, maar het zijn opnieuw halfzachte acties waar vrijwel niemand hinder van zal ondervinden. Dat kan je wèl overlaten aan kruimelnepotist Gerrit van de Kamp. Voorlopig zal het gewoon huilen met de pet op blijven.