Overwegingen van een politicoloog

De zoon in de familie Kneupma van Remco Campert studeert in de grote stad. Polotolie. Pieletelie. Of zoiets. Het hoge woord komt er nooit helemaal uit. Ik begrijp hieruit dat de jongen politicologie studeert, de wetenschap van de politiek. Ik heb er zelf al een jaar over gedaan om er achter te komen hoe dit vak bij de buren heet. Political science, Randy Newman weet er alles van. Politikwissenschaft maar ook Politologie. Sciences Politiques, kortweg liefdevol – maar kijk uit – Sciences Po in Frankrijk.

Ik denk (weten doe ik het niet) dat die Franse aanduiding het best beschrijft waar ik mij in begeven heb in dat magische jaar. Algemene Politieke en Sociale Wetenschappen. Het ontwerp was van historicus Jan Romein die een wetenschappelijke opleiding ter voorkoming van fascisme voor ogen had. Het was ook een manier om niet gespecialiseerd te zijn. Sociologie, (nieuwe) geschiedenis, rechten, economie, internationale betrekkingen en een vak dat kortweg werd aangeduid als “politicologie” en ook nog methoden en technieken van onderzoek – alles hoofdvakken, dus “politicologie” klopte niet. Ik kan me net zo goed historicus of zelfs econoom noemen. Het eerste is mij het dierbaarst en past het best bij mij. Al zal mijn geschiedenisleraar van de middelbare school dit postuum niet geloven.

Dat waren de oude tijden. De opleiding in Amsterdam is duchtig uitgekleed tot iets wat ze nu waarschijnlijk terecht politicologie noemen. Zo’n griezel als Martin Bosma heeft het gestudeerd en hij strooit rond dat het een marxistisch-leninistische kaderschool was. Dat hij daar dan een graad in gehaald heeft, zeg. Maar nee, de PvdA was (is?) dominant in het vak, altijd geweest, ook toen het een brede opleiding was. Maar zoals ik u waarschijnlijk helemaal niet hoef te vertellen, indoctrinatie was er niet bij. We hebben het over wetenschap tenslotte. Hoezeer het idee van Jan Romein bewerkstelligd werd blijkt er wel uit dat Bosma en bijvoorbeeld Janmaat alumni van “subfaculteit A” waren.

Het meest PvdA-achtige was de doctoraalspecialisatie Methoden en technieken. Dan hield je je met verkiezingsonderzoek bezig. Ik zeg voor de zekerheid nog maar eens dat ik de historische kant heb gekozen, met als bijvakken economie en (nieuw in het theater) [wetenschaps-]filosofie. Mijn politiek-filosofische keuze was al in een vroeg stadium het anarchisme, dat vooral veel geschiedenis achter zich heeft, en ja, een eigen verklaring van het fenomeen staat, het kernthema van mijn slottentamen met Oppenheimer en (voorstel docent) Tilly als belangrijkste schrijvers. Maar genoeg over mij, al is dit natuurlijk een persoonlijke overweging.

Achteraf, post festum, zijn de verkiezingsonderzoekers misschien slim en nuttig. En blijkbaar bij wat in het onvermijdelijke Engels exit polls wordt genoemd. Maar godverbiedthetvloeken, wat staan die opiniepeilers weer voor gek. Meer dan ooit waarschijnlijk. Het kan zijn dat voor sommige respondenten het antwoord “ik stem PVV” uit schaamte verborgen is gebleven. Maar hoeveel schaamte hebben die lui? Ik ben geneigd dit niet te geloven (maar ja, zekerheid kan ik niet bieden).
Maar geen enkele peiling heeft de verpletterende overwinning voorzien van de racistische querulantenclub die niet eens een club is bij gebrek aan leden. 38 zetels!

Ook het wegsmelten van wat nu kleinlinks zou kunnen heten (BIJ1, PvdD, Volt) is volstrekt niet voorspeld. Wel de val van de SP. Maar die kon je ook zonder kiezersonderzoek voorzien.
Het zal niet zo lang duren voordat er weer Kamerverkiezingen komen (en maak u geen illusies over het mogelijk verdwijnen van de PVV, tenzij Wilders het bijltje er bij neergooit). In ieder geval staan ons nog Europese verkiezingen te wachten.
Hoed u voor opiniepeilers!
De waarschuwing zal vergeefs zijn.