Over rode en groene gevangenen – Joke Kaviaar vanuit ter Peel

Naast iedere deur hangt een briefje. Als er een grote 2 op de deur staat, hangen er 2. Op die briefjes staan de namen van wie er achter die deur zit, en die namen zijn overwegend in groen afgedrukt. Sommigen zijn rood. Het is het promotie- en degradatiesysteem van Teeven dat je hier ziet.

Ook mijn naam is rood. Ik ben nog maar net binnen. Nu is het de bedoeling van Fred Teeven geweest dat ik mij bewijs. Ik moet een modelgevangene zijn. De kleinste ‘misstap’, een vergissing, of beoordeeld als niet sociaal genoeg, niet meegaand genoeg, en je kunt de status van groen wel vergeten. Dat is althans wat ik me herinner van jaren terug, toen ik de plannen van Teeven doorlas. Hoe het in de praktijk zou werken, moest toen nog blijken. Het is het ultieme controlemiddel.

Als je hier door de gang loopt, zie je dat dus. We zijn onderverdeeld in rode en groene vrouwen. De roden moeten voorbeeldig zijn. De groenen moeten op hun hoede zijn hun status niet te verliezen. En de nieuweling? Die weet nog van niets. Het is niet dat de uitvoerders van dit systeem je het zullen vertellen. Zoek het zelf maar uit! Hoe moet je anders weten dat er verschillende ‘dagprogramma’s’ – en dus regels – zijn voor groene en rode mensen, respectievelijk ‘plus’ – en ‘basis’- programma’s geheten, geheel naar Teevens plan in 2014. En hoewel ik me de invoering van Fred Teevens ‘skinnerbajes’ nog herinner, heb ik er nu totaal overheen gekeken, over dat papier met mijn naam in het rood.

Toen de deur openging vanmiddag en ik de gang opliep, werd ik plots toegeroepen: “Je mag er niet uit! Je bent rood!” Het begon me te dagen: dat uurtje ‘recreatie’tijd was groen privilege. De vrouw ana de overkant die dit riep, is zo’n groene, zoals de meesten hier. Het feit dat de deur was opengedaan zodat ik – rode – me op verboden groen terrein kon begeven, had alles te maken met de groene status van mijn celgenote. Voor háár was de deur opengedaan. Daar stond ik dan, met mijn rode voeten op groene grond.

“Als je de afdeling op gaat, krijg je rapport” *(1), waarschuwde de groene vrouw aan de overkant. Ik vroeg me af of ik dat erg zou vinden. Ik liep een stukje door. De stemmen achter mij bleven waarschuwen, weinig kans van slagen zo. Ik speelde namelijk met de gedachte een telefoontje te plegen in groene tijd, maar dat kon nu niet onopgemerkt blijven. Met rapport zou dit de komende dagen nog minder lukken. Terug dan maar, naar de nog openstaande celdeur. Vanaf de overkant werd ik gevolgd.

“Ze kunnen toch moeilijk van mij verwachten dat ik me aan regels hou, waarvan ik officieel niet op de hoogte ben gesteld!” merkte ik op. “Ja, maar het stata in de regels die je hebt gekregen!” Hmja, die waren me eerder op de dag gegeven. Ik had ze niet gelezen. “Dus dit staat erin?” Ja, daar waren ze zeker van, en: “dan gaan ze ervan uit dat je het weet, want je moet ze lezen. Je krijgt rapport hoor!”

Goed dan. Nu wilde ik het weten. Is Teevens promotie- en degradatiesysteem in die regels opgenomen, met criteria en al, zoals de groene vrouwen aan de overkant suggereerden?

Wel, ik heb ze nauwkeurig doorgenomen en nergens wordt met ook maar één woord gerept van de bajesapartheid voor rode en groene mensen die meer of minder privileges hebben om je aldus ene ‘gewenst gedrag’ aan te leren, zoals de muis in de box van Skinner met zijn keuze tussen de kaas en de stroomstoten. Nergens! Ik ging het de dames vertellen: het staat nergens dus hoef ik me ook nergens aan te houden. Niet dat het mij wat uitmaakt of iets als regel zwart op wit is vastgelegd. Maar dit? Dit is Kafka in de bajes!

“Dat maakt niet uit hoor, als het er niet in staat.” Ze haalde haar schouders op. “het maakt mij niet uit of jij rapport krijgt.” De vriendelijkheid en solidariteit zelve. Dat is dus wat dit onderscheid teweeg brengt. Wie zich al bewezen heeft, gaat het werk van de bewaking doen. Zou ze dit zelf inzien? Ik dankte mijn ijverige groene overbuurvrouw in elk geval vriendelijk voor de waarschuwing en toog met de regels in de hand naar het kantoor van de piwi’s *(2) om hen te confronteren met de inconsistentie. Zouden ze me rapport geven voor mijn niet-toegestane gang over de afdeling, dan moesten ze dit maar doen. De piwi die ik aansprak kon echter niet anders dan me volmondig gelijk geven en het ‘dagprogramma’ voor rode vrouwen overhandigen. Daaruit valt op te maken dat vooral op doordeweekse dagen de roden het leeuwendeel van de dag ‘achter de deur’ dienen te zitten. In de weekeinden is het de roden vergund wat meer tijd met de groenen door te brengen, zoals later vanmiddag het geval bleek. Het is dan dringen met de groenen voor de slechts drie aanwezige telefoons op een totaal van naar schatting 40 vrouwen. “De roden eerst!” riep een van de groenen. “Die hebben minder tijd”. Gelukkig.

Het duurt na binnenkomst zes weken tot de roden wellicht tot groenen kunnen ‘promoveren’. Eén van de criteria is dat je werkt en dat is sowieso verplicht. Wie weigert zich te laten uitbuiten voor 3 euro en 4 cent bij vier uur werk (reken het uur’loon’ zelf maar even uit) kan om te beginnen al op stevige sancties rekenen.

Of je over de hele linie braaf genoeg bent geweest om beloond te worden met de status van ‘groen’, zodat je vaker de gang op kan, vaker kunt bellen en wat al niet meer, wordt beslist door piwi’s die deze regels niet openbaren, laat staan de criteria. Geef mijn portie maar aan Fred Teeven!

Joke Kaviaar
vanuit P.I. Zuidoost, ter Peel

Noten:
1: rapport: een aantekening waarop een sanctie volgt;
2: piwi’s: bajesslang voor ‘penitentiair inrichtings medewerker’.

-Eerder verschenen bij Steungroep 13 september