Oproep tot een reële defensie-inspanning

‘Sinds de Koude Oorlog stond de NAVO er niet zo slecht voor’ en ‘de staat van de Nederlandse krijgsmacht is zeer zorgwekkend.’ Zo staat te lezen in het rapport van oktober 2017 van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV). Dat vraagt om passende actie.

Militaire krachtsverhoudingen
De actie hangt af van een inschatting van de kracht van de belangrijkste militaire macht ter wereld na de NAVO. Hoe verhouden de militaire mogelijkheden van de NAVO en nummer twee zich tot elkaar? Aan dat basale gegeven wordt in het AIV-rapport voorbijgegaan. Een inschatting van de verhoudingen is evenwel goed mogelijk op grond van de jaarlijkse defensie-uitgaven. Het SIPRI geeft een up-to-date lijst. De Verenigde Staten staan zoals verwacht bovenaan met $611,2 miljard. Op de tweede plaats komt niet Rusland maar China met $215,7 miljard. Dan volgt op plaats drie Rusland met $69,2 miljard. China spendeert dus veel meer aan zijn militaire apparaat dan Rusland. Opmerkelijk zwijgzaam is het AIV-rapport in dit verband over de Chinese militaire ambities. In vergelijking met pagina’s lange uitweidingen over de vermeende Russische dreiging staat er alleen dat ook rekening moet worden gehouden met de toenemende invloed van de Volksrepubliek China. Nou ja, China is ver weg en diens gevaar navenant. Rusland is onze buur (van de NAVO en de EU). Daar houd je begrijpelijkerwijs rekening mee.

Ruslands defensie-inspanningen staan zwaar in de min ten opzichte van die van de VS. Maar hoe zit het met de EU? Hoeveel spenderen de EU-landen die tevens NAVO-lid zijn? – Ierland, Zweden, Finland, Oostenrijk, Cyprus en Malta zijn geen NAVO-lid. Tezamen bedragen de defensie-uitgaven $233,5 miljard. Om dat bedrag paritair te laten zijn met de Russische bestedingen is minder dan 30 procent van de huidige som nodig. Zelfs als je alleen Europa beschouwt, vereist een reële defensie-inspanning lagere uitgaven.

Agressie
Maar het zou kunnen dat Rusland een agressieve politiek ten aanzien van het buitenland en in het bijzonder ten aanzien van de EU voert en dat we daarom bijzonder alert dienen te zijn. Voor die agressie zijn echter geen aanwijzingen. Zo is op het neerhalen van een Russisch jachtvliegtuig op 24 november 2015 door NAVO-lid Turkije uiterst terughoudend gereageerd. En er bestaat een toenemende wederzijdse afhankelijkheid tussen de EU en Rusland: de import van Russisch gas is enorm – voor Nederland is de import ervan tussen 2010-2015 zelfs verdubbeld. Beide feiten staan vermeld in het AIV-rapport. Wel is er natuurlijk de annexatie van de Krim door Rusland. Maar dat is veeleer een gevolg van provocaties van NAVO-zijde. De rechtse coup in Oekraïne in 2014 werd openlijk door westerse politici gesteund, met name door Guy Verhofstadt en Hans van Baalen. Die omwenteling zou de status van de Russische marinehaven Sebastopol op de Krim in gevaar kunnen brengen. Natuurlijk wilde Poetin die niet kwijt.

Verdrag van Lissabon
Als Rusland militair niet mee kan en niet agressief is, is er voor links de schone taak weggelegd om te streven naar een reële defensie-inspanning van westerse zijde. Zo’n reële inzet is echter nog niet meteen realistisch, dat wil zeggen op vrij korte termijn te realiseren. Een belangrijk obstakel is te vinden in het Verdrag van Lissabon. In artikel 42 lid 3 luidt het:

De lidstaten verbinden zich ertoe hun militaire vermogens geleidelijk te verbeteren.

Niet een passend antwoord op een potentiële militaire dreiging wordt verlangd – wat logisch zou zijn – maar nee, zonder meer moet de defensie-inspanning omhoog. Ook al verlagen alle niet-NAVO-landen hun militaire uitgaven, dan nog kunnen de EU-lidstaten niet minder aan defensie besteden. Zo staat het letterlijk in onze quasi-grondwet (Verdrag van Lissabon). Dat alleen al is voldoende reden om het verdrag van tafel te krijgen. Er zijn nog tal van andere redenen, maar daar gaat het hier niet over.

Pleit
Aanbeveling bij linkse pogingen om tot een reële defensie-inspanning te komen is om niet per land afzonderlijk actie te ondernemen. Dat leidt tot uiterst vervelende repercussies. Op 8 november heeft luitenant-generaal Ben Hodges, hoofd van de VS-troepen in Europa, gezegd dat het VK niet mag snijden in zijn defensie-uitgaven als het een leidend NAVO-lid wil blijven. Deze dreiging is in het openbaar geuit op de NAVO-top. Welke druk er in achterkamertjes uitgeoefend wordt, is niet in te schatten, zeker is die fors. Hier volgt in het kader van Wat te doen, en wat niet dan ook opnieuw een oproep om linkse krachten in meerdere landen te bundelen.