Open brief aan Femke Halsema

Bijgaand artikel werd overgenomen met toestemming van de auteur, voormalig Krapuul redacteur Bart Voorzanger, en verscheen eerder op zijn eigen site.

Die in haar overigens mooie verhaal over gewetensvrijheid één ding vergeet: de soevereiniteit in eigen kring die kerken, net als partijen, verenigingen en gezinnen, nodig hebben willen ze de rol kunnen spelen waarvoor ze zijn opgezet. Het risico van dat vergeten is dat we vermeende gewetensdwang bestrijden met échte.

maandag, 11 oktober 2010

Geachte mevrouw,

Regelmatig stel ik me voor hoe mooi het zijn moet lid van uw partij te zijn. Maar telkens weer komt er dan een uitspraak over integratiekwesties waardoor ik aarzel of ik, hoe groen en links ik ook ben, wel thuishoor bij GroenLinks. Zojuist las ik vol aandacht uw lezing over Gewetensvrijheid en ik geloof dat ik begin te begrijpen waar de schoen wringt.

Net als u ben ik pro- noch anti-religie. Net als u erken ik het recht te geloven wat je gelooft en daar je leven naar in te richten. Net als u erken ik het belang van kerken en moskeeën voor wie zich met een kerk of moskee verbonden voelt. Net als u erken ik de vrijheid van onderwijs. Met u wijs ik gewetensdwang af. Ik deel uw overtuiging dat de staat gelovigen moet vrijwaren van vernedering maar dat hem bij belediging geen rol toekomt. Ik deel uw zorgen over de onvrijheid van een wellicht grote groep moslima’s die onder het juk van vader, man, ooms, broers, zoons en wie weet hoeveel meer omstanders door moeten. En net als u leef ik mee met dat dertienjarige meisje dat zo graag haar haar liet wapperen, maar van haar ouders een hoofddoek op moet. Maar daar ergens eindigt de eensgezindheid.

U verzet zich, met Bas de Gaay Fortman tegen kerkelijk gezag over persoonlijk en maatschappelijk leven. Ik neem aan dat u daarmee doelt op het persoonlijke en maatschappelijke leven van leden van zo’n kerk. Maar vergelijk die kerk nu eens met uw partij. Een Groenlinks-vertegenwoordiger die racistisch beleid steunt of die voorstelt het waddengebied vol kolencentrales te zetten, zal door de partij tot de orde geroepen, en als dat niet helpt wellicht zelfs geroyeerd worden. Dat is partijgezag over in elk geval het maatschappelijk leven van de betrokkene.

U schrijft:

De voorlopers van GroenLinks verzetten zich – terecht – tegen de vele gedragsvoorschriften en leefregels die door het kerkelijke gezag aan mensen werden opgelegd. Bijvoorbeeld: ‘een christen kan niet homoseksueel zijn’, ‘een christen pleegt geen abortus of euthanasie, en keurt dit ook af als anderen het doen’, ‘een christen behoort niet op zondag te werken’.

Een kerk heeft een leer, dat is zijn bestaansrecht. En die leer is niet vrijblijvend. Wat er mis is met ‘een christen kan niet homoseksueel zijn’ is de veralgemenisering. De uitspraak zou moeten luiden: ‘een lid van ónze kerk kan niet homoseksueel zijn’ (of liever nog: ‘… als homoseksueel leven’; kerken die homoseksualiteit als geaardheid verbieden zijn er gelukkig niet zo veel). En voor die andere uitspraken geldt iets soortgelijks. Als zo’n uitspraak conform de leer is, zullen we hem moeten dulden. Natuurlijk kun je vinden dat die leer verwerpelijk is – een goede reden om geen lid van die kerk te willen zijn. Natuurlijk kun je als kerklid vinden dat de leer een andere interpretatie toestaat, en als dat binnen je kerk niet aanslaat, kun je een nieuwe kerk stichten waar dat wel tot de uitgangspunten behoort. Die eerste kerk zou over de schreef gaan als hij zijn eigen homoseksuele leden met onaanvaardbare middelen dwong om zich van homoseks te onthouden, of zich zou bemoeien met het seksuele doen en laten van mensen buiten de eigen kerk. Maar als wij als buitenstaanders de leden van zo’n kerk voorschrijven dat ze homoseksueel gedrag moeten goedkeuren, bedrijven wij gewetensdwang.

U schrijft:

Godsdienstvrijheid betekent juist dat je gelovige kan zijn èn praktiserend homoseksueel op een reformatorische school. Het betekent ook dat een jonge Islamitische vrouw, zonder hoofddoek, niet vernederd mag worden of thuisgehouden omdat ze volgens islamitisch gezag onrein zou zijn.

Een medewerker van een reformatorische school van een richting die homoseksueel gedrág afwijst, kan geen praktiserend homo zijn zonder daarmee in elk geval op dat punt de grondslag van die school af te wijzen en is in die zin te vergelijken met een GroenLinks-vertegenwoordiger die een nieuwe fractiemedewerkster afwijst omdat ze vrouw, zwart of islamitisch is. Wie werkzaam wil zijn aan een instelling met een grondslag, zal die grondslag moeten onderschrijven en ernaar moeten handelen. Zonder die eis verliest die grondslag en daarmee de instelling zelf zijn betekenis.

Dat een jonge islamitische vrouw zonder hoofddoek niet vernederd mag worden, onderschrijf ik van harte. Of ze thuisgehouden mag worden omdat ze ‘onrein’ zou zijn, is een minder makkelijke vraag. Maar daarvoor moeten we naar het dertienjarige meisje dat u wat later in uw verhaal schetst en dat van haar ouders een hoofddoek op moet – of liever nog, eerst eens naar haar leeftijdsgenootje een paar huizen verderop. Dat meisje groeit op in een gezin zonder godsdienstige binding, maar ook zij heeft klachten. Ze wil kleren kopen waarin haar ouders haar niet graag de deur zien uitgaan. Ze wil uit, en dat vaak en tot zeer laat in de nacht, want dan pas wordt het feest echt vet. Ze wil meedrinken met haar vriendinnen. Maar haar ouders zijn stom. Ze stellen grenzen waaruit blijkt dat ze werkelijk niets begrijpen van het leven van een tiener in de eenentwintigste eeuw. Ze willen dat ze haar huiswerk maakt en zorgt dat ze overgaat, maar wat móet ze op die school als ze er bij haar vriendjes en vriendinnetjes uit ligt!?

’t Is nog maar helemaal de vraag welk van die twee meiden het wanhopigst is. Het punt is dat beide meiden lid zijn van een gezin. In een gezin bestaan verschillen in kennis, in inzicht, in vermogen vooruit te denken, en daarom ook verschillen in zeggenschap. Ouders zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van hun kinderen en dat betekent dat ze grenzen en eisen stellen, ook als die even niet zo welkom zijn. Natuurlijk mogen ouders een hele hoop niet, en moeten ze van alles. Ze mogen hun kinderen niet kwellen, kwetsen of mishandelen; ze moeten ze voeden, verzorgen en voorbereiden op de toekomst, en dat graag liefdevol. Maar ze mogen wel grenzen stellen, en dat betekent als het erop aankomt dat ze het laatste woord hebben als het gaat om wat hun kind eet, draagt en doet. De wereld is vol dertienjarige meisjes (en een enkele dertienjarige jongen) die het zeer oneens zijn met de besluiten van hun ouders, en dat kan hoog oplopen, maar dat er grenzen zijn, hoe onwelkom ook, is onvermijdelijk.

Terug naar die jonge islamitische vrouw zonder hoofddoek. Als ze erg jong is, dertien bijvoorbeeld, moesten we haar ouders misschien dus echt het recht gunnen haar het dragen van een hoofddoek op te leggen, al zijn er grenzen aan de middelen die ze daarbij inzetten. Haar het uitgaan verbieden kan wellicht nog, daadwerkelijke langdurige opsluiting is mishandeling. Naarmate ze ouder wordt zal ze meer ruimte moeten krijgen voor haar eigen besluiten en als ze, nog steeds jong, volwassen wordt is ze echt haar eigen baas. Trouwt ze vervolgens met een man die later blijkt te eisen dat ze buitenshuis een hoofddoek draagt, dan heeft ze twee opties: scheiden en elders een eigen leven beginnen, of dat ding dragen omdat haar man dat wil en zij met man én hoofddoek gelukkiger denkt te zijn dan vrij van beide. Het is maar weinig mensen gegeven getrouwd te zijn met iemand die helemaal niets verlangt. Als die man, afgezien van zijn hoofddoekjesmanie, deugt, levert ook hij dingen in, in de wetenschap dat een huwelijk geven en nemen is. In autochtone huwelijken spelen hoofddoekjes geen grote rol, maar geven en nemen doen ze daar evenzeer. Zo groot zijn de verschillen nu ook weer niet. U zult dat vast herkennen.

U schrijft:

Vrije godsdienstbeleving verdient actieve bescherming. Waarbij voor mij geldt: godsdienstvrijheid is een individueel recht. Het collectief staat niet boven het individu. Kerk noch staat mogen mensen dwingen te geloven, of hun geloof af te leggen.

Uw verhaal over godsdienstvrijheid als individueel recht lijkt uit te gaan van een staat – de Nederlandse, democratische rechtsstaat in dit geval – als verbond van vrije individuen, waarbinnen alle andere collectieven waar mensen deel van uitmaken – gezin, club, vereniging, partij, kerk – slechts een faciliterende functie hebben.

Het lastige is echter dat die andere instellingen, net als de staat, alleen kunnen bestaan, en hun zinnige functie kunnen vervullen als ze hun eigen wetten en regels stellen en handhaven. Neem uw eigen partij. Die gaat uit van bepaalde idealen. Natuurlijk kunnen die in de loop van de tijd veranderen, maar u zou onaangenaam verrast zijn als alle VVD-leden opeens lid van uw partij werden en die met die meerderheid in één klap omvormden tot een centrum-rechtse partij. U zou zich niet uit het veld laten slaan, en een nieuwe partij oprichten. Maar ik kan me voorstellen dat u daarbij zou nadenken over de mogelijkheid om een dergelijke overname verder te voorkomen. Iets als een beginselverklaring die aspirant-leden moeten onderschrijven misschien?

Waar het collectief zijn eigenheid moet veiligstellen, staat het wel degelijk boven het individu. Slechts één vrijheid mag het dat individu niet ontnemen: de vrijheid zich uit dat collectief terug te trekken. Dat geldt voor partijen – zie het hypothetische voorbeeld dat ik zojuist gaf – maar het geldt evenzeer voor al die andere collectieven, van gezin tot kerk. Als je het met je partner niet eens kunt worden over de uitgangspunten en regels van het gezin, kun je scheiden en je kunt je uitschrijven als je het met je kerkgenoten niet eens kunt worden over de uitgangspunten en regels van die kerk. Die vrijheid te vertrekken, heeft een prijs: je komt alleen te staan, je verliest de steun, de troost, de gezelligheid die het collectief je gaf. Dat gat kun je opnieuw vullen: hertrouwen, je bekeren tot een ander geloof, je aansluiten bij een andere partij. Maar dat vergt het een en ander, en het duurt even. Zulke overgangen tellen al snel als major life events. Het is dan ook onvermijdelijk dat mensen die pijn vaak mijden door minder aardige aspecten van het collectief voor lief te nemen, in elk geval zolang de voordelen daartegen opwegen, en vaak in feite nog wel iets langer.

Collectieven hebben dus hun eigen regels en ze genieten een zekere autonomie – ten opzichte van hun leden, maar ook ten opzichte van de staat. U zou het niet accepteren als de minister van gezinszaken bij u thuis kwam vertellen welke regels daar moeten gelden. U zou het niet accepteren wanneer de minister van binnenlandse zaken uw partij een beginselprogram en een partijreglement kwam opleggen. En als u lid was van een kerk of uw kinderen stuurde naar een bijzondere school, zou u het niet accepteren wanneer de minister van eredienst en zijn collega van onderwijs kwamen vertellen welke uitgangspunten die dienden te hanteren.

En daarom vind ik, anders dan u, dat we de SGP de ruimte moeten geven vast te houden aan zijn vrouwenstandpunt, hoezeer u en ik ook hopen dat de mannenbroeders daarvan terugkomen. Daarom vind ik, anders dan u, dat reformatorische scholen het recht dienen te hebben praktiserende homo’s te weigeren, hoezeer u en ik ook hopen dat ze hun standpunt zullen herzien. En daarom vind ik, anders dan u, dat salafistische moskeeën moeten mogen vasthouden aan hun leer, hoezeer u en ik elke moslim ook een liberaler geloof gunnen. Gewetensvrijheid betekent dat je anderen de ruimte geeft iets te geloven dat je zelf afwijst, en daar in eigen kring ten volle naar te leven. Dat doet pijn, maar dat doet het alternatief – gewetensdwang evenzeer.

Als gezegd, ik ben van harte met u eens dat er islamitische vrouwen zijn die vanwege het geloof van hun gemeenschap en onder druk van allerlei familieleden en andere medegelovigen ernstig in hun vrijheid worden beperkt. Anders dan u, vind ik niet dat we die geloofsgemeenschap beperkingen moeten opleggen. De vraag is wat we wel kunnen doen. En dat is een lastige vraag die grondige bezinning vergt. Bovendien gaat er een vraag aan vooraf: wat willen die vrouwen zelf? In mensen tegen hun zin ‘bevrijden’ zie ik niet zoveel. Het leerstuk van het valse bewustzijn heeft me nooit zo aangesproken. Vertrekken is een major life event, ik schreef dat al. Willen ze dat? En waarheen kunnen ze dan?

Kortom, we zijn het eens over de vrijheid van het individu, maar wat ik mis in uw verhaal is de noodzakelijke vrijheid van een collectief eigen regels te stellen en daaraan vast te houden. Ik mis – nooit gedacht dat ik dát ooit nog eens zou opschrijven – een erkenning van de soevereiniteit in eigen kring.

Met, ondanks dit kennelijke meningsverschil, alle respect voor u en uw partij en

vriendelijke groeten

Bart Voorzanger

12 gedachten over “Open brief aan Femke Halsema”

  1. Het betekent ook dat een jonge Islamitische vrouw, zonder hoofddoek, niet vernederd mag worden of thuisgehouden omdat ze volgens islamitisch gezag onrein zou zijn.

    Jezus weet Zwamke ook maar iets waar ze over praat ??? , lijkt wel een PVV str , Hoofddoek op of af heeft 10000% niets met rein of onrein te dragen , voor binnenhouden bij rein of onrein moet ze bij Chassidim en Falasja Joden wezen , daar mag een vrouw niets aanraken als ze ongesteld is en moet ze op haar kamer blijven , in de Islaam hebben we dat niet ..

  2. Net als dat verhaal over de hel
    wat je vaker ziet in Nederland is dat bepaalde bekende christelijke concepten aan de islam worden toegedicht

  3. Overigens heeft Halsema van Groen Links al een centrumrechtse VVD-achtige partij gemaakt.
    Inclusief een voorliefde voor onschuldige burgers afknallen in afghanistan

  4. Op sociaal-economisch gebied is Groen Liberaal al tijden een standaard neo-liberale partij waaraan een duurzaamheidssausje is toegevoegd, dat klopt wel. Paars+ was op dat gebied waarschijnlijk ‘rechtser’ geweest dan Bruin I. Het is echt niet voor niks dat al die rechtse economen zulke voorstanders waren van Paars+ en zo teleurgesteld zijn in het regeerakkoord van Bruin I.
    Dat neemt niet weg dat er op zich niks mis is met een discussie over de punten die Halsema aansnijdt. Doordat Halsema die hoofddoekjes zo prominent naar voren haalt in haar betoog, gaat het helaas allemaal nogal rieken naar politiek opportunisme. Halsema had een half dozijn andere voorbeelden kunnen gebruiken. Waarom geen discussie over de invloed van religieuze fundamentalisten (islamitisch, christelijk of whatever) binnen het onderwijs? In plaats daarvan heeft ze een voorbeeld gebruikt dat goed in de markt ligt. Alleen gaat het bij de hoofddoekjes discussie inhoudelijk helemaal nergens over en legitimeer je een door Wilders geïnitieerde discussie-over-niks.

  5. Pyt van der Galiën Schreef:

    Doordat Halsema die hoofddoekjes zo prominent naar voren haalt in haar betoog, gaat het helaas allemaal nogal rieken naar politiek opportunisme. Halsema had een half dozijn andere voorbeelden kunnen gebruiken. Waarom geen discussie over de invloed van religieuze fundamentalisten (islamitisch, christelijk of whatever) binnen het onderwijs? In plaats daarvan heeft ze een voorbeeld gebruikt dat goed in de markt ligt. Alleen gaat het bij de hoofddoekjes discussie inhoudelijk helemaal nergens over en legitimeer je een door Wilders geïnitieerde discussie-over-niks.

    Dit is’m juist bij Femke afstotend is: legitimeren van Wilders gezwets met hoop op zieltjes winnen. Zooooo goedkoop eigenlijk.

  6. Dar belooft nog meer geluidsoverlast van mijn Algerijnse buren waarvan de dochters tegen de zin van hun vader een hoofddoek dragen. “Maar ik word er op aangekeken!” schettert zijn stem.

  7. Ja die bestaan gegarandeerd ook. Was Halsema zeker even vergeten. 😆

  8. @Nexus. Ik weet niet of het Halsema gaat om zieltjes winnen. Henk en Ingrid zullen nooit van zijn leven op GL stemmen, welke capriolen die partij ook uithaalt. Halsema is niet dom, die realiseert zich dat ook wel.
    Misschien is Halsema bang dat ze zich buiten het discours plaatst? Wellicht probeert ze oprecht de discussie in goede banen te leiden? Indien het laatste, dan hanteert ze volgens mij een volstrekt verkeerde tactiek.
    En wellicht is er inderdaad sprake van politiek opportunisme. Halsema kan ook ijskoud redeneren dat er een politieke niche is voor islamofobie overgoten met een pseudo-feministisch sausje. GL heeft dezelfde weg afgelegd als de Duitse zusterpartij die inmiddels al weer vele jaren een neoliberaal betoog houdt, overgoten met een pseudo-ecologisch sausje. Een cynicus zou kunnen denken dat er op sociaal-cultureel gebied ook een dergelijke ruimte ligt.
    Ondanks mijn afkeer van de koers die GL onder Halsema vaart, geloof ik eerlijk gezegd niet dat Halsema zó cynisch en calculerend is. Maar misschien is dat wel naïef:P

  9. politiek zelfmoord nu paars+ niet komt en lekker vroeg gaan wachtgelden is ook een mogelijkheid ..

  10. Pyt van der Galiën Schreef:

    Maar misschien is dat wel naïef:P

    Dan is het dat je van het lachen vergaat, want wie kan zo naïef zijn in de politiek?

    Eerder oude reflexen……ff met de meute hollen.

  11. Ik vind Bart Voorzanger, met alle respect, een extremist. Een extremist van de soevereiniteit-in-eigen-kring.
    Als je voor “integreren” bent, dus tegen segregatie en discriminatie, dat MOET je je wel met elkaar bezighouden. “Eigen” kringen overlappen elkaar namelijk. Samen in een buurt wonen, samen naar school gaan, samen ergens werken, samen inkopen doen: Dat zijn even zo veel “eigen” kringen, die ook hun eigen regels en omgangsvormen opleggen. Al die “soevereiniteiten” moeten zich aan elkaar aanpassen. Dat heet: “integratie”.
    De “soevereiniteit” van een kerk of geloofsgemeenschap heeft geen voorrang boven andere “soevereiniteiten”.
    En als ik Halsema goed begrijp, is het dat wat ze wilde zeggen.
    Wahhabieten en andere (christelijke) dwang-soevereinisten maken misbruik van de onzekerheden die veel mensen voelen. Die dienen, vind ik, te worden gedwongen tot dialoog en erkenning van de soevereiniteit van anderen.
    Kortom, niemand is soeverein, zelfs de koningin niet.

Reacties zijn gesloten.