Op een mooie dag komt de vraag: Houd je morgen nog van me?

Er staat niet eens “voor jou aanbevolen” bij, maar Youtube heeft in de zijlijn een optreden van Carole King voor de BBC en iets in haar blik nodigt mij uit om toch eens te kijkluisteren. Het is een concertje uit 1971, het jaar van Tapestry, en het valt mij op dat zij ieder nummer met een licht-verlegen stilte en lachje aan- en afkondigt. Niet iemand die haar Hoogstpersoonlijk Leed en haar Wrok eens voor de menigte gooit.
Dan zoek ik, het internet biedt daar tenslotte de gelegenheid voor, wat meer biografische gegevens over haar op, die uiteraard die van Gerry Goffin kruisen. Ik blijk genept door popjournalisten van 1970/71. Goffin & King hadden samen twee kinderen.
Daarnaast blijkt Goffin zich ook een nazaat veroorloofd te hebben bij de zangeres van de Cookies, die het origineel van dit nummer heeft gezongen.


Jawel, I’m into something good, een Goffin-Kingwerkje, door Earl Jean, 1964
Nog vijf jaar heeft hun huwelijk standgehouden en toen was de rek er uit. King heeft nooit kwaadgesproken over Goffin. En de tekst van It’s too late is niet eens van haar hand.

Waren die destijds verplicht mannelijke popjournalisten een tikkeltje bevooroordeeld ten nadele van Carole King? De vraag doet mij nu onnozel aan maar ik heb het mij destijds niet afgevraagd. Het was het iktijdperk dat ingeluid werd tenslotte.

M., mijn geliefde van tien jaar later, zette Tapestry graag op, eventueel twee keer achter elkaar. Ik kon er niet goed tegen, maar ja, liefde maakt veel goed. Tot zij de verliefdheid op de man van haar zogeheten beste vriendin ging uitventen. En het werd al gauw Liefde. En ze moesten beslist met elkaar op vakantie. Op mijn vraag wat zij dan voor mij voelde kreeg ik ten antwoord dat zij een warm gevoel voor mij had. Ik vond dat niet voldoende maar het lukte mij ook niet het uit te maken, zij stond het niet toe en ik drong niet aan. De hooppp die bleef, zoals beschreven door Roel van Duijn in zijn Liefdesverdriet. Ten onrechte, zoals dat blijkbaar hoort bij die hooppp.
Bij ons laatste uitstapje ontmoette ik mijn ex, we keken elkaar van een afstand aan en M. drong aan dat ik haar wel aansprak. Ex vond het wel leuk iets af te spreken. En zij was al spoedig ex-ex, en toen ik dit bekende aan mijn officiële lief – we stonden nu quitte wat vreemdgaan betreft – vond zij dat een goede aanleiding het uit te maken, een prerogatief dat zij voor zichzelf gereserveerd had.
Nee, het is nooit geheeld. En de hervatting van de vorige relatie stond onder slecht gesternte.

Maar ik denk sinds gisteravond anders over Tapestry, en wat mijn persoonlijke biografie betreft: zonder dat laatste uitstapje zou ik niet weten hoe het verder had moeten gaan. Maar dat was toen.


Ik blijf er bij dat dit een vervelende, veel te uitgesponnen auteursversie is. Van M.’s eerste lp, en ook de eerste lp van onze meelevende correspondente.
Van mijn eerste lp komt deze versie.


Dusty Springfield, 1964

Tonight you’re mine completely
You give your love so sweetly
Tonight the light of love is in your eyes
But will you love me tomorrow?

Is this a lasting treasure
Or just a moment’s pleasure?
Can I believe the magic of your sighs?
Will you still love me tomorrow?

Tonight with words unspoken
You say that I’m the only one
But will my heart be broken
When the night meets the morning sun?

I’d like to know that your love
Is a love I can be sure of
So tell me now, and I won’t ask again
Will you still love me tomorrow?

So tell me now, and I won’t ask again
Will you still love me tomorrow?
Will you still love me tomorrow?
Will you still love me tomorrow?


Four Seasons, 1968

De eerste versie is de definitieve, met het orkestraal intermezzo (bij Dusty ook aanwezig). De eerste grote hit voor een zwarte girlgroup.

Shirelles, Will you love me tomorrow?, 1960

Het was ook de eerste grote hit voor het schrijversechtpaar Goffin-King. Geen kwaad woord over schrijfduo’s, hè mensen, de meeste Perfecte Popsongs komen van hen (met Lennon & McCartney natuurlijk voorop).

Een addendum: een paar jaar later, M. en ik hadden nog een soort omgangsregeling die mij in toenemende mate hinderde ook al wilde ik er geen punt achter zetten (hooppp, Roel?), maar dat gebeurde toch. Wil je een Herdenkingsgenootschap Ooit Hebben Wij Elkander Liefgehad?

Ik kwam vers terug uit Londen met een heleboel gescoorde muziek, draaide een blokje “vrouwenplaatjes” waaronder de Velvelettes en onderstaande, in mijn vrijdagavondradioprogramma, de Draaibaarheidsfactor. Het schoot door mij heen “dit zou M. leuk vinden”, waarna de volgende flits kwam “ze vindt het leuk want ze hoort het, ze is in de stad” (ik had nog niet verteld dat zij in Nijmegen woonde en ik in Amsterdam, wel?). Rare flits.
De volgende dag stond ik op een trein te wachten en op het perron tegenover mij stond zij. Ik wuifde niet, zij ook niet. Met een half geërgerde blik liep zij naar een wachtkamer. Het is het laatste dat ik ooit van haar gezien heb.
In het kraakpand waar zij ongetwijfeld logeerde en waar de radio aangestaan kan hebben op de Frequentie van toen moest de avond tevoren vast het toestel uit bij mijn afkondiging.
Ach, op een mooie dag…


Carole King kan haar eigen werk wel vlot doen. One fine day, 1980.

Hadden we nog iets over iktijdperk?