Het loopt tegen de twintig jaar geleden aan dat ik een lang gesprek had met een vrouw die over nieuwe leden voor de Partij voor de Dieren ging.
Ik vond en vind het idee, de emancipatiegedachte zoals geschreven in Animal liberation van Peter Singer, uitstekend, en als er ergens zaakwaarnemerschap gepast en gewenst is dan geldt dit voor dieren.
Maar “rechten voor dieren”, vond en vind ik een moeilijke zaak. Het recht geldt bij uitstek tussen mensen onderling en tegenover rechten staan ook plichten.
En bij uitbreiding is er het idee van rechten voor de natuur. Enerzijds voel ik wel sterk voor zoiets als “rechten voor de Maas” en dergelijke, maar hier is een spirituele, laat ik het woord toch eens gebruiken, lading achter waar ik mij niet aan ga bezondigen in dit geval.
Er was al de oudere strijd “Laat de rivier leven”, La elva leve, hier ging het niet alleen om de rivier de Alta maar ook om de oorspronkelijke bevolking van Noord-Scandinavië, de Sami, wier rechten geschonden werden en worden door een hydro-elektrische centrale die er toch moest komen. Als ik er het een en ander over opzoek op het net kom ik niet de Nederlandse brochure uitgegeven door een makker van het Fort van Sjakoo tegen, maar wel zowaar dit lied, van Julie Felix nog wel.
Rechten voor “de natuur” zullen altijd of misschien bijna altijd rechten voor en van mensen zijn. Maar ik ben geen jurist en hoef dat ook niet te zijn om te merken dat er allerlei opvattingen aan het schuiven zijn over planten, landschappen en de natuur in het algemeen.
Het stikstofdossier laat goed het belang zien van een concept als ‘rechten van de natuur’. Jessica den Outer, internationaal milieujurist en net als Laura Burgers [klimaatrechtspecialiste Universiteit van Amsterdam] expert in het United Nations Harmony with Nature netwerk, schetst het patroon waar we in onze maatschappij zo moeilijk uit komen: “Er is een mechanisme aan de gang waardoor de economische belangen continu de overhand krijgen. We hebben wel regels en beleid om de natuur te beschermen maar toch delft de natuur vrijwel altijd het onderspit. Of we verplaatsen de problemen naar andere landen of naar toekomstige generaties. De stem van de natuur wordt in de afwegingen onvoldoende gehoord.”(…)
“In het Burgerlijk Wetboek,” [zegt] Burgers, “staat nu opgesomd wie hier als rechtspersoon gelden: mensen, organen van de Staat, provinciën, bedrijven, stichtingen… Daar zou je aan kunnen toevoegen: én de natuur. Dat zou alle rechtsgebieden raken. Het recht op een schoon milieu kun je dan zó interpreteren dat niet alleen mensen dit recht hebben, maar ook planten en dieren. En het artikel over onrechtmatige daad opent met: ‘Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt…’ Die ander, dat kunnen dan ook rivieren zijn, of planten en dieren.”
Er zijn landen waar ecocide in de grondwet is opgenomen als omschrijving van de rechten van de natuur.
Ik hoop van harte dat deze nieuwe lichting juristen kan waarmaken dat dit waardige zaakwaarnemerschap van de grond komt en een hoge vlucht kan nemen.
(En wordt het tijd voor een Partij voor de Planten, waar Arjen Mulder het over heeft, of kan de Partij voor de Dieren dat er ook “even” bij doen?)
– Uitgelichte afbeelding: videostill