Nederlandse universiteiten blijken geen linkse bolwerken te zijn, waar rechtse meningen niet aan bod komen. Bedreigingen voor de akademische vrijheid zijn er wel degelijk, maar die blijken afkomstig van overheid en bedrijfsleven.
Dat blijkt uit een onderzoek van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). De Tweede Kamer had om dat onderzoek gevraagd nadat het (toenmalige) VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg zei signalen te hebben opgevangen dat rechtse wetenschappers het maar moeilijk hebben op universiteiten en hogescholen. Op wens van een kamermeerderheid gaf Minister Bussemaker de KNAW opdracht te onderzoeken of er inderdaad sprake is van het systematisch marginaliseren van rechtse wetenschappers. De KNAW concludeert dat de akademische vrijheid inderdaad onder druk staat, maar dat dit vooral een gevolg is van de druk die het bedrijfsleven en de overheid op het hoger onderwijs uitoefenen.
Wel vestigt de KNAW de aandacht op het probleem dat er sprake is van steeds meer overheidssturing op het gebied van onderzoek. Ze verwijst daarbij bijvoorbeeld naar de Nationale Wetenschapsagenda, waarbij de samenleving ‘sturing geeft aan de onderzoeksvragen, de focus van het wetenschappelijk onderzoek en de diversiteit van perspectieven’. ‘Deze sturing betekent ook een zekere beperking van de academische vrijheid,’ concludeert zij.
Daarnaast wijst de KNAW er op dat universiteiten steeds meer projectfinanciering uit het bedrijfsleven proberen te halen: ‘De onafhankelijkheid en academische vrijheid kunnen worden belemmerd als de onderzoeker een grote bemoeienis toelaat van de opdrachtgever met de werkwijze, interpretatie en publicatie van de resultaten’.
Conclusie: de akademische vrijheid wordt niet bedreigd door ‘links’, maar door het bedrijfsleven en de valorisatie-agenda van de overheid.
Benieuwd hoe het kamerlid – inmiddels voorzitter VSNU – reageert op deze conclusie. Te hoop lopen tegen invloed bedrijfsleven op universiteiten lijkt me gepast
— Jasper Blom (@jasperblom_eu) March 13, 2018
Bron: Folia