Occupy: tijd voor andere aanpak

Occupy-actiekampen in Nederland hebben het momenteel niet makkelijk. Pressie vanuit gemeentebesturen, rechtse agitatie tegen Occupy, nachtelijk bezoek van dronken en opgefokt uitgaansbezoek met bijbehorende vernielingen… Occupy staat stevig onder druk. Pogingen vanuit Occupy zelf om bredere aandacht te zoeken met publieksgerichte acties slagen maar in beperkte mate. Het is tijd voor een andere koers. Minder gericht op kamperen-tot-iedere prijs. Meer gericht op breder gedragen, drukverhogende acties.

Aanvankelijk had Occupy ook in Nederland wind mee. Twee kampen, op het Malieveld in Den Haag en op het Beursplein in Amsterdam, werden de aftrap voor een hele reeks van Occupy-acties. In de ene plaats na de andere verschenen tentenkampen: Rotterdam,Utrecht, Groningen, Eindhoven, Tilburg, Arnhem, zelfs Baarn. Waar kamperen geen optie bleek, waren andere activiteiten opgezet. Er leek zelfs eventjes sprake van Occupy Ameland. Maar dat bleek misleiding: iemand had de naam ‘Occupy’ als aandachtstrekker gebruikte om een festival van wat publiciteit te voorzien. Geen Occupy Ameland dus… maar het laat wel zien hoe breed de weerklank van het begrip ‘Occupy´ inmiddels was geworden.

Maar, terwijl het aantal kampen nog groeide, hadden bestaande kampen het niet makkelijk. In Amsterdam kwamen al snel verhalen van onderlinge problemen: sommigen namen deel vanwege de actie, voor anderen was Occupy eerder een gelegenheid om een feestje te bouwen, waar drank en ander spul aan te pas kwamen. Er werd gerept van een af en toe onprettige sfeer. Vergelijkbare dingen speelden op kleinere schaal ook elders.

Belangrijker was de druk vanuit nachtelijk uitgaanspubliek. Agressie en vernielingen waren geen uitzondering. Alleen al in Tilburg hebben we te maken gehad met tenten die ondergeplast zijn, tenten die vernield zijn, voorwerpen die naar het kamp zijn gegooid, een plastic urinoir dat op een – gelukkig lege! – tent is gegooid. Al snel ging heel veel van onze aandacht uit naar het garanderen van enige veiligheid. Mensen liepen wacht ‘s nachts. Degenen die kampeerden konden vaak pas tegen de ochtend gaan slapen, waardoor ze overdag natuurlijjk niet echt bij machte waren om het kamp van een publieksgerichte uitstraling te voorzien. Andere mensen sprongen in, maar het bleef moeizaam. Van een permanente demonstratie, en springplank naar bredere uitstraling en meer acties, veranderde het actiekamp in Tilburg vrij snel in een doel op zich. Bijna alles draaide om het overeind houden van het kampement. Gelukkig hebben we, door met name op zaterdag acties in de binnenstad te houden, iets van de publieksgerichte rol van Occupy op gang weten te houden. Eenvoudig was het niet. Uit andere steden zijn ongetwijfeld soortgelijke verhalen te vertellen.

En intussen begon de tegenwerking vanuit stadsbesturen en rechtse politici toe te nemen. Inmiddels staat bijvoorbeeld Amsterdam onder zware druk van burgemeester Van der Laan om het kamp flink te verkleinen. Eerder maakte hij al duidelijk dat hij het kamp graag naar een andere plek, buiten het winkelcentrum, zag vertrekken. Occupy Eindhoven heeft haar kamp daadwerkelijk moeten verplaatsen, van het Clausplein naar een plek bij het station, onder dreiging van ontruiming.

Rechts maakte al stemming in Rotterdam, waar Leefbaar Rotterdam de burgemeester vroeg of het Occupy-kamp niet eens beëindigd moest worden, gelukkiog zonder resultaat. In Tilburg heeft de gemeenteraadsfractie van Trots gevraagd “wie opdraait voor de de dranghekken en toiletten.” Daar wil ik wel op antwoorden: de toiletten zijn door Occupy zelf geregeld en worden dus door ons betaald. Dranghekken stonden er aanvankelijk niet, en zijn pas geplaatst nádat er herhaaldelijk agressie en vernieling was geweest, gericht tegen het kamp en haar bewoners. Blijkbaar is Trots alleen voorstander van ‘veiligheid’ als het niet gaat om veiligheid van actievoerders waaraan Trots een hekel heeft.

Een aanverwante vorm van stemmingmakerij kwam vanuit studentenclub Olof: drie leden van die club haalden een paar dozijn handtekeningen op tegen het Occupy-kamp. Ze vinden de actievoerders “profiteurs. Als je de hele dag kunt zitten, wie zorgt er dan dat de economie blijft draaien.” Bespottelijk argument. In de eerste plaats komen nogal wat Occupyers een dagdeel, geen hele dag – omdat ze eerst naar hun werk of school gaan. Ja, sommigen van ons hebben geen baan. Maar dat was ook al zo voordat we Occupy op gang brachten, dus het aanwezig zijn op het kamp maakt voor het gaande houden van de economie niets uit. Dan heb ik het nog niet eens over de vraag of déze economie nu wel zo waard is om koste wat kost op gang gehouden te worden door loonslavernij, van Occupyers en vanuit anderen 99-procenters.

Zowel bestuurlijke druk als rechtse stemmingmakerij zijn vervelend, al moet ik om de Olof-actie vooral ook meewarig lachen. Daat studeren ze dan voor… om met zulke holle argumenten aan te komen, waarmee ze dan ook nog vrijwel niemand bereiken… Beide zaken – gemeentedruk en stemmingmakerij – zijn ergens ook een compliment voor Occupy! De kampen houden het week na week vol, de uitdaging die we bieden tegen de macht van het grote geld gaat dus niet zomaar weg wegens slecht weer of demotivatie van actievoerders. Dáárom wordt de druk nu opgevoerd. Het is geen teken van zwakte van Occupy, het is een teken van ook door tegenstanders waargenomen krácht.

Maar Occupy slaagt er helemaal niet goed in om die kracht werkelijk effectief te gebruiken. Jazeker, er zijn acties. Maar het kost – vanwege de druk waaronder de kampen staan – grote moeite om ze ook maar enigszins op de rails te krijgen. En ze trekken heel weinig deelname van buiten Occupy zelf. Alweer kan Tilburg als illustratie dienen. Eerste manifestatie, 29 oktober: rond 60 deelnemers. Eerste optocht, een week later, op de dag dat het kamp werd opgezet: iets van 30 tot 35 deelnemers. Tweede optocht, twee weken later: 20 mensen die meeliepen. Derde optocht, gisteren, een mooi vormgegeven symbolische rouwstoet voor de zorg: negen deelnemers, volgens het Brabants Dagblad (ik kon er zelf niet bij zijn helaas). Dat is geen stijgende lijn, hoe je het ook wendt of keert.

Deel van de reden is de kamp-sores die ik boven uiteenzette. Die draagt er toe bij dat er onvoldoende energie resteert om een actie niet alleen voor te bereiden, maar ook van een effectieve golf van publiciteit te voorzien. De acties maken vooral deelnemers – vaak mensen die deze maanden voor het eerst aan het demonstreren zijn geslagen of het vele jaren niet meer hebben gedaan – erg enthousiast. Maar ze brengen niet veel op gang buiten het Occupy-wereldje zelf.

Toch zou dat wel de inzet moeten zijn, en volgens mij zijn grotere demonstraties beslist mogelijk ook. Ze zijn nodig om het passieve draagvlak dat we waarnemen om te helpen zetten in activiteit, in effectieve druk tot verandering. Om dat te doen zijn enkele dingen belangrijk. Allereerst is het zaak dat we onderkennen hoe vér we al zijn, hoe véél er al is bereikt. Het idee achter Occupy – er moet iets gedaan worden tegen de oppermacht van het grote geld, de banken etcetera – heeft meerderheidssteun. Zelfs tegenstanders erkennen dat Occupy ‘een punt’ heeft. Eén van de Olof-studenten van het zojuist genoemde anti-Occupy protestje zegt: “Dat ze protesteren is goed, waar ze tegen zijn snappen we”. Waarom hij vervolgens vindt dat het “lang genoeg geduurd heeft” blijft enigszins mysterieus, maar dat is een ander onderwerp. Het doet er hier niet toe of hij zijn begrip voor Occupy meent of niet. Het gaat erom dat zelfs tegenstanders zich genoodzaakt zien lippendienst te betuigen aan het ‘punt’ dat we maken. Dat wijst op breed levende steun en sympathie,waar ook tegenstanders niet zomaar dwars tegenin willen gaan.

Het is een steun die mensen van ons nogal eens onderschatten. Occupyers zelf roepen tijdens actie nogal eens ‘wakey wakey’, zoiets als : “wakker worden!” Voor zover dat bedoeld is om mensen in actie te krijgen, is dat goed. Maar soms lijkt het idee onder Occupyers te leven dat de ‘gewone mensen’, de ‘massa’ werkelijk slaapt, werkelijk niet door heeft wat er gaande is, passief alles maar accepteert. Niet alleen zit daar iets elitairs in, zo van: wij zijn de verlichte minderheid, en we moeten het domme volk onderrichten… Alsof we zelf een soort één procent zijn, in plaats van gewoon een onderdeel van die 99 procent. Ik geloof ook dat het idee dat ‘het volk slaapt’ een nodeloos pessimistisch beeld is; geloof in dat beeld vergroot ons gevoel van isolement nodeloos.

In werkelijkheid zijn veel mensen klaar wakker: natúúrlijk is het grote geld veel te machtig, natúúrlijk deugen de prioriteiten – banken redden, zorg verwaarlozen – niet, natúúrlijk moet het anders. Mensen die een praatje maken bij het Occupy-kamp te Tilburg erkennen dat grif. Hun vraag is vaak: maar hoe bereik je dat? Ons antwoord: door het punt te maken, door discussie aan te moedigen en aandacht te trekken. So far, so good, maar daarmee is de noodzakelijke druk – tegen een zeer machtig establishment, een macht die niet gaat wijken voor wat tentenkampen met hier en daar tientallen deelnemers – nog niet opgebouwd. In plaats van dat we mensen ‘wakker schudden’ zouden we vooral de vele mensen die allang wakker zijn, in beweging moeten helpen komen – met actievormen waar ze makkelijk zelf een rol in kunnen spelen. Langdurig kamperen is niet ieders ding. Deelnemen aan optochten en dergelijke is al veel eenvoudiger. Dáár moet nadruk naar toe.

Tevens zijn verbindingen nodig naar andere strijdtonelen. Occupy klaagt de macht van de één procent de banken, het grote geld, het bijbehorende systeem, in algemene termen aan. Allerlei groepen voeren intussen daadwerkelijk acties tegen de effecten die de macht van het geld en dat systeem op hun levens heeft. Er zijn de stakers in het stadsvervoer, en binnenkort in het onderwijs. Er zijn de mensen van de sociale werkvoorziening die protesteren. Er zijn mensen als Mauro, bedreigd met uitzetting ongeacht hoe lang ze hier al wonen. Er zijn mensen zonder verblijfsvergunning, opgesloten in detentiecentra, wiens protest hardhandig wordt onderdrukt.

Al deze mensen, en al degenen die het voor zulke mensen opnemen, botsen met de logica van een maatschappij waarin menselijkheid ondergeschikt wordt gemaakt aan geldelijk gewin, met de bijbehorende criteria van ‘efficiency’ en dergelijke. De strijd van en voor al deze mensen gaat Occupy dan ook aan! Occupyers zouden naar stakers kunnen toestappen, bijvoorbeeld naar docenten die begin volgend jaar gaan staken; Occupyers zouden aan een demonstratie bij een ‘illegalengevangenis’ – 11 december, Rotterdam, bijvoorbeeld – kunnen deelnemen, noem maar op. Daar kunnen we dan duidelijk maken: Occupy is ook van en voor jullie, Occupy steunt jullie; jullie strijd is ook de onze. Zo kunnen we toewerken om expliciet te maken wat Occupy impliciet al is: een radicale, antikapitalistische beweging.

Meer acties op straat dus, om van passief draagvlak naar actieve deelname te komen. Meer verbindingen met sociale strijd die al plaatsvindt zoeken. Dat zal discussie binnen de Occupy-netwerken vergen. Het zal echter nog iets anders meebrengen: relativering van het belang van de kampen. De kampementen zijn opgestart met een duidelijk idee: een permanente demonstratie opzetten tegen de 1 procent, het grote geld, enzovoorts. Mensen willen méér dan een eenmalige betoging. Tegelijk wil Occupy een stuk publieke ruimte innemen – bezetten, Occupyen- als symbolische uitdaging aan de machthebbers. Dat de kampen doorgaans met een soort van overheidstoestemming plaatsvinden maakt de bezettings-idee voornamelijk symbolisch, maar toch. Tenten opzetten als actievorm tegen het, met name financiële, kapitaal, dat was de gedachte. De kampen zijn tegelijk een ruimte waar gepionierd wordt met een andere, direct-democratische vorm van maatschappelijke ordening, een vleugje schepping van het soort wereld dat we  samen willen. Ook dat maakt de kampen, zoals Jen Schradie in een artikel op Common Dreams laat zien, tot méér dan enkel een plaats voor actievoerders om te overnachten.

Maar waar het actievoeren zo te lijden heeft van de druk om de kampen simpelweg overeind te houden, daar begint het middel van het tentenkamp het doel van de actie in de weg te zitten. Waar alle energie opgaat in de vraag wie er ‘s nachts kan zijn, en wie overdag, daar blijft nauwelijks aandacht over voor de vraag hoe we de komende demonstratie tot een groter succes maken dan de vorige. Optochten worden dan bijna manieren om het kamp te promoten, hetgeen toch een beetje de zaak op zijn kop zet. Scherp gesteld: ik denk dat flinke straatactie, desnoods zonder een permanent kamp, veruit te verkiezen is boven een permanent kamp waar nauwelijks grotere acties uit voortkomen. Van teken van kracht zijn de kampen bezig een blok aan het been te worden.

De druk van staatswege speelt hier ook een rol. Nu gaat het nog om inperking en verplaatsing van kampen, onder dwang. Dat is onacceptabel, maar Occupy is niet sterk genoeg om dit met daadwerkelijk verzet tegen te werken. Dat geldt, vrees ik, nog sterker als het richting totale ontruiming van kampen gaat. Ja, een noodalarm zal dan best enkele tientallen mensen naar de bedreigde tenten brengen. Of de aanwezigen, door te gaan zitten om de tenten, de politie méér dan een half uur vertraging kunnen bezorgen is echter de vraag. Of het vervolgens lukt om een dag later triomfantelijk terug te keren en het kamp weer op te bouwen, is helemaal twijfelachtig. Daar heb je geen tientallen, maar minstens vele honderden actievoerders voor nodig – actievoerders die bereid zijn klappen en arrestatie te riskeren bovendien.

De beweging heeft in Nederland nog niet de omvang en evenmin de politieke scherpte die in bijvoorbeeld de VS tamelijk stevig verzet tegen de ontruimingen die daar in serie plaatsvinden, mogelijk maakt. Nóg niet, dus aan die omvang en scherpte moeten we werken. Maar ik geloof niet dat het veel bijdraagt als we het nú al op daadwerkelijke ontruimingen laten aankomen. Beter is het om heel veel energie te steken in het versterken van Occupy als beweging.

Dat zou best eens kunnen betekenen dat het slim is om actiekampen om te zetten in actieplekken vanwaar we overdag ons geluid onophoudelijk laten horen, maar zónder tenten die ‘s nachts bemenst en bewaakt hoeven te worden. Door zélf die stap te zetten, en niet te wachten tot een overmacht ons dwingt, houdt Occupy de regie over haar ontwikkeling. Door het afbreken van tenten te combineren met het lanceren van zichtbare acties op pleinen en straten – waar dan nieuwe energie voor beschikbaar komt – kan iets dat voelt als een stap terug, meteen worden omgezet in een stap vooruit voor Occupy – een stap vooruit die hard nodig is.

En ooit… wordt het ook weer voorjaar. Als we dan, in aantallen en inhoudelijk, gegroeid zijn, dan komen we gewoon met verdubbelde kracht terug met de tenten als we willen. Maar nu alléén maar stug doorgaan op de huidige koers put de beweging eerder uit dan dat we er sterker van worden. En sterker worden is nodig om de steeds scherper wordende crisis en haar asociale gevolgen zo effectief mogelijk tegemoet te treden.

Verscheen eerder bij peterstormschrijft.wordpress.com. Auteur: Peter Storm.

2 gedachten over “Occupy: tijd voor andere aanpak”

  1. De stapel met ‘Occupy moet anders’-artikelen begint inmiddels toch wel een beetje vervelend te worden. Blijkbaar doet de Occupy-beweging *iets* goed, gezien de hoeveelheid kampen en aandacht over heel de wereld. Alternatieven voorstellen die al tientallen jaren met gematigd tot weinig success worden uitgevoerd door de vele andere groeperingen en bewegingen heeft dan ook erg weinig zin.

    De Occupy-kampen zijn niet slechts een demonstratie, niet slechts een discussie-platform. Tegelijkertijd zijn ze ook real-life-experimenten voor een functionele ‘eerlijke’ gemeenschap, experimenten voor directe democratie, experimenten voor decentrale organisatie, en experimenten voor een maatschappij zonder ‘equal value exchange’ (ruilhandel, valuta, of andere ‘voort wat hoort wat’-systemen). Uiteraard is een onderdeel hiervan het organiseren van de kampen zelf. Dit is niet iets slechts of vervelends, maar een goede mogelijkheid om te experimenteren en leren werken met dit soort systemen.

    Daarnaast is de aanwezigheid van de Occupy-kampen een erg belangrijk iets, voor het geval het systeem zoals het nu bestaat echt in elkaar stort. In plaats van het naar ‘invloedrijke figuren’ stappen voor een oplossing, zullen mensen zich realiseren dat er een plaats is om met medemensen te discussieren en naar een oplossing te zoeken – de Occupy-kampen. Er is min of meer een garantie voor mensen dat er een plaats is die altijd open is, waar mensen gehoord kunnen worden en waar oplossingen gezocht kunnen worden en soms zelfs in de praktijk gebracht kunnen worden.

    De kenmerken van de Occupy-beweging zijn geen zwakheden, maar unieke kenmerken die het onderscheiden van de vele andere bewegingen en organisaties die bestaan. Om het met een vergelijking iets duidelijker te maken: als je naar de electronica-winkel gaat zul je onder andere de keuze hebben uit een ‘normale’ TV, en eentje met Ambilight – de laatste zal duurder zijn. Hoe logisch klinkt het dan om te zeggen dat ‘ de Ambilight-TV maar zonder Ambilight moet zijn zodat hij goedkoper kan zijn’ – daar was immers het goedkope segment al voor. Op dezelfde manier zijn er voor protestmarsen en ‘conventionele demonstraties’ genoeg organisaties die al volgens een dergelijk model werken. Blijkbaar is er iets mis met dat idee, aangezien de aandacht voor de Occupy-beweging vele malen groter is dan die voor vele andere bewegingen en organisaties die het conventionele model al gebruiken.

    Suggesties voor nieuwe ideeen geven is prima, maar als die ideeen neerkomen op ‘doe het zoals het altijd al gedaan is’, zit er wat mij betreft erg weinig waarde in de betreffende discussies.

  2. Eindelijk eens een goed geschreven en realistisch artikel mijn dank hiervoor

    Rotterdamse part time Occupyer 35 jaar lichamelijk zware arbeid geen drugs geen alcohol etc
    De meeste mensen van Occupy die ik ontmoet heb en ook mensen uit het publiek hebben er voor gezorgd dat mijn vertrouwen in de mensheid weer terugkeerde. En als de huidige bestuurders vervangen zouden worden door mensen met een hart inplaats van een ikke ikke wij mentaliteit dan zou ook mijn vertrouwen hersteld zijn in een eerlijke rechtvaardige maatschappij zoals weleer het geval was .
    De oplossing is heel simpel het terugdraaien van de privatisering daar is de downfall begonnen
    Bestuurders die niet meer de verantwoording wilde dragen en dachten dat privaatbedrijven wel verantwoording gevoel zouden tonen . Aan de verkoop van overheids bedrijven is veel geld verdiend en nog steeds Het Nederland volk stond vanaf toen bloot aan elke bestuurder manager magnaat die zijn zakken wou vullen! Het bestelen is toen echt begonnen wat bij nu overgegaan is in afpersing en ook het wordt terroriseren schuw ik niet democratie m`n laars de enige reden dat we een tweede en eerste kamer hebben is om de illusie van een democratie in stand te houden
    Voorbeelden? Euro en Europees parlement een triljoenen verslindend apparaat gelijk het Romeinse lusthof buitensporige salarissen van topambtenaren eu en landelijk overgoten met een saus bonussen waar heel wat gezinnen van zouden kunnen rondkomen afgerond met gouden handdrukken allemaal ongevraagd gepakt uit onze gemeenschappelijke schatkist gevuld door ons allen ook de mensen die buiten hun schuld werkloos of nood behoeftig geworden zijn hebben hier aan mee geholpen deze te vullen
    Wat Occupy zou moeten doen is een lijst maken van alle personen die zich aantoonbaar schuldig gemaakt hebben aan handelen met voorkennis fraude machtsmisbruik etc deze stuk voor stuk aanklagen alzo publiekelijk aan de kaak stellen
    de mensen laten zien wie verantwoordelijk zijn voor deze wanorde en malaise En dat is toch echt de politici van toen en nu volksvertegenwoordigers met eigenbelangen ten koste van de mensen die ze
    gezworen hebben te beschermen en te dienen! Deze lieden ontdoen van hun onverdiende welvaart en en dit storten in een noodfonds voor mensen die het echt nodig hebben

    Laten zien waar de ergste parasieten zitten en geloof me mensen die vind je in de top laag van de maatschappij niet onderin
    Zoveel mensen die beweren dat ze hard moeten werken en die uitkerings gerechten minachten
    Ik wil deze mensen eens mijn werk zien doen , en kijken hoelang het duurt voor ze zichzelf ziek melden
    Begrijpelijk maar niet iedereen die werkt hoeft dezelfde prestatie te leveren
    Maar juist de overgewaardeerden roepen tegen een Occupuyer ga werken Als er zoveel mensen meer zouden zijn met de mentaliteit van de gemiddelde Occupyer dan hadden we deze problemen die ons allemaal teisteren niet gehad Denk hier maar eens over na of kom praten op Rotterdam beursplein
    discuseer mee en vertel je bezwaren ook als je het niet met ons eens bent ga ik graag de discussie aan let wel een gesprek geen scheldpartij

    Martin

Reacties zijn gesloten.