Ze zit gehurkt hard te huilen op de brug, telefoon bij de hand maar of ze iemand spreekt is niet duidelijk. Iedere passant (het is spitsuur) negeert haar. Wij besluiten naar haar toe te gaan om te vragen wat er is. Maar ze is al opgestaan, blijkt blonde dreadlocks te hebben en loopt nog te snikken.
Geliefde vraagt wat er aan de hand is (kan zij beter doen dan ik).
Ze blijkt Pools, eigenlijk was dat op de een of andere manier wel aan haar te zien. Ze moet naar een politiebureau, is beroofd van portemonnee en paspoort en daar staat ze dan. Tegenover het hoofdbureau.
Daar heeft men haar een kaartje met uitgetekende route naar het dichtstbijzijnde politiebureau gegeven. Nee, ze zijn er niet om te helpen in haar geval.
Het bureau op de Lijnbaansgracht is grondig verbouwd tot iets wat duidelijk geen politiebureau meer is, al heb ik geen idee wat wel. Het bureau op het Leidseplein is al jaren een internationaal befaamd drugshol. De kop van de Nieuwezijds, dicht bij het Centraal Station, daar moet ze wezen.
Geliefde drukt haar een tientje in de hand voor de tram erheen, de lange tocht door de binnenstad zou te veel kunnen zijn. Dan bedenken we dat er op de tram alleen nog maar gepind kan worden en ze heeft geen portemonnee meer.
Lief loopt naar de halte en stelt voor dat ze dan voor haar pint. Dat doet ze bij de volgende tram, die de deuren meteen sluit zodat Lief een halte wordt meegevoerd tegen haar zin. We hopen maar dat het Poolse meisje bij het bureau terecht kon en dat het bureau geen negen-tot-vijf-kantooruren aanhoudt want dan is het daarvoor alweer te laat.
Terwijl ik buiten sta te wachten op de brug overvalt mij plotseling een vlaag van woede over de zich anarchist wanende poseurs die speciaal Pyt en mij wilden belasteren onder veel gebrul via het ordinaire roddelblaadje Konfrontatie, via Veestboek en eigen sites. Speciaal Peter Storm, wiens stukken meer dan tien jaar lang op deze site zijn opgenomen, maar hij weet het zeker: Pyt is een vriend van de NAVO, en ik van de politie. Ik weet de CPN-achtige logica achter de redenering niet, heb het laster- en smaadstuk maar vluchtig doorgenomen. Het zal er om gaan dat ik het scanderen van “All cops are bastards” op de godvergeten Werengouw in Nieuwendam met gepaste ironie had benaderd. “Leve de anarchie” of zoiets had ook weerklonken op de Werengouw.
Ik werkte ergens in de Haarlemmermeer toen een hard huilend meisje naar de halte toeliep waarvandaan ik huiswaarts zou keren. Ze had een flinke wond aan haar wang. Een jongedame wilde haar tasje stelen op de vorige halte en toen dat niet lukte trok de overvalster een mes en gaf een jaap over haar gezicht. Ze dwaalde, van streek, rond vervolgens.
Ik begeleidde haar naar het politiebureau op Schiphol, waar men haar vriendelijk opving. “Zo krijg ik nooit verkering” huilde ze, “met dit gezicht”. “Wie zo redeneert is je niet waard,” zei ik ten afscheid.
Wie gemakshalve volhoudt dat iedere smeris een rotzak is, is wat mij betreft de grootste klootzak. Daar laat ik het bij.
– Uitgelichte afbeelding: Door Jan Goedeljee – View this work on the website of Erfgoed Leiden en Omstreken, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=54303968