De zogenaamde ‘migrantencrisis’ is een veelzijdig verschijnsel, maar het werd zelden diepgaand bestudeerd. Het dominante commentaar beschrijft de bevolkingsstromen en de dilemma’s die deze met zich meebrengen. Ze zwijgen echter over de kracht van de mechanismen die aan de basis liggen en over de oorzakelijke relatie tussen armoede en migratie. Migratie wordt geduwd door de slechte ruilverhoudingen in de wereld, door een systeem waarvan rijke landen de begunstigden zijn.
Om deze analyse te beginnen kan men een merkwaardige paradox vaststellen. Diegenen die huiveren voor de migratiestromen zien geen graten in wat de Franse militaire aanwezigheid in Afrika doet noch in het feit dat de Franse bedrijven er de lakens uitdelen. Deze houding is fascinerend omdat het een wereldbeeld weergeeft waar sommige genieten van privilegies, die gebaseerd zijn op ras, klimaat of noorderbreedte. Deze relaties tussen Frankrijk en zijn voormalige Afrikaanse kolonies hebben in feite niets van een correcte samenwerking tussen soevereine staten. De koloniale geschiedenis heeft een netwerk van afhankelijkheid geweven waarin veel Afrikaanse landen opgesloten zitten.
– Lees verder bij de bron, Uitpers