Namen waarop de Nederlandse cultuur (mede) rust

simon-stevin
Simon Stevin, die de wetenschap Nederlands heeft doen spreken, een werk dat hem inmiddels ontnomen wordt

De keuze werd beperkt door de uitgeefmogelijkheid, maar verder is het een monument van waarachtig progressief patriottisme – de verzameling portretten door Annie Verschoor (*) en haar gade Jan Romein, samengesteld in 1938: Erflaters van onze beschaving. In sombere tijden van crisis en opkomend fascisme stelden de in schijn niet-meer-leden van de communistische partij een verzameling mensen uit het verleden op die “Nederland” gemaakt hebben. Nu wordt zo’n lijst vooral ook bepaald door de namen die je er in mist: voor de zeventiende eeuw had er toch echt wel Anna Maria van Schuurman, “het wonder van haar tijd”, de eerste studente en dus gekwalificeerd geleerde van de Noordelijke Nederlanden, bij gemoeten. Coen, De Geer en De Ruyter kunnen geen erflaters zijn die mooie gevoelens oproepen, en naast Schuurman waren er nog wel andere namen te bedenken in hun plaats. Maar erflaters van een beschaving die bijvoorbeeld “een” Wilders heeft voortgebracht zijn die drie natuurlijk wel.
En er hadden toch wel wat meer vrouwelijke namen bij gekund, er is er maar een – Aletta Jacobs schittert door afwezigheid, een schrijfster/denkster als Carry van Bruggen had er toch ook wel bij gepast. En dan de meer in de tijd nabije natuurwetenschapslieden, Hugo de Vries, Heike Kamerlingh Onnes of een wiskundige als Willem de Sitter? Wie zegt u? Kijk, dat is het hem nu. Bekijk de lijst van vertegenwoordigde personen.

Filips van Leiden, circa 1325-1382 De eerste regent
Geert Groote, 1340-1384* De laatste middeleeuwer
Jeroen Bosch, circa 1450-1516* Meester der duisternis
Desiderius Erasmus, 1469-1536 Prediker der rede
Willem van Oranje, 1533-1584 De bevrijder
Filips van Marnix, 1540-1598 De intellectueel in de politiek
Johan van Oldenbarnevelt, 1547-1619 Hollands advocaat
Simon Stevin, 1548-1620* Wonder en is gheen wonder

Jan Pietersz. Sweelinck, 1562-1621* Amsterdams organist en Europees muziekmeester
Huig de Groot, 1583-1645 Het Delfts orakel
Jan Pietersz. Coen, 1587-1629* Couste que couste
Louis de Geer, 1587-1652 De koning der kooplieden
Joost van den Vondel, 1587-1679 De prins der poëten
Rembrandt van Rijn, 1606-1669* Kunstenaar en burger
Michiel Adriaensz. de Ruyter, 1607-1676* Der Staten rechterhand
Johan de Witt, 1625-1672 Ruwaard der vrijheid
Christiaen Huygens, 1629-1695* Ontdekker der waarschijnlijkheid
Benedictus Spinoza, 1632-1677 De godloze godzoeker

Jan Swammerdam, 1637-1680* Martelaar der wetenschap
Herman Boerhaave, 1668-1738* Virtuoos der wetenschap
Frans Hemsterhuis, 1721-1790 De filosoof van de ziel
Elizabeth Wolff-Bekker, 1738-1804* Eva’s tweede appel
Joan Derk van der Capellen, 1741-1784 De tribuun der burgerij
Willem Bilderdijk, 1756-1831* Gefnuikt genie
Gijsbert Karel van Hogendorp, 1762-1834 Lof der eerzucht
Willem de Eerste, 1772-1843 Koning-koopman

Johan Rudolf Thorbecke, 1798-1872 Politicus zonder frase
Franciscus Cornelis Donders, 1818-1889* Specialist tegen wil en dank
Eduard Douwes Dekker, 1820-1887* Een zaaier ging uit om te zaaien
Conrad Busken Huet, 1826-1886* Schrijver van beroep en roeping
Abraham Kuyper, 1837-1920 De klokkenist der kleine luyden
Herman Schaepman, 1844-1903 ’s Pausen Zwitser
Ferdinand Domela Nieuwenhuis, 1846-1919 De apostel der arbeiders
Vincent van Gogh, 1853-1890* Meester der menselijkheid
Hendrik Petrus Berlage, 1856-1934 Bouwmeester der beurs
Herman Gorter, 1864-1927* Dichter van Holland en het socialisme

De blokken gaan per een of meer eeuwen, ze eindigen dicht bij het jaar van verschijnen. Dat er geen toen nog levende figuren in voorkomen is te billijken – Johan Huizinga zou er namelijk anders ook goed in gepast hebben, om maar een naam te noemen.
De biografische schets van Domela Nieuwenhuis is bar en boos: Jan Romein had de pest aan anarchisten en dat stak hij ook hier niet onder stoelen of banken. Omdat zijn geest nog rondwaarde in de faculteit waar ik alumnus van ben zal ik hem niet met gelijke munt terugbetalen: ik spuw niet in de bron waaruit ik gedronken heb. Dat de naam van Geert Grote niet goed gespeld is, allez…
En u hoeft niet de pil met fraaie stofomslag meer tot u te nemen, de hele tekst is online te lezen.

Met de tekortkomingen zoals ik die al heel summier gemeld heb is dit toch een lijst van Nederlandse mensen die aan de cultuur hebben bijgedragen. Veel van die namen zijn te groot voor het enkele Nederland van nu, tot en met die schilder die een museum aan zich gewijd heeft gekregen waarvoor dagelijks een enorme rij wachtenden staat. En die naam kent de gemiddelde schreeuwer over “onze cultuur” wel, net als Rembrandt, de man zonder achternaam. Maar verder?

Ik noem de verzameling vanwege de onophoudelijke uiting dat “onze cultuur” bedreigd wordt. Dan gaat het over zwarte piet, en die hoort bij die cultuur net als Delfts blauw, molens, kaas, tulpen en klompen. De culturele armoede die van zulke uitingen afstraalt roept allerlei vragen op die hier nu niet gesteld laat staan beantwoord worden. Daarover later.

1 gedachte over “Namen waarop de Nederlandse cultuur (mede) rust”

  1. Pingback: Weer een mijlpaal: de allochtoon afgeschaft, de migrant in dienst gesteld | Krapuul

Reacties zijn gesloten.