Een klassiek gazon heeft nauwelijks natuurwaarde. Meestal wordt het ingezaaid met een paar grassoorten die goed tegen het vele maaien en platlopen kunnen. Steekt een bloem zijn kop op, dan wordt die er vaak zo snel mogelijk uitgestoken. Geen nectar dus, geen insecten, nauwelijks bodemleven, kortom: een soort groene woestijn.
Maai minder en maak een mini-jungle waar kevers en sprinkhanen ronddwalen. Waar mussen en putters zich laven aan graszaad. Waar de merel dikke pieren uit de grond sleurt. Waar wilde bloemen uit zichzelf opkomen, na verloop van tijd. Die leveren nectar voor vlinders en andere insecten en in de uitgebloeide bloemstengels overwinteren wilde bijen. Op hun beurt weer voedsel voor vogels die insecten eten, zoals roodborstjes. Het is moeilijk, zeker in het begin, maar probeer het grasmaaien tot de late zomer te weerstaan. Is dat te gortig, dan zijn er ook minder rigoureuze mogelijkheden.
– Lees verder bij de bron
– Uitgelichte afbeelding: Uitgelichte afbeelding: Door JrPol – Eigen werk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=40108812