Mei 1968, het was voor mij de maand waarin ik het mondeling examen aflegde voor gymnasium-alpha. Ik kreeg het diploma op de dag dat De Gaulle even zoek was, weg naar het Franse leger in Duitsland om te vragen of men loyaal was en eventueel zou interveniëren in de revolutionaire woeling. Die toch ten einde liep, de vakantie stond voor de deur. Vreemd Frans fenomeen, met Nuit debout ging het ook zo vorig jaar. Er werden verkiezingen uitgeschreven die De Gaulle glansrijk won: wat hij op de straat verloor won hij via de stembus. Al trad hij een jaar later dan toch af en weer een jaar later stierf hij.
Hoe kon Frankrijk in een staat van revolutie verkeren? De vraag werd destijds al veel gesteld, en een kranteartikel “La France s’ennuie” moet dan een sleutel geven. Frankrijk was verveeld, Frankrijk was het zat. Wat? Als verveling en saaiheid een aansporing tot revolutie was zou Nederland zo’n beetje het revolutionairste land van Europa moeten zijn. Gebeurtenissen in drie metropolen spelen een rol in het totstandkomen van “mei 1968”. Dan laat ik de betrokkenheid in Europa en de VS bij “het Zuiden” buiten beschouwing en dat kan eigenlijk niet.
Frankrijk als imperialistische mogendheid had de genocidale oorlog tegen de Algerijnen achter de rug. De aanvoerder van de Vrije Fransen tijdens de bezetting was er als president om er aan te herinneren: hij had een einde moeten maken aan die koloniale oorlog.
De VS voerden oorlog tegen Vietnam, een vorm van dienstplicht door loting moest zorgen voor het kanonnenvoer: op zeker ogenblik een half miljoen soldaten in Vietnam. Onophoudelijke bombardementen en toch konden de VS niet winnen – al duurde het nog tot 1975 dat de laatsten in totale paniek moesten vluchten.
De Duitse Bondsrepubliek kreeg de sjah van Perzië, zoals Iran in die dagen genoemd werd, op bezoek. Bij dit bezoek, waartegen in Berlijn geprotesteerd werd, viel een dode door kogels van de politie, Benno Ohnesorg, 2 juni 1967. Hier de stukken die ik er op Krapuul aan gewijd heb vanwege de vijftigste verjaardag.
Zelfs of juist ook de Nederlandse pers in de ruime zin van het woord besteedde aandacht aan ontwikkelingen elders op de wereld, en in journalistieke zin, niet propagandistisch. Het is bijna onvoorstelbaar; buitenland? journalistiek? Nee, de troebelen in West-Berlijn werden niet behoorlijk behandeld. Maar ze speelden zich af in de context van de burgerrechtenbeweging en het opkomend verzet tegen de oorlog tegen Vietnam in de VS. Kwam het niet via het nieuws dan kwam het wel via de muziek aan – in de VS zelf, en elders.
Het vooral door studenten gedragen verzet in West-Duitsland tegen een steeds repressiever bewind (“Notstandsgesetze” – de mogelijkheid tot permanente noodtoestand, uitgeroepen door “kleine” nazi’s van ruim twintig jaar eerder) werd steeds sterker, evenals de reactie ertegen. Eerst was er de moord op Martin Luther King, 4 april 1968. U moet zich voor de geest halen dat de opstand die de moord in zwart Noord-Amerika losmaakte zeer plastisch in beeld kwam in journaal en actualiteitenrubrieken. De binnensteden stonden in brand. En dat zou nog een tijd zo blijven. De oorlog tegen en het fysieke neerslaan van de zwarte woede gaat in feite nog steeds door, in de vorm van de opsluitindustrie en de toegestane politiemoorden tegen zwarte burgers. De VS in brand? Ja, zo begon “mei 1968”.
De aanslag op Martin Luther King bracht een Duitse neonazi op het idee dit ook eens uit te proberen. Hij schoot precies een week later de voorman van de Sozialistische Deutsche Studentenbund, Rudi Dutschke, door het hoofd. Dutschke overleefde de aanslag, al zou hij er elf jaar later alsnog aan bezwijken. Deze poging tot moord, na de moord op Ohnesorg, bracht de Duitse studenten volop op straat.
En hier komt het internationalisme in beeld. De demonstratie in Parijs tegen deze aanslag, een solidariteitsverklaring met de Duitse studenten, werd gewelddadig in elkaar geramd of desnoods geschoten door de oproerpolitie. En nee, Links Frankrijk laat zich niet gemakkelijk “doen” om het even op zijn Gents te zeggen. Van de knuppel- en schietpartij kwamen de vervolgdemonstraties met repressie, de bezettingen van universiteiten en culturele instellingen, en vervolgens sprong de vonk over naar “de arbeidersklasse”. Bezettingen en stakingen, tenslotte van tien miljoen arbeiders (zo mocht men toen nog heten). Had het in Frankrijk een revolutie, in de zin van een breken van de macht van de regering kunnen worden? Als dat zo was zou het gebeurd zijn, lijkt de enige conclusie. Afgezien van de vraag of socialisme in één land dan plotseling wel zou hebben gekund.
De grote vakbonden sloten een akkoord (het verraad van Grenelle) dat voordelen voor de werkende klasse binnenhaalde zonder verder de machtsverhoudingen in gevaar te brengen. De Gaulle ging en kwam terug, vroeg een nieuw mandaat, kreeg het en het werd vakantietijd. Eind juni was de beweging tot stilstand gekomen.
“Mei 1968” is in Frankrijk, en voor wie meeleefde daarbuiten, een bijzondere ervaring geweest. Daar valt niet aan te twijfelen. Voor menigeen was het een breuk in de geschiedenis. De geest is weggeëbd op den duur, vervangen in het brede rechtse tegenoffensief, dat in Frankrijk geleid werd door communistische spijtoptanten die zich “nieuwe filosofen” noemden. Dat was de manier waarop de neoliberale contrarevolutie in Frankrijk vorm kreeg. Een nederfascistje als Thierry Baudet spiegelt zich aan een van die lui, Bernard-Henri Lévy, al is hij nou niet direct de intellectueel waarvoor BHL nog wel kan doorgaan.
In mei 1968 was er op de Franse barricaden niemand die gehoord had van of interesse had in de Frankfurter Schule. Toen zoals nu had Frankrijk zijn eigen denkers – en in die dagen was dat bovenal Sartre. Over die man hoor je nooit meer van de cultuurmarxisme-ideologen. Ze zijn het Frans niet machtig (Baudet wel, maar Sartre past niet in zijn agenda, die was niet joods).
Ik schrijf dit Bob Ross-portret van mei ’68 zonder de illusie te hebben ook maar een van die fascistische of fascistoïde ideologen stil te krijgen.
Laat ze hier maar op kauwen.
O ja, en in Nederland gebeurde niets. Behalve dan de eindexamens.
Pingback: Mei 1968 – een Dubbele Boterham met Kaas | Krapuul
Pingback: Die revolutie wil ik nog steeds: 1968 | Krapuul