May en Corbyn willen hetzelfde: een soeverein Verenigd Koninkrijk

Zowel de Britse premier Theresa May als Labourleider Jeremy Corbyn willen in hun hart geen nieuw referendum. Bij een eerste indruk lijkt dat vreemd. In de Britse politiek heerst een impasse. May’s Brexit-deal is afgeschoten. Geen van de partijen wenst een no deal-Brexit. Geen van de partijen wil de uitkomst van het referendum uit 2016 zomaar aan de kant schuiven. Na het onacceptabele onderhandelingsresultaat tussen de EU en het VK zou een tweede referendum de impasse doorbreken. Wat ligt aan de aarzeling ten grondslag?

May’s en Corbyns weerstand tegen een nieuwe volksraadpleging heeft te maken met hun diepste politieke opvatting over de aard van het Britse land. Ze dromen beiden van soevereiniteit. Weliswaar verschillen hun motieven daarvoor. May verwacht heil van een vrijhandelsstaat. Zonder Brusselse bemoeienis zou ze vrij met iedereen in de wereld vrijhandelsverdragen willen afsluiten. Corbyn daarentegen wil een sociaal VK dat nationalisaties kan doorvoeren en staatssteun kan geven aan bepaalde bedrijvigheid. Een Brussels veto daarop kan hij missen als kiespijn.

Maar die Britse soevereiniteit brengt kosten met zich mee. Sowieso geeft Brexit een economische klap, zeker een harde Brexit kan aankomen. Op termijn zal het overgrote deel van de multinationals niet langer Groot-Brittannië, afgesloten van de grote Europese markt, kiezen als plek voor hun Europese vestiging. Je kunt wel soevereiniteit wensen en nastreven maar feitelijke soevereiniteit moet je kunnen afdwingen.

Er zijn soevereine landen in de wereld. Groot zijn helpt daarbij. Zo is de VS soeverein. Maar specifieke omstandigheden kunnen ook bepalend zijn. IJsland kun je soeverein noemen. Visvangst is er de voornaamste economische bedrijvigheid en voor hun energiebehoefte kunnen de IJslanders rekenen op thermische energie door de vulkanische activiteit aldaar. Doch uitgezonderd IJsland en Rusland is echte soevereiniteit voor de Europese landen slechts een kostbare illusie.

Het idee van soevereiniteit is gebaseerd op nationalisme. Nationalisme zit voor Corbyn als sociaaldemocraat in zijn politieke genen. Eerst de Duitse sociaaldemocraten, gevolgd door de Franse kozen voor de aanvang van WO-I voor nationalistische steun aan een oorlogsbegroting en tegen de internationale solidariteit tussen de arbeiders. Sindsdien is nationalisme onlosmakelijk verweven met de sociaaldemocratie.

Tegenover de sociaaldemocratie steunt rechts op twee varianten. Er is liberaal rechts dat kosmopolitisch het internationale kapitaal steunt. En er is conservatief rechts dat alle heil verwacht van het eigen volk. De Britse Conservatieven – de naam zegt het al – behoren in meerderheid tot de tweede variant. Geregeld echter krijgt bij hen de liberale minderheid, waartoe ex-premier David Cameron te rekenen valt, de overhand met steun van het grote kapitaal.

May en Corbyn horen tot politieke families die in de kern anti-internationalistisch zijn. De EU zijn ze derhalve liever kwijt dan rijk. Daar komt voor Corbyn bij dat hij vrijwel niets aan links beleid kan winnen bij een ‘Remain’. In de EU blijven is vooralsnog accepteren van de status quo.