Links bij Marianne blijft te Frans

Hard neoliberaal Emmanuel Macron en extreemrechtse Marine Le Pen halen het vermoedelijk in de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen, althans volgens de polls. Peilen is overigens missers maken zoals duidelijk is gebleken bij Brexit en bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Zeker wanneer de percentages zo dicht bij elkaar liggen als in het geval van Macron, Le Pen, conservatief rechtse François Fillon en SP-achtige Jean-Luc Mélenchon die in de laatste peilingen respectievelijk 24, 23, 20 en 19 procent scoren.

Bij Mélenchon speelt voorts zijn remonte nog een belangrijke rol. Kiezers die in eerste instantie voor de inmiddels kansloze sociaal-democratische kandidaat Benoît Hamon wilden gaan, kunnen alsnog besluiten hun stem toch maar aan de kansrijkere linkse kandidaat Mélenchon te geven. Dat zou een verrassing voor de tweede ronde kunnen opleveren.

Mitterrand
Maar Mélenchon als president zou het waarschijnlijk nog slechter doen dan François Hollande, de verguisde huidige president van Frankrijk. Hollande verdenk ik niet van een slechte inborst. Hij is eerder een naïeveling. Zijn beloften van vijf jaar geleden waren onmogelijk waar te maken. En dan had hij in tegenstelling tot Mélenchons partij nog de steun van een sterke Parti Socialiste. Na één jaar presidentschap van Hollande schreef ik vier jaar geleden in Hollande, ezel en/of haantje? in een vergelijking tussen Hollande en François Mitterrand:

Toen al was de druk van het internationale kapitaal te sterk voor Frankrijk. Mitterrands politiek was ondoordacht. Inmiddels was de Europese integratie een aardig eind op weg. Stimuleren van de economie door een land werd vooral dankbaar ontvangen door de overige EEG-landen, het zogenaamde weglekeffect trad op. De mogelijkheden om een keynesiaans beleid door een EU-lidstaat te voeren zijn er in de loop der jaren niet groter op geworden, om het mild uit te drukken.

Syriza
Een latere poging tot een linkse koers kennen kennen we van Griekenlands eerste half jaar van de door Syriza gedomineerde regering. Daar is door het internationale kapitaal onder leiding van de trojka rücksichtslos een einde aan gemaakt. De gedwongen beleidsommekeer van de Griekse premier Alexis Tsipras was zeer hardhandig. Maar Hollande’s Frankrijk is op een softere manier eenzelfde lot beschoren geweest. Om nog verdergaande economische malaise te voorkomen is Hollande meegegaan – weliswaar veel verder dan nodig – in neoliberaal beleid. In het publieke geheugen is het wellicht weggezakt maar Hollande poogde aanvankelijk zijn verkiezingsbeloften wel na te komen. Een psychologisch breekpunt destijds was het vertrek met veel tromgeroffel van steracteur Gérard Depardieu uit Frankrijk. Hij pikte de hoge belastingen niet.

Forse belastingen staat Mélenchon eveneens voor. Vanaf een inkomen van €400.000 wordt 90 procent belast. Weliswaar geldt dat slechts voor een kleine groep maar wel een die zeer veel macht heeft. Verder wil hij over EU-verdragen heronderhandelen en de NAVO, de Wereldhandelsorganisatie (WTO), het Internationale Monetaire Fonds (IMF) en de Wereldbank verlaten. Kortom, hij doet alsof Frankrijk nog een wereldmacht is die zich op economisch vlak niets van de rest van de wereld hoeft aan te trekken.

Coalities
Als Hollande al faalde, zal Mélenchon met een veel radicaler programma niets eens een kans krijgen. Nee, links Frankrijk kan het beste proberen in Europa vanaf de basis coalities te smeden, bij voorkeur met links in Duitsland. Wanneer links Frankrijk en links Duitsland gezamenlijke politieke standpunten over met name economische thema’s kunnen bepalen, kan dat een electorale boost geven. Als Frankrijk en Duitsland hun schouders onder een project zetten, zal het grootste deel van Europa ze volgen. Dat is evenwel nog verre toekomstmuziek. De Fransen denken nog steeds te Frans. Voor rechts is dat niet vreemd. Maar van links mag je verwachten dat het zo langzamerhand eindelijk over de eigen nationale grenzen heenkijkt.