Het langzaam uitdovende Nederlands van Willemsoog

Het begint volgens mij met cartografische interesse, en dan speciaal de kaarten die de verspreiding van talen weergaven. Blauwe eilandjes (Germaans!) in Joegoslavië, Roemenië en Hongarije. Een roze eilandje in Noord-Griekenland (Romaans). De amberkleurige rafelrand aan het westen van Europa: Ierland was in hoge mate blauwgekleurd evenals Schotland, Wales en Bretagne waren wel amber. De werkelijkheid was ingewikkelder.

Er was een hoop dat je verteld werd en veel meer dat je niet verteld werd. Ik zat op een school waar men zich waarachtig niet druk maakte om de teloorgang van het Nederlands in Frankrijk, die streek was geheel economisch afhankelijk van het Franstalige gebied in Frankrijk en dus zou je wel gek zijn als je om folkloristische redenen onverstaanbaar wilde blijven (wat wettelijk trouwens niet toegestaan was).
En om Zuid-Afrika hoorde je je al helemaal niet te bekommeren, behalve dan om de apartheid.

Maar er zijn in Nederland en Nederlandstalig België (ik vind het net zo raar dit “Vlaanderen” te noemen als “Holland” tegen Nederland zeggen – partes pro toto waar anderen niet op zitten te wachten) nog wel mensen die zich druk maken om de Vlaamse Westhoek of het Afrikaans. Ik denk dat men daar wel voor zichzelf kan zorgen. En als Nederlands (Afrikaans) vooral bedoeld is om op “de anderen” te schelden dan is daar het gat van de deur wat mij betreft. Maar in Westhoek noch Zuid-Afrika is dit een exclusieve bezigheid. Alleen de foute mensen in Nederland zoeken liefst de fouten daar op.
(Inmiddels is door economische veranderingen het Nederlands trouwens wel belangrijk geworden voor Frans-Vlaanderen, maar het is voor de meeste mensen niet meer de eerste taal, en school-Nederlands is net zo vreemd voor de Vlaamstaligen ter plaatse, zoniet vreemder). Er kan fijntjes op gewezen worden dat in Frankrijk meer mensen Nederlands studeren dan omgekeerd – wat toch wel dieptreurig mag heten. Hetzelfde geldt trouwens m.m. voor Duitsland.

Het Nederlandse nationalisme is nooit irredentistisch geweest. Wilders en de zijnen hebben het wel eens (gehad) over een fusie met “Vlaanderen” maar daar zit geen redelijk mens op te wachten aan beide zijden van de grens. Irredentisme (het streven “onbevrijde” gebieden te verenigen met het “moederland”) over de oostkant van de grens is eigenlijk nog minder bekend of bespreekbaar. Men kan toch moeilijk als feitelijk-zoveelste deelstaat van het Duitse Rijk gaan zaniken over taalgenoten?
Hiermee houdt de vereniging Zannekin zich bezig – nee, ik bedoel het niet woordspelig – maar ik heb zo mijn twijfels (het zou verre van mij zijn er minachtend over te doen want als zovelen in Nederland heb ik “wortels” in wat men de Duitse Nederlanden kan noemen).

Maar er is een tussenweg denkbaar langszij luidtoeterend nationalisme en volkomen onverschilligheid.
In het afgelopen decennium zijn de laatste sprekers van een variant van het Nederlands in Guyana (voormalig Brits-) overleden. Heeft iemand zich druk gemaakt voor het behoud van “het Nederlands” in deze oud-WIC-gewesten? Het is mij ontgaan. Online kunt u kennisnemen van een studie van Het Negerhollands van de Deense Antillen. Geen van beide bestaan nog. De Deense Antillen zijn zonder plichtplegingen verkocht aan de Verenigde Staten van Amerika, met inwoners en al. De taal, gevolg van de Nederlandse slavenhandel, is ook in het begin van deze eeuw onopgemerkt uitgestorven. Dat de sprekers in 1917, toch na de afschaffing van de slavernij, verhandelbaar waren en dat niemand in Nederland of België de alarmklok heeft geluid over het Nederlands op de Maagdeneilanden of in voormalig Brits-Guyana – hoe zou het komen, denkt u?

De Standaard, een van huis uit katholieke redelijk degelijke krant uit België heeft een interview met iemand die promoveert op het dialect van Wilamowice in Silezië. Willems Oog (het lichaamsdeel, niet een eiland) zou de oorspronkelijk Nederlandse naam zijn. Titel van het proefschrift De nakende taaldood van het Wymysojer, een Germaans taaleiland in Zuid-Polen. Er zijn nog zo’n tachtig sprekers van het Wymysojer, wat royaal de taal van stadje wordt genoemd. En – o schrik – promovendus Neels concludeert dat het wel eens Nederlands zou kunnen zijn, wat hier gesproken wordt door hoofdzakelijk tachtigplussers in Wilamowice. Het interview.

Op allerlei plaatsen in Polen wordt een Duits dialect gesproken, soms Hoogduits, soms Nederduits. Als door de druk van de geschiedenis een van die dialecten uitsterft, is dat dan treurig? In totaal gaat het tamelijk goed met het Duits in Polen.
Het enige antwoord is: hangt af van wat men er in te zeggen of te schrijven heeft. De Wymysojer-sprekers hebben zelf besloten er mee te stoppen: als je je taal niet aan de kinderen doorgeeft is het op den duur voorbij.

Wonderlijk: het einde lijkt onvermijdelijk en dan hoor je plotseling dat er “Nederlands” gesproken wordt in een vergeten uithoek van Polen. Gaat er iemand Kamervragen stellen over de nodige subsidie voor een Nederlands cultureel centrum in Wilamowice? Ik ga er niets om verwedden.
En een blauw Oogje op de kaart is het nooit geweest na 1945.