Kunstmest economie

biologisch dynamischInleiding

Zowel in de landbouw als in de economie worden we geconfronteerd met processen die vrijwel ongrijpbaar lijken te zijn. Kwaliteit van veel producten gaat omlaag, terwijl steeds meer en goedkoper geproduceerd wordt. In het belang van de consument zegt men, maar het is de vraag of dit echt in het belang van de consumenten is. In dit stukje probeer ik een dieper liggende samenhang tussen landbouw en economie te beschrijven.

Stikstof in de landbouw

Wanneer in de landbouw de stikstof kunstmatig wordt vastgelegd en als kunstmest wordt toegevoegd, heeft de stikstof niet de juiste invloed op de krachten die op de planten werken. Het gevolg is dat de plant te waterig wordt en kwetsbaar wordt voor ziekten en plagen. Naast onderzoek dat dit aantoont, kunnen we dat proeven in de producten die uit de gangbare landbouw voortkomen.

Geld en economische krachten

Geld heeft een soortgelijke werking in de economie, als de stikstof in de landbouw. Geld is drager van waarden en brengt die waarden in het economisch proces naar de plaatsen waar dat nodig is. Ook in menselijke organisaties heersen krachten. Aan de ene kant bestaat bijvoorbeeld de neiging om te veel vanuit eigen idealen en impulsen te werken (gevolg: te veel kosten) en aan de andere kant bestaat de neiging om te veel de wils-impulsen van de klanten te volgen (gevolg: te lage prijzen). Aan de hand van de prijzen voor producten en diensten, worden met beslissingen binnen een organisatie de krachten in evenwicht gebracht. Kosten en baten moeten in een redelijke verhouding tot elkaar staan, wil een organisatie gezond kunnen functioneren.

Nu is het nog niet zo eenvoudig te doorzien, langs welke wegen het geld zijn waarde eigenlijk krijgt. Schijnbaar door wettelijke maatregelen en bepalingen, maar in de werkelijkheid krijgt het geld zijn waarde, als tegenwaarde, uit het economisch proces zelf. Zolang het geld zijn waarde ontleent aan het economische proces zelf, blijft het gezond en kan het zijn werking in de economie goed uitoefenen. Zodra echter te veel geld in omloop wordt gebracht, gaat de kwaliteit van de waarde omlaag. Wij noemen dat dan inflatie. Je zou ook kunnen zeggen dat het economische proces in dat geval te waterig wordt.


Mensen besturen geld

Wanneer er geld in het economische proces beschikbaar komt, staat dat niet los van mensen. Bepaalde mensen krijgen immers de beschikking over dat geld en anderen niet. Wanneer bijvoorbeeld een regering extra geld laat drukken en daarmee de ambtenaren betaalt, dan wordt het geld anders de economie binnengebracht, dan wanneer de banken extra geld aan bepaalde ondernemers ter beschikking stellen. Nog weer heel anders verloopt het proces, wanneer naar verhouding meer geld in omloop komt doordat bijvoorbeeld de productie in een gebied sterk terugloopt (bijvoorbeeld wanneer een oorlog uitbreekt of een watersnoodramp optreedt). Inflatie (geldontwaarding) of deflatie (het geld wordt meer waard) treedt op wanneer de verhouding tussen de hoeveelheid geld in omloop en de waarde van de producten in omloop verandert. Meer geldwaarde dan productwaarde brengt inflatie en minder geldwaarde dan productwaarde brengt deflatie.


Schijnwaarden

Er kan ook extra geld in omloop komen doordat schijnwaarden kunnen ontstaan in de handel in aandelen en andere rechten. De waarden van dergelijke zaken komen niet echt uit het economisch leven zelf tevoorschijn, maar uit de speculatieve handel in (toekomstige) winst-rechten. De waarden die uit dergelijke processen voortkomen hebben dezelfde werking in de economie, als kunstmest in de landbouw. Op korte termijn kun je het verschil in werking nauwelijks waarnemen, maar op langere termijn verstoren dergelijke waarden het economische proces dusdanig, dat de kwaliteit van het economische proces wordt aangetast. Het gevolg is dat de producten die er uit voortkomen de kwaliteiten missen die wij als mens eigenlijk nodig hebben. Omdat dit al langere tijd gaande is, worden we inderdaad geconfronteerd met tal van producten die kwaliteit missen. Bovendien worden we geconfronteerd met enorme onevenwichtigheden in maatschappelijke verhoudingen, waardoor armoede en rijkdom zo extreem naast elkaar kunnen bestaan.

Beelden uit de biodynamische-landbouw

De beelden uit de biodynamische-landbouw kunnen ons helpen om deze vraagstukken te doorzien en om remedies te vinden waarmee we de vraagstukken te lijf kunnen gaan.

Bijvoorbeeld: “het bedrijf als levend organisme”.

Wanneer we een landbouwbedrijf als levend organisme kunnen zien, kunnen we gevoel ontwikkelen voor de samenhang binnen het geheel. Het groeien en bloeien van plant en dier staan dan niet op zichzelf, maar zijn verweven met elkaar en met het geheel. Er bestaat samenhang tussen tal van zaken. Er zijn kringlopen te ontdekken tussen plant en dier. Wanneer het beter gaat met de dieren, wordt de kwaliteit van de mest beter en worden ook de mogelijkheden van planten om te groeien beter. Daardoor neemt hun voedingskwaliteit toe, waardoor de gezondheid van mensen en dieren ook weer toeneemt.

In deze (bio)logische redenering komt de kwaliteit van de stikstof eigelijk niet voor. Toch speelt deze kwaliteit er een centrale rol in. Juist door het toevoegen van kunstmest komt de kringloop in gevaar en verdwijnt langzaam maar zeker de kwaliteit. Het organische stofgehalte in de bodem neemt geleidelijk af en de bodemstructuur verslechtert.

Organismen in de economie

Ook in de economie kunnen we organismen ontdekken. Niet alleen bestaan er bedrijfsorganismen, maar ook de economie in een regio kan als organisme worden opgevat. Ook dan kunnen we ons voorstellen dat gezonde bedrijven met een goede productkwaliteit positief inwerken op de economie van de regio. Mensen verdienen hun inkomen in dergelijke bedrijven en geven het ook weer uit aan de producten die de bedrijven voortbrengen. Wanneer vreemd geld en/of vreemde producten de regio worden binnengebracht wordt de kringloop verstoord. Ondernemen binnen de regio wordt minder winstgevend, lonen lopen terug en de bestedingen binnen de regio nemen af. We zien eenzelfde negatieve spiraal ontstaan als bij de toepassing van kunstmest.

Overeenkomsten tussen landbouw en economie

Zoals de stikstof gebonden moet blijven aan het leven, zo moet in de economie het geld gebonden blijven aan wils-impulsen van mensen. De stikstof komt op drievoudige wijze gebonden aan levensprocessen de landbouw binnen. Door toevoeging van mest, door het composteren van organisch materiaal en doordat bacteriën de stikstof uit de lucht kunnen binden. Ook bij het geld kunnen we een drievoudige binding ontdekken. Het geld moet namelijk gebonden zijn aan de wils-impulsen van mensen. Deze binding wordt benoemd door de begrippen: koopgeld, leengeld en schenkgeld. Bij koopgeld is de wil gericht op de eigen behoeften. Bij leengeld is de wil gericht op capaciteiten van mensen en bij schenkgeld op het streven van mensen.

We kunnen concluderen dat we in de economie met gelijksoortige vraagstukken te maken hebben als in de landbouw. Het toepassen van niet bedrijfseigen stikstof, anders dan als medicijn heeft op de lange termijn gelijksoortige negatieve consequenties als gebruik van niet wils-gebonden waarde-dragers in het economische proces, anders dan als medicijn. Zowel in de economie als in de landbouw bestaan er samenhangen tussen alle onderdelen. Het vraagt niet alleen gezond verstand, maar ook een zekere wijsheid en respect voor mens, maatschappij en milieu om goed met deze facetten om te gaan.

We zien daarvoor dan ook aanzetten binnen de biodynamische-beweging. Bijvoorbeeld groente-abonnementen en pergola-initiatieven. Door dergelijke initiatieven worden de klanten meer betrokken bij de producenten, waardoor ook de besteding van hun geld in dit verband meer wils-gebonden kan zijn. De afstemming over producten, kwaliteit en prijs verbindt de producenten en de consumenten beter met het geld. Maar we kunnen ook kijken naar bijvoorbeeld de Triodosbank. Door dit initiatief kunnen spaarders en leners hun wil beter met het leengeld verbinden. Tenslotte bestaan er talloze initiatieven op het gebied van schenkgeld. We kunnen denken aan stichting BD grondbeheer en stichting Loverendale, maar ook aan bijvoorbeeld het Willy Schilthuisfonds en het studiefonds bd-landbouw (gelieerd aan de Warmonderhof-opleiding).

Het begin van een vernieuwing van de economie vanuit de biodynamische-landbouw is wel degelijk zichtbaar. Ik hoop dat dit wordt overgenomen en uitgebouwd in de economische wetenschap.