De kabinetsplannen: duurzame ontwikkeling

Rutte-I stond bekend als asfaltkabinet. Grote wegenbouwplannen, en steun voor megastallen en kolencentrales zorgde voor een spectaculaire daling van Nederland op de ranglijsten voor duurzaamheid. Wordt het met voormalig Greenpeace-activist Samsom aan de macht anders? Socialisme.nu dook het regeerakkoord in en zette ook hier de feiten op een rij.
Energiecentrale-550x370

Hoofdstuk 3 van het regeerakkoord heet ʻDuurzaam groeien en vernieuwenʼ. De titel geeft al aan dat Rutte-II duurzame ontwikkeling hand in hand wil laten gaan met kansen voor het bedrijfsleven. Deze opvatting wordt voortdurend verpakt in tenenkrommend managersjargon. Hoe pakt dat uit voor onze energievoorziening, ons vervoer en onze natuurgebieden?

ʻDe innovatiekracht van het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheid zal optimaal worden gericht op de transitie naar een duurzame economie en groene groei, mede met het oog op versterking van het concurrentievermogen van de Nederlandse economie.ʼ Het kabinet vindt dit nodig vanuit het perspectief van klimaatverandering en eindige grondstoffen. Op zich een terechte zorg. Maar Rutte vindt deze transitie ook ʻeen uitdaging voor innovatieve ondernemingenʼ.

Wat stelt Rutte voor? ʻOns land heeft alles in huis om een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de snelle ontwikkeling van nieuwe energiebronnen als zon, wind, biomassa en geothermie: hoogwaardige chemie, een innovatieve agrarische sector, grote havens en een sterke energiesector.ʼ

Duurzame energiebronnen hebben we dringend nodig. Daarom is het opmerkelijk dat het kabinet zich richt op deze meest onduurzame, energievretende sectoren waar ons land zo groot in is. Of eigenlijk niet: Rutte ziet vooral brood in de ʻbiobased economyʼ, een hippe term die betekent dat bedrijven niet-hernieuwbare energiebronnen en grondstoffen vervangen door plantaardige producten en recycling. Het bedrijfsleven heeft namelijk last van het steeds schaarser worden van olie en grondstoffen, en alternatieven beginnen rendabel te worden.

Die hernieuwbare alternatieven zijn echter net zo min oneindig als de fossiele. Het gebruik van landbouwgrond voor industrie- en energiegewassen gaat nu al ten koste van de voedselproductie. Dat is een belangrijke verklaring voor de enorme stijging van de voedselprijzen de laatste jaren, die voor zoveel armoede zorgt. Vervangen van aardolie door palmolie, en verder alles hetzelfde laten, betekent nog meer honger, en nog meer protest.

Groen randje

Rutteʼs doelstelling van een volledig duurzame energievoorziening in 2050 is in dit licht niet meer dan mooie woorden. Concreet gaat het om weinig meer dan een bijmengverplichting voor energiecentrales – de vier nieuwe kolencentrales die nu gebouwd worden moeten dan een paar procent houtsnippers bijstoken.

Verder wil Rutte de kostprijs van windenergie op zee versneld omlaag brengen. Dat kostprijs niet de belemmering is, bewijzen omringende landen die duizenden windturbines op zee hebben staan. Het gebrek aan commitment vanuit de Nederlandse regering is dat wel. Voortdurend worden ʻDe concurrentiepositie van de energie-intensieve sectoren en de werkgelegenheidseffecten… daarbij in het oog gehouden.ʼ Kortom: business as usual, met een groen randje.

Op kleinere schaal stelt het kabinet een aantal maatregelen voor. Er komt ʻeen besparingsdeal met energiebedrijven en woningbouwcorporaties voor een versnelling in het verduurzamen van de bestaande woningen.ʼ Klinkt weer mooi, maar weinig concreet. Het huurbeleid van Rutte betekent vooralsnog dat corporaties terughoudend zijn om te investeren. Dit houdt het risico in dat een eventuele subsidie op investeringen op de plank zal blijven liggen, en vervolgens snel weer wordt wegbezuinigd.

Het kleinschalig opwekken van duurzame (zonne-)energie door coöperaties van particuliere kleinverbruikers wordt gestimuleerd via een korting op de energiebelasting. Deze vorm van energie opwekken is veelbelovend. Helaas draaien andere energiegebruikers ervoor op, via een verhoging van diezelfde belasting.

Kabinet Asfalt-II

Ook belangrijk voor duurzame ontwikkeling is hoofdstuk 12, ʻRuimte en mobiliteitʼ. ʻHet verbeteren van bereikbaarheid en doorstromingʼ staat wederom centraal, Rutte gaat door met ʻhet aanpakken van fileknelpunten en de aanleg van ontbrekende schakels in hoofdverbindingen.ʼ Miljoenen voor asfalt dus, terwijl het autoverkeer al jaren nauwelijks groeit.

Nieuwe investeringen in beter openbaar vervoer staan niet in de planning: de bestaande infrastructuur moet beter benut worden. Verder moet ʻopenbaar vervoer… betrouwbaar, toegankelijk en efficiënt zijn. Spoor en andere vormen van openbaar vervoer moeten beter op elkaar aansluiten.ʼ Open deuren, zonder concrete gevolgen. De enige concrete maatregel is dat vanaf 2016 het Europees spoorbeveiligingssysteem (ERTMS) gefaseerd wordt ingevoerd. Hierdoor kunnen meer treinen veilig van het zelfde spoor gebruikmaken. Dit gebeurt echter ʻmet gebruikmaking van bestaande budgettenʼ, dus gaat ten koste van andere investeringen in het spoor.

Het kabinet kiest bij de ruimtelijke inrichting voor ʻeconomische groei die geen afbreuk doet aan ecologie en omgevingskwaliteitʼ. Hoe dat te verenigen is met meer asfalt, de chemie en de intensieve agrarische sector wordt niet uitgelegd. De economische gebieden rond ʻde mainports, brainports en greenportsʼ (jargon voor Schiphol, Rotterdamse haven, Eindhoven, kassengebieden) krijgen prioriteit bij investeringen – de meest onduurzame activiteiten dus. Tenslotte moet de ʻbesluitvorming over ruimtelijke projecten eenvoudiger en snellerʼ, daarom wordt de ruimtelijke wet- en regelgeving verder gestroomlijnd. Milieubezwaren kunnen zo makkelijker terzijde worden geschoven.

Natuur geprivatiseerd

Het vorige kabinet had de ecologische hoofdstructuur in de ijskast gezet (de inrichting van natuurgebieden zo dat onderlinge verbinding en biodiversiteit worden beschermd). Samsom heeft voor elkaar gekregen dat deze alsnog wordt uitgevoerd, maar Rutte 2 ʻneemt er meer tijd voorʼ. Hoeveel meer staat nergens. Het beheren en beschermen van bestaande natuurgebieden krijgt voorrang.

Rutte-II wil bij dit beheer wel ʻeen grotere private betrokkenheidʼ en daarom ʻbezien we de positionering van Staatsbosbeheerʼ. Rutte-I wilde al groot deel van de staatsbossen verkopen, en dit regeerakkoord lijkt dat over te nemen. Tenslotte geldt ʻvoor alle natuurbeheerorganisaties… dat zij zo veel mogelijk eigen middelen moeten genereren.ʼ We zullen in de toekomst steeds vaker entree moeten betalen voor een boswandeling, kastanjes meenemen alleen nog voor 50 cent per stuk. Samsom vindt het kennelijk allemaal prima.

Oorspronkelijk verschenen op Socialisme.nu, geschreven door Daniel Hake, werkzaam bij de Omgevingsdienst West-Holland.

1 gedachte over “De kabinetsplannen: duurzame ontwikkeling”

Reacties zijn gesloten.