Enige tijd geleden hielp ik een vluchteling bij haar asielaanvraag. Ik probeerde haar wegwijs te maken in de Nederlandse samenleving. Ze is een alleenstaande vrouw met geestelijke problemen. Ze verbleef een paar maanden in een azc. Gelukkig kreeg ze een verblijfsvergunning toegekend. Met dank aan God en – vooruit dan maar – misschien ook nog een heel klein beetje aan de IND.
In het azc moest ze wachten tot er voor haar andere woonruimte beschikbaar zou komen. De gemeente heeft een lange wachtlijst, waardoor het langer dan een jaar kan duren voordat erkende vluchtelingen zelfstandige woonruimte krijgen aangeboden. Weigeren ze dat eenmalige aanbod, dan komt de gemeente niet meer met een ander aanbod.
Ik heb de vrouw geholpen bij het aanvragen van een urgentieverklaring, die ervoor zou kunnen zorgen dat ze sneller een woning toegewezen zou krijgen. Na zes maanden kreeg ze een klein appartementje aangeboden. Maar de ingangsdatum van het huurcontract was nog niet bekend. Een paar keer gingen we het huis van buiten bekijken, maar we mochten het nog niet van binnen zien. We kregen wel een indruk van de buurt waar de woning zich bevond. Samen met haar zag ik dat een medewerker van de woningcorporatie bezig was om de woning op te knappen en leefbaar te maken voor de nieuwe huurder. Althans, dat dachten we. Omdat het lang duurde voordat de vluchteling de woning kon betrekken, probeerde ik haar er maar blij mee te maken dat de woningcorporatie er in elk geval mee aan de slag was gegaan. Ze was er toch al niet vrolijk van geworden dat ze zo’n tienduizend euro had moeten lenen om te gaan inburgeren in een land met misschien wel miljoenen inwoners die vluchtelingen het liefst meteen zouden willen uitburgeren.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: Doorbraak