Hela, ik heb het nog niet echt over mijn schrijverij gehad! Wel over het boekje, maar dat was al eerder dan 2021 geschreven. Maar het schrijven op mijn site mag ook wel even de revue passeren hier, want dat noem ik toch vaak mijn core business. En ik was ook actief voor de Buiten de Orde, blad van de Vrije Bond. Daarover kort een enkele opmerking.
In 2020 verliet ik vanwege een zeer onplezierig conflict de redactie van dat mooie blad. Dat conflict had een veel te lange nasleep die ik hier verder niet ga bespreken, maar die de eerste maanden van 2021 stress opleverde en energie kostte en motivatie in gevaar bracht. Dat is nu achter de rug allemaal, en ik schrijf nog steeds en weer met groot plezier voor de Buiten de Orde.
Het bloggen op mijn eigen website had in 2022 veelal een andere vorm dan eerdere jaren. Vanaf 3 januari 2021 hield ik er een wekelijkse Strijdkroniek op na: elke maandag maakte ik een stuk waarin ik een handvol actuele ontwikkelingen rond sociale strijd in allerlei landen besprak. Dat heb ik week na week volgehouden, en vaak was dat leuk. Maar ik merkte ook dat ik zoveel energie en aandacht nodig had om dit keer op keer te doen, dat het schrijven in de rest van de week er onder leed. Met name actuele ontwikkelingen besprak ik buiten de Strijdkroniek vrij weinig, al heb ik over revolutie en repressie in Myanmar enkele stukken weten te maken en over Afghanistan zelfs een serie die, typerend genoeg, (nog?) niet af is gekomen. Maar verder was het dus vooral Strijdkroniek, afgewisseld met corona en nog eens corona. Het knelde al een tijdje. Het bevredigde niet helemaal.
Mijn burn-out zorgde voor een ontknoping. Op 22 november maakte ik een laatste Strijdkroniek – of preciezer: toen heb ik de mededeling gedaan dat ik de Strijdkroniek als vaste rubriek liet vallen. Misschien komt die ooit terug, maar dan in een andere vorm. Ik ben sowieso al blij als ik af en toe een artikel weet te produceren, want iets als een writers’ block zit ook tamelijk in de weg wat schrijverij betreft. Wellicht heb ik wat dat betreft trouwens het ergste achter de rug, maar helemaal gerust ben ik niet.
Ik noemde het al enkele malen: een burn-out heeft me ingehaald en me tot het stilleggen van de meeste van mijn georganiseerde activiteiten genoodzaakt. Wie het bovenstaande leest, is misschien ook niet helemaal verbaasd. Veel activiteiten, waaronder een aantal gelijktijdig ook. Veel sociale interactie, vaak behoorlijk intensief, in het kader van die activiteiten. Herhaaldelijk ook toestanden die mentaal veel van me vergden en veel stress opleverden, lang niet altijd van het positieve type.
Al in mei wist ik dat vaart minderen nodig werd. Maar eerst even die huis-aan-huiskrant van Sluit VION! gedaan krijgen… Vervolgens was er veel te doen rond Vrije Bond Tilburg, en ook met Your Local Pirates. Twee hele mooie demonstraties Voor Trans Zorg Nu: het is me een eer en een plezier om, alweer met van die leuke mensen samen, aan die strijd een klein beetje bij te dragen. Een fijn Vrije Bondscongres op dat leuke kampeerterrein bij Appelscha. En zo ging het verder, de zomer door en de zeer intensieve herfst in. Dat de activiteiten me zo samen brachten met zulke leuke mensen, zulk fijn gezelschap, maakte het loslaten ervan er niet makkelijker op. Toch bleek het nodig.
Dat werd duidelijker tijdens een korte vakantie die ik in oktober nam: vijf dagen Schiermonnikoog, pal voordat in Tilburg het eerder genoemde woonprotest zou zijn. Wat ik toen ik dit zo regelde nog niet wist, is dat ik me nogal intensief betrokken zou laten raken bij het woonprotest in Arnhem, de dag voor mijn vakantievertrek. Overigens een van de leukste ervaringen van het hele afgelopen jaar. Maar energieslorpend tot en met! Mijn vakantie raakte helemaal ingeklemd tussen twee intensieve activiteiten, met het zinderende sociale leven dat daar mee samen hing. Dat ging niet goed. Het contrast was te groot.
Ik vertrok met de adrenaline van het Arnhemse woonprotest nog in mijn body. Die trok niet snel weg – en tijdens de vakantie bouwde de adrenaline voor het komende Tilburgse woonprotest zich al op. Het lukte niet dit allemaal goed los te laten. En ik miste mijn kameraden. Overdag, in de buitenlucht en tussen al die vogels, ging het allemaal nog. ‘s Avonds in mijn appartement vloog het me aan: het alleen zijn na zo’n periode waar ik zo’n intens sociaal leven had, de afstand van de dingen waar ik me zo betrokken bij wist. Dat het vrij druk was op het eiland wegens vakantie, hielp niet. Alleen zijn in een appartement was niet fijn. Maar overdag zoek ik juist wel het soort van alleen zijn dat ‘solitude’ heet in het Engels, wel te onderscheiden van de ‘loneliness’ in de avond en nacht. De eenzaamheid die ik ‘s avonds vond, zocht ik niet. De rust die ik overdag zocht, vond ik niet. Ik heb er wel een Instagram-account aan overgehouden, dat ben ik op de tweede avond uit arren moede maar eens gaan doen. Ik heb er nog plezier aan ook. Het is iets. Maar het is niet waarvoor je op een mooi eiland gaat zitten.
Ik kwam aangeslagen terug, in de wetenschap: dit moet over, want de time-out en rust is wel nodig. Het plan was: nog even volhouden tot en met een drukke novembermaand, nog wat stevige activiteiten in december, dan een paar weken rust en dan een nieuwe poging tot eilandvakantie: langer, en zonder belangrijke activiteiten vlak ervoor en vlak erna. Ook dat plan bezweek onder de stressvolle realiteit.
Thuisgekomen kon ik meteen weer op scherp. De dag erop het woonprotest, voorafgegaan door politiebezoek aan de deur en gevolgd door een inspannende publicitaire nasleep, op deze site na te lezen. De week erop twee van mijn boekpresentaties, in Roermond en Wormerveer – allebei fijn! – gevolgd door de klimaatmars op 7 november. Het weekend er op Breda Kan Het, het anti Zwarte Piet-protest waar ik dit jaar aan deelnam op zaterdag, het woonprotest in Den Haag op zondag 14 november. Vooral dat laatste was een zenuwentoestand. Gezien de botte repressie eerder tegen de woondemo’s in Rotterdam en Amsterdam – waar ik zelf niet bij was – en gezien de reputatie van de Haagse politie, ging ik er niet zomaar van uit dat ik heelhuids thuis zou komen. Ik hield rekening met politiegeweld en arrestatie. Dat gebeurde niet, dus ik kon ongedeerd en tijdig naar huis. Maar wel weer met een lading adrenaline in mijn body. Ook dat sloopt.
De dag er op ging het verkeerd. Politieke meetings later die week waar ik bij wilde zijn, voelden als een angstaanjagend vooruitzicht. Toen geopperd werd om uit voorzichtigheid allemaal een sneltest te nemen, raakte ik in paniek: ik heb dat een keer geprobeerd, ik krijg het eigenhandig simpelweg niet gedaan. Er achter zat de angst voor het virus sowieso: moeten bijeenkomsten wel doorgaan als ze slechts met zelftesten een beetje veilig voelen voor deelnemers? Diezelfde nacht heb ik mijn eigen deelname gecanceld, de dag erop heb ik me nog naar mijn digitale boekjespresentatie weten te slepen. Dat was 16 november, en het was mijn laatste georganiseerde politieke activiteit van 2021.
Die week werd me duidelijk dat het niet zozeer ging om sneltest-ellende en coronastress. Dat waren triggers voor paniek. De onderliggende reden was een verregaand uit de hand gelopen overbelasting van lichaam en vooral geest. Tegelijk joeg het vooruitzicht al mijn activiteiten stil te leggen me grote angst aan: al die mensen waarmee ik zo veel had gedeeld en zoveel plezier had gehad, zou ik veel en veel minder gaan zien als ik in rust en retraite ging. Rust had ik nodig, en hard ook. Maar de eenzaamheid vanwege het alleen-zijn dat er onvermijdelijk mee samenhing, vooral ook de angst ervoor deden en doen pijn, brachten en brengen verdriet. Mijn burn-out ging samen met een vleugje depressie. Dat is een erg akelige combinatie. Het was niet anders.
Na een handvol dagen waarin een leegte me aangrijnsde, ging ik aan de slag met het stilleggen van mijn politieke activiteiten en bijbehorende digitale – en overprikkelende – communicatie. Aanvankelijk dacht ik deelname aan enkele acties, een vergadering die ik erg belangrijk vond, een optreden, nog te kunnen redden. Maar dat voelde toch als overbelasting, ik schrapte ze. Dat systematisch stilleggen van mijn activiteit was pijnlijk, maar gaf me tegelijk ook weer iets van controle over wat er gebeurde. Ik had weer iets van regie. De vrije val vertraagde. Het zwarte gat bleek een vrij vervelende, maar niet compleet onbewoonbare laagte.
Dat de depressie niet voluit doorzet heeft meerdere redenen. Mijn kernmotivatie is onaangetast. Ik haat dit systeem, want ik hou van het leven. Ik heb enig idee wat me deze burn-out in heeft gedreven: precies die motivatie! Deze ellende is precies het systeem waartegen ik vecht. Die strijd vergt veel van me, soms te veel. Maar die strijd wordt me opgedrongen, want ik kan niet vrij zijn als niet iedereen dat is. Mijn actieve deelname is moeilijk, ook vanwege de angst dat ik daarmee los kom te staan van mensen met wie ik zo graag zij aan zij sta.
Wat me heel erg helpt: zulke mensen waren en zijn er voor me, ook nu. En ik mag er ook zijn voor hun. Die mensen noem ik vrienden (nb/v/m). Ik vond en vind ze onder mijn kameraden, precies onder die leuke mensen met wie ik de voorafgaande maanden al zoveel had beleefd. Ik ben ze immens dankbaar. Een van hen heeft trouwens vleugels en zwarte veren. Over deze vogel kom ik nog te spreken.
Voetnoten komen onder deel vier van deze serie.
Eerst verschenen bijPeterStormt
– Uitgelichte afbeelding: Door Baykedevries – Eigen werk, CC BY-SA 3.0 nl, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=33615784