Het hooggerechtshof maakte zich daarmee opnieuw iets ongeloofwaardiger, want het ging voorbij aan het feit dat de Conventie van Den Haag van 1954 expliciet verbiedt dat een land dat gebied bezet houdt uit dat gebied archeologische vindingen verwijdert. Maar twee rechters, Yosef Elron en Noam Sohlberg, schaarden zich achter het stanpunt van de Israelische staat dat het bekend maken van de namen van de archeologen zou hen kunnen blootstellen aan academische boycots, en dat het bekendmaken van de plaatsen de positie van Israel zou kunnen ondermijnen in toekomstige onderhandelingen. Eén rechter, Anat Baron, was het daarmee niet eens. Zij verklaarde dat angst voor eventueel boycots niet rechtvaardigde dat zaken net bekend werden gemaakt. Dat zou immers verhinderen dat er een publiek debat over kon plaatsvinden, aldus Baron.
Rechter Elron motiveerde het besluit met de uiteenzetting dat het publiceren van namen van archeologen hen zou ”kunnen belemmereen bij het publiceren in internationale tijdschriften, het geven van lezingen, het deelnemen aan academische conferenties, de samenwerking met collega’s, het verkrijgen van beurzen en toelagen, en het deelnemen aan programma’s van academische instituten elders dan in Israel”. Ook meende rechter Elron dat het publiceren van de plaatsen van de opgravingen ”Israels relaties met het buitenland op velerlei manieren kon ondermijnen, waaronder bij eventuele toekomstige onderhandelingen met de Palestijnse Autoriteit of zouden kunnen dienen als een wapen voor landen die erop uit zijn Israel aan te vallen in de internationale arena”.
De NGO Emek Shaveh zei in een reactie dat het had gehoopt dat dezelfde standaard kon worden geïntroduceerd voor archeologisch werk in Israel als op de Westoever. Immers” hoe kan je een wet handhaven die bepaalt dat archeologisch werk in Israel openbaar is, terwijl het op de Westoever geheim wordt gehouden”.
Het echte probleem is natuurlijk, zo teken ik, AbuP. hierbij aan, dat het Israelische archeologische werk op de Westoever neerkomt op diefstal. Israel voert diverse opgravingen uit in bezet gebied, waaronder in de nederzetting Shiloh of in het ”bijbelse park” in Silwan, ”de stad van Koning David”, die toeristische trekpleisters voor Joden zijn. Uit deze plaatsen verdwijnen vindingen naar musea in Israel, zonder dat dit bekend wordt gemaakt of wordt beschreven.
– Eerder verschenen bij Abu Pessoptimist