Iran en het Westen zijn in een lastige houdgreep verwikkeld sinds de Amerikaanse ex-president Trump in 2018 uit het nucleaire akkoord met Iran stapte. Dit ”Joint Plan of Comprehensive Action” (PCOA), werd in 2015 na moeizame onder handelingen gesloten tussen Iran aan de ene kant en de VS, China, Rusland, Engeland, Frankrijk + Duitsland aan de andere. Het akkoord legde beperkingen op aan Irans nucleaire activiteiten die het onmogelijk moesten maken dat Iran een kernbom zou kunnen produceren. In ruil daarvoor werden de sancties tegen Iran opgeheven. Trump verbrak dit akkoord en stelde tegelijkertijd opnieuw zware sancties in. De overige deelnemers aan het akkoord waren het daar niet mee eens. Zij wilden het akkoord overeind houden en Iran probeerde hen in ruil daarvoor te overreden om Teheran te compenseren voor de schade die de Amerikaanse sancties zouden aanrichten. De overige vijf deelnemers aan het akkoord bleken daar echter niet toe in staat of bereid te zijn. Om ze onder druk te zetten nam Iran telkens met tussenpozen van drie maanden een aantal stappen, zoals het verhogen van de voorraden uranium, het weer in gebruik nemen van centrifuges waarvan het aantal onder JPCOA was teruggebracht, het verhogen het percentage waarmee uranium werd verrijkt naar 20%, of het opleggen van beperkingen aan de inspecties door het Internationale Atoom Agenschap IAEA van Irans nucleaire faciliteiten.
Met het aantreden van predident Biden hebben de VS bekend gemaakt dat zij het JPCOA-akkoord weer in ere willen herstellen. Biden gaf aan dat hij daartoe nieuwe onderhandelingen wil met Iran. Aangenomen wordt dat hij het JPCOA niet helemaal identiek terug wil, maar dat hij afspraken wil toevoegen aangaande Irans raketprogramma. Iran van zijn kant liet weten dat het wel weer terug wil naar het oude JPCOA, maar dan moeten eerst alle Amerikaanse sancties weer zijn opgeheven. Het ging niet in op de uitnodiging tot onderhandelen, wat leek te leiden tot een patstelling. Daarin wilde de IAEA een doorbraak forceren. Dit weekend bracht de directeur van het agentschap,, Rafael Rossi een bezoek aan Teheran. Hij wist een deal te bereiken waarbij de internationale inspecties weer op bevredigende wijze werden hersteld. Er was echter één maar: de beelden van camera’s die in diverse nuclaire faciliteiten van Iran zijn opgesteld zouden niet aan de IAEA worden getoond. Zij zouden, zo meldt al-Jazeera, drie maanden worden bewaard en als de Amerikaanse sancties dan nog niet zouden zijn opgeheven, zouden ze worden vernietigd.
Maandag 22 februari leidde de afspraak tot een debat in de Iraanse majlis, het parlement. Volgens een meerderheid is de afspraak die de IAEA heeft gemaakt in strijd met een wet die het parlement in december had aangenomen, waarbij werd vastgelegd dat van opnieuw instellen van volledige inspecties geen sprake zou zijn alvorens de sancties zouden zijn opgeheven. Het Iraanse parlement heeft de zaak na een tumultueus debat doorverwezen naar de rechterlijke macht, omdat het optreden van president Rouhani dus strafbaar zou zijn geweest.
De zaak verraadt – niet voor het eerst – een flinke kloof in de opvattingen van de regering die een compromis wil met de VS en de conservatieven die vinden dat Washington maar eerst gewoon over de brug moet komen. De vraag is of de regering-Biden, die ook sterke druk voelt van de Israelische regering die faliekant tegen het JPCOA is, voor de impasse een creatieve oplossing zal kunnen bedenken.
- Ook verschenen bij Abu Pessoptimist
- Uitgelichte afbeelding ontleend aan Wikipedia