Interview met Richard Rorty 20 jaar na dato actueel

Brexit, populisme winnaar in de Italiaanse verkiezingen, rechts-extremisme aan het bewind in Hongarije en Polen, voor minder zou je van een crisis in de EU spreken. Bij het nadenken over de toekomst van Europa is een interview met filosoof Richard Rorty me bijgebleven, zelfs na 20 jaar. Hij had toen net de Spinoza Leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam bekleed. De verkondigde standpunten over de EU zijn weliswaar niet origineel, dat pretendeerde Rorty zelf geenszins, maar ze geven in hun beknoptheid wel de essentie van de richting voor Europa aan.

De Europese volkeren en landen hebben zo lang en heftig met elkaar in de clinch gelegen; het voeren van oorlog lijkt wel een Europese gewoonte te zijn. Als men de handen in elkaar slaat zou je daar voorgoed vanaf zijn.

Dit is in het algemeen het meest genoemde argument: een verenigd Europa voorkomt oorlog. Hij voegde eraan toe dat federalisme in de USA een succes is. Of federalisme echt een garantie tegen verschrikkingen is? Voormalig Joegoslavië was een federatie en het heeft daar oorlogen niet voorkomen. Maar misschien bedoelde hij democratisch federalisme.

In een verenigd Europa krijgt een nieuwe Hitler niet de kans om aan de macht te komen.

In ieder geval zou een nieuwe Hitler geen reden kunnen vinden voor een Übermensch en een Herrenvolk. Gelukkig zijn de Europeanen daarvoor te divers.

Dat veel mensen zich zorgen maken over de Europese Unie omdat het erop lijkt dat de economie en het geld voorrang krijgen, en het sociaal beleid op de achtergrond dreigt te raken, wimpelt hij af. ‘Dat gevaar bestaat natuurlijk, maar als je iets wilt doen aan de macht van multinationals kun je beter een groot en machtig politiek samenwerkingsverband hebben dan dat je daar als klein onbetekenend landje het hoofd aan zou moeten bieden.’

Het besef dat multinationals (te) veel macht hebben, was misschien 20 jaar geleden zelfs sterker. Wat betreft dat punt lijkt nu een zekere gelatenheid de stemming te bepalen. Ten onrechte natuurlijk. Om hun macht te beteugelen vormt alleen internationale samenwerking, en hier in het bijzonder via de EU, een factor voor geduchte tegenmacht. En verder is het allicht zo dat een Europees sociaal beleid alleen van de grond kan komen als een gekozen EU-regering zich daarvoor inzet. Vooralsnog bestaat er dus überhaupt geen EU-regering.

De tijd is voorbij dat je bepaalde dingen in het Engels kon denken en niet in het Frans of Duits. Taalgrenzen doen er steeds minder toe. Er is volgens mij geen taalprobleem.

Voor de hoger opgeleiden is er inderdaad geen taalprobleem. Bij de lager opgeleiden heerst nog veel wantrouwen (Polen-meldpunt), wat menselijk is als je niet of nauwelijks over taalgrenzen heen met elkaar kunt communiceren. Maar goed, de scholing in Europa wordt steeds beter. Meer en meer spreken zelfs Fransen Engels.

De slaveneconomie van het Zuiden had niets gemeen met de handelseconomie in het Noorden. Ook was men totaal anders opgeleid. De cowboys in het westen waren zelfs helemaal niet opgeleid. Toch is juist het federalisme in staat gebleken deze verschillen te overbruggen.

Het fragment gaat over cultuur. In de Verenigde Staten van Amerika kennen de staten onderling aanzienlijke culturele verschillen. Zo hanteren sommige staten nog de barbaarse doodstraf. Aan de andere kant is in bepaalde staten legaal wiet te koop. Federalisme dwingt de staten in ieder geval niet tot een eenheidsworst, waarvoor menige twitter-jankerd vreest.

Dat in stand laten van culturele verschillen is een groot goed van federalisme. Aan de andere kant houdt federalisme de mogelijkheid in om sociale verschillen te verkleinen, dus een linkse politiek voor elkaar te boksen. In de huidige EU lukt dat nooit omdat profiteergedrag van het ene land ten opzichte van het andere op korte termijn politiek te aantrekkelijk is. Dat wil niet zeggen dat federalisme op zich links is, verre van dat – zie Guy Verhofstadt – maar een linkse politiek kan geen gestalte krijgen zonder economische macht en om die in voldoende mate te bereiken is samenwerking in Europa nodig in minimaal een federatie. Rorty stelt:

Ik snap het probleem niet zo. Ikzelf zou er heel wat voor over hebben om tot de sterkste economische macht van de wereld te behoren.