Wereldwijd gaat 49 procent van alle wilde vogelsoorten sterk achteruit. Het gezaghebbende rapport van BirdLife International, State of the World’s Birds 2022, schat dat er nu in Canada en de VS bijna drie miljard wilde vogels minder zijn dan een paar decennia geleden en ongeveer 600 miljoen minder in de Europese Unie. Er zijn minder uitgebreide gegevens beschikbaar voor het zuiden van de wereld, maar onderzoeken in sommige Zuid-Amerikaanse, Afrikaanse en Aziatische landen hebben een vergelijkbare afname aangetoond.
In veel verslagen over de afname van vogelpopulaties worden simpelweg meerdere mogelijke oorzaken voor de afname opgesomd ‒ windmolens, verstedelijking, klimaatverandering, houtkap, bosbranden, jacht en zelfs huiskatten. Het ontbreken van gegevens over welke factoren het belangrijkst zijn, is een handig excuus om niets te doen om de vogels te redden.
Een belangrijke studie, gepubliceerd in de uitgave van 15 mei van PNAS ‒ de Proceedings of the National Academy of Sciences ‒ neemt dat excuus weg. De titel vermeldt duidelijk de belangrijkste bevinding: Landbouwpraktijken zorgen voor een afname van de vogelpopulatie in heel Europa. De studie ‘levert sterk bewijs voor een direct en overheersend effect van landbouwpraktijken op grote continentale schaal’.
Dit is verreweg het meest uitgebreide onderzoek tot nu toe naar de dynamiek van vogelpopulaties. Meer dan vijftig ornithologen, zoölogen, biologen en ecologen analyseerden tientallen jaren aan populatiegegevens voor 170 vogelsoorten op meer dan 20.000 locaties in 28 Europese landen en vergeleken deze met vier bekende invloeden op vogelpopulaties: intensivering van de landbouw, verandering in bosbedekking, verstedelijking en temperatuurverandering.
Tussen 1980 en 2016 daalden de Europese vogelpopulaties als geheel met een kwart, maar het aantal akker- en weidevogels daalde met meer dan de helft. Gebieden die gedomineerd worden door grote boerderijen zagen een grotere afname dan gebieden waar de meeste boerderijen kleiner zijn.
De grootste oorzaak van de afname van het aantal vogels is de chemicaliën-intensieve landbouw. Sommige vogels worden gedood door pesticiden of herbiciden, maar de belangrijkste gevolgen zijn het verlies aan voedsel, vooral insecten en andere ongewervelde dieren waar de meeste vogelsoorten afhankelijk van zijn en de verspreiding van kunstmest-intensieve monoculturen die schuilplaatsen en nestplaatsen elimineren. Insectenetende populaties gingen meer achteruit dan alle andere.
Kortom, de ineenstorting van boerenlandvogelpopulaties is nauw verwant aan de insectenapocalyps in het Antropoceen, die hier (deel 1, deel 2, deel 3, deel4) onlangs is besproken. De massale slachting van insecten doodt massa’s vogels.
Industriële landbouw is natuurlijk niet de enige oorzaak. Verlies van habitat als gevolg van stedelijke groei en ontbossing veroorzaakte in deze gebieden een afname van respectievelijk 27,8 procent en 17,7 procent. Klimaatverandering had wisselende effecten ‒ noordelijke vogels met een voorkeur voor koude gebieden daalden met 39,7 procent en zuidelijke vogels met een voorkeur voor warmere gebieden met 17,1 procent. Over het geheel genomen is grootschalige kapitalistische landbouw echter de belangrijkste moordenaar van vogels.
De studie concludeert:
‘Rekening houdend met zowel de overweldigende negatieve impact van landbouwintensivering als de homogenisering geïntroduceerd door temperatuur en veranderingen in landgebruik, suggereren onze resultaten dat het lot van gemeenschappelijke Europese vogelpopulaties afhangt van de snelle implementatie van structurele veranderingen in Europese samenlevingen en in het bijzonder in landbouwhervormingen.’
– Dit artikel stond op Climate&Capitalism. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos. Hiervan onder dankzegging overgenomen. Auteur: Ian Angus
– Uitgelichte afbeelding: Wikimedia