Hoezeer het verzet in Iran nu verschilt van voorgaand protest

Er zijn meer perioden van onrust geweest de afgelopen jaren in Iran. Iranwire somt op hoezeer de huidige onrust verschilt van voorgaande golven.

1. De protesten kennen geen leiders
2. Het protest is overal
3. De eisen gaan terug naar veertig jaar geleden (de tijd van de val van de sjah, die bevrijding had moeten betekenen)
4. De eisen zijn universeel gericht en worden ook door hijabdraagsters gesteund
5. De demonstranten respecteren elkanders keuzen. Ze zijn niet anti-religieus, ze zijn tegen de dictatuur
6. De demonstranten kunnen buiten het internet. Dat was er bij de revolutie van 1979 tenslotte ook niet.
7. Het is de wereld inmiddels duidelijk dat Iraniërs en Islamitische Republiek niet hetzelfde zijn
8. Het verhaal van het regime vindt geen gehoor meer
9. Iraniërs zijn niet langer bang voor het regime
10. Het geloof dat de Islamitische Republiek niet voor eeuwig is, verspreidt zich
11. Vrouwen vormen de voorhoede
12. Zelfs schoolmeisjes doen mee
13. De Iraanse diaspora steunt het verzet van Iraniërs in Iran
14. Khamenei is 83. Zijn bewind loopt hoe dan ook ten einde
15. De regering is incompetenter dan ooit. De legitimiteit is de afgelopen 43 jaar nooit zo laag geweest.

Mahsa (Jinah) Amini, de voorbeeld-martelares, was Koerdisch. Het regime probeert het verzet af te schilderen zoniet als een VS-Israëlisch complot (waarmee het zich aansluit bij anti-imperialistische praat van uiterst rechts en zogenaamd uiterst links) dan wel als Koerdische onruststokerij. Zoals Iranwire al stelt: het verzet manifesteert zich overal, van Koerdistan tot Balochistan, van Arabisch Khozestan tot de Azeri- of Turkmeense Kaspische kust. En volop in de streken van de Farsi-sprekende meerderheid.
Niettemin stelt het regime dat de onrust wordt aangestookt door de Mojaheddin el-Khalq, een islamistisch-marxistische guerrillaclub die inmiddels in ballingschap verkeert in Albanië.

Sanandaj, de stad van Amini, wordt bezet door het leger en gebombardeerd, om de vijandigheid jegens Koerden te onderstrepen. Het regime maakt zich hiermee – op bloedige wijze uiteraard – belachelijk. De opstand is niet “Koerdisch”, laat staan “Amerikaans” of “Zionistisch”. Er worden geen korans verbrand, er wordt niet opgeroepen tot naaktloperij en ook de hijab (chador) staat niet (meer) centraal als actiepunt. Iraniërs, vrouw of man, zijn het regime eenvoudigweg zat. Zakkenvullerij en geweld onder de dekmantel van daverende vroomheid, het is genoeg geweest.

Er is gestaakt in de olie- en gaswinning en de bazaar van Teheran, sleutel tot de macht, is een dag demonstratief gesloten geweest.
Tenslotte zal de werkende klasse die verder werken weigert onder het regime de doorslag geven.