Montenegro – minder dan één Amerikaan op duizend weet überhaupt van zijn bestaan af – is lid van de NAVO. Mede om dat land te verdedigen hoest de Amerikaanse belastingbetaler gemiddeld tweeënhalf keer zoveel op als een Europeaan aan defensie. Wanneer iemand voorstelt om aan die verhouding te sjorren is dat niet gek. Donald Trump trekt in deze de stoute schoenen aan.
De NAVO-doctrine houdt in dat een aanval op een van de leden wordt beschouwd als een aanval op een ieder. Maar die doctrine is een kleine zeventig jaar oud. Intussen is de Sovjet-Unie bezweken. De angst voor een concurrerende ideologie voor het kapitalisme die desnoods met militaire middelen bestreden moet worden, heeft opgehouden te bestaan. Rusland, het land dat de militaire macht van de Sovjet-Unie heeft overgenomen, vormt geen ideologische bedreiging. Het is een belangrijke economische concurrent, net als Brazilië of India. Maar daarvoor hoef je geen peperdure militaire organisatie in stand te houden. Daarom heeft de idee over het belang van de NAVO, sterk gepropageerd door Hillary Clinton, haar langste tijd gehad. Temeer daar de organisatie de laatste jaren vooral stimulator is geweest van contraproductieve – islamitisch extremisme bevorderende – acties in Afghanistan, Irak en Libië.