De sociaaldemocraten hebben 30 zetels verloren in de landelijke verkiezingen. De PvdA nam 29 zetels voor haar rekening en de SP 1. 29 zetels verlies is de grootste verkiezingsnederlaag ooit voor een partij in de parlementaire geschiedenis. Wat is er aan de hand?
Overdenkingen
Tal van verklaringen voor het verlies hebben inmiddels het licht gezien. Ik pik er een paar interessante uit. Volgens Merijn Oudenampsen heeft de PvdA het verkeerde technocratische verhaal te lang verteld.
Je vertelt mensen dat er geen andere keuze is, dat je moet bezuinigen in crisistijd: dat de overheid niet kan investeren, geen werkgelegenheid kan creëren, niets werkelijk fundamenteels kan doen aan ongelijkheid, klimaatverandering en arbeidsmarktdiscriminatie. Wat als ze dat gaan geloven? Waarom zou je dan nog links stemmen?
Op zich klopt het dat zo’n verhaal mensen niet stimuleert om zelfs maar links te stemmen. Maar tevens suggereert Oudenampsen dat er een alternatieve sociaaldemocratische uiteenzetting mogelijk is. Is een alternatief echter nog sociaaldemocratisch? Daar kom ik in de loop van dit stuk nog op terug.
Xavier Baudet hint op Joop in de goede richting:
De PvdA moet zich de vraag stellen wat socialisme nu eigenlijk inhoudt in een post-nationale wereld. Wat bedoel je met gelijkheid? Waartóe wil je de burger verheffen? En wat is ‘volksverheffing’ zonder ‘volk’? In een grenzeloze wereld, geregeerd door vrijhandel is de arbeider continu in conflict met klassegenoten uit goedkopere landen.
(…)
Rationeel gezien bestaat ‘de natie’ immers ook niet. Het is uiteraard een ‘imagined community’.
Noorwegen
In hoeverre zijn Baudets opmerkingen over een post-nationale wereld relevant? Om daar iets meer over te zeggen citeer ik de Noorse politicoloog Asbjørn Wahl. Noorwegen kan zich dankzij zijn Koeweit-achtige status als aardgas- en olieproducent nog redelijk onafhankelijk staande houden in de wereld.
Loonstijging voor hen aan de onderkant van de ladder is gestagneerd.
Tegelijkertijd ervaren we steeds offensievere en agressievere werkgevers, die onder andere ontsnappen aan de werkgeversverantwoordelijkheid door middel van outsourcing en tijdelijke werkkrachten – hiermee vakbonden verzwakkend. Voorts profiteren werkgevers sterk van de steeds verdergaande anti-vakbondspolitiek van de EU/EER en hun gerechtshoven.
(Social Europe [vertaald uit het Engels])
Ook de Noren, ondanks hun positie als energiereus, ervaren de druk van globalisering: breek werknemersrechten af of het kapitaal verplaatst werkgelegenheid naar het buitenland.
Deze globaliseringsdruk is de cruciale factor in de teloorgang van de sociaaldemocratie. Ze weet niet hoe er mee om te gaan want buiten de eigen grenzen kijken gebeurt er eigenlijk alleen voor bühne. De politiek van sociaaldemocratische partijen is al sinds lang naar binnen gericht. In 1914 stemde de Duitse SPD voor oorlogskredieten waardoor ze met de socialistische idee van arbeiders zonder vaderland brak – ook wel bekend als het verraad van de sociaaldemocratie – en sedertdien is focus op de eigen natie het credo. Ik denk over dat verraad overigens genuanceerd. Mondiaal denken is ver van ons bed, zelfs in de wereld2.0. In ieder geval heeft het op de natiestaat gecentreerde denken van de sociaaldemocratische partijen in Europa onder meer de verzorgingsstaten opgeleverd. Het oorspronkelijke idee om het socialisme geleidelijk aan te verwezenlijken via democratische middelen heeft zeker successen gebracht. Maar het verhaal van Wahl geeft evidentie voor het bereiken van de limiet van de mogelijkheden van de vigerende sociaaldemocratische politiek. Dat wil evenwel niet zeggen dat er al sprake is van een post-nationale wereld, zoals Baudet stelt. Die moet grotendeels nog bevochten worden.
Buurlanden
De limiet van de nationalistische sociaaldemocratische politiek is ook waar te nemen door naar andere Europese landen te kijken. Het debacle van de PvdA staat niet op zich maar is onderdeel van een trend. Thomas Decreus wijst daarop. Hij noemt het ‘pasokisering’ naar de ondergang van de sociaaldemocratische PASOK in Griekenland. Nederland is de volgende in de rij. Frankrijk zal waarschijnlijk volgen bij de komende presidentsverkiezingen. President Hollande heeft zijn beloften niet waargemaakt, integendeel, hij heeft van Frankrijk een politiestaat gemaakt. Decreus had ook nog kunnen wijzen op de ernstig verzwakte positie van de PSOE in Spanje en de zwabberende politiek van Corbyn in het VK. De Labourleider was voor het Brexit-referendum nog tegen een exit en gaat erna mee in de referendumuitslag. Dat opportunisme heeft zijn positie verzwakt. Tenslotte concludeert ook Decreus ten aanzien van de mogelijkheden van de traditionele sociaaldemocratische politiek:
Door toedoen van de globalisering en financialisering hebben natiestaten, zeker de kleinere, hun greep op het economische gebeuren gelost.
Toekomst
De sterke globalisering van de laatste decennia – globalisering was er natuurlijk altijd al – laat kleine natiestaten inderdaad nauwelijks mogelijkheden tot sociaaldemocratische economische politiek. Dit gegeven geeft sociaaldemocratische partijen twee opties. Of ze houden vast aan hun traditionele focus op de eeuwenoude natiestaat, of ze vormen zich om tot een internationaal – of voorlopig Europees – acterende politieke organisatie. Kiest de sociaaldemocratie voor het eerste, dan wordt ze langzaamaan een soort SGP – levend in het verleden. Kiest ze voor het tweede, dan verloochent ze wat sinds 1914 in haar wezen zit. Is zo’n sociaaldemocratie dan nog sociaaldemocratisch te noemen?
Pingback: Plasterk versus Habermas | Krapuul