Het onderstaande lied heb ik leren kennen in de versie van Vuile Mong, 1974 – waarin Kissinger klinkt en Brezjnjew de oude Marx prijst. Veel veranderd was er eigenlijk niet.
Het schoot mij te binnen toen we gisteren ter redactie de reeks rampen bespraken die in Nederland lang niet allemaal in het nieuws komen, want het bezwadderen van de minister van buitenlandse zaken is altijd belangrijker. Of wie de bondscoach wordt. Voor het echte nieuws van deze dagen hoeft er niet veel aangepast te worden, in het besef dat de blussers op Cyprus, de westkust van Noord-Amerika, Jakoetië en waar ook verder aan een front staan. Maar ook de vluchtelingen op zee, en de scholieren/studenten met hun vrijdagstakingen. Bijvoorbeeld.
’s Avonds lezen w’in de kranten
Hoe het ging die dag aan ’t front,
Zoveel bossen in de brand geraakt,
Zoveel mensen op de vlucht.
Zoveel kind’ren zonder vader,
Zoveel moeders zonder kind…
En we vragen wanneer eens toch
Dat gemoord een einde vindt…
Maar des morgens – welk een vreugde
Lezen w’in het ochtendblad
Dat er een banket geweest is
In de een of and’re stad,
Waar Joe Biden heeft gedronken
Op het welzijn van z’n land,
Waar de crisis werd bezworen
Met het wijnglas in de hand!
’s Avonds lezen w’in de kranten:
Weer een boot teruggeduwd,
Zoveel mensen uitgevaren,
Zoveel maar teruggekeerd.
Zoveel tonnen graan verloren,
Zoveel monden zonder brood,
Zoveel vrouwen, zoveel kind’ren
Dichter bij de hongerdood…
Maar des morgens – welk een vreugde
Lezen w’in het ochtendblad
Van een rijk en deftig feestmaal
In de een of and’re stad,
Waar heer Modi heeft gedronken
Op z’n uitgehongerd land
En zijn goden heeft geprezen
Met het wijnglas in de hand!
Elke dag brengt nieuwe ellende,
Nieuwe armoe, nieuwe rouw,
Elke dag krijgt ons vertrouwen
In de mensen weer een knauw.
Angstig vragen we hoe lang nog
D’aardverwoesting verder duurt,
Welke afgezant des duivels
Deze wereld toch bestuurt…
Ernstig gaan de diplomaten
Naar hun feestmaal en banket,
Satan heeft aan ’t hoofd der tafel
Zich als schenker neergezet.
En hij vult daar met grijnslach
Telkenmale tot de rand
Met het rode bloed der volk’ren
’t Willig wijnglas in hun hand!
De oorspronkelijke tekst:
’s Avonds lezen w’in de kranten
Hoe het ging die dag aan ’t front,
Zoveel honderd weer gevallen,
Zoveel duizend weer gewond.
Zoveel kind’ren zonder vader,
Zoveel moeders zonder kind…
En we vragen wanneer eens toch
Dat gemoord een einde vindt…
Maar des morgens – welk een vreugde
Lezen w’in het ochtendblad
Dat er een banket geweest is
In de een of and’re stad,
Waar Lloyd George heeft gedronken
Op het welzijn van z’n land,
Waar de oorlog werd gewonnen
Met het wijnglas in de hand!
’s Avonds lezen w’in de kranten:
Weer een boot getorpedeerd,
Zoveel mensen uitgevaren,
Zoveel maar teruggekeerd.
Zoveel tonnen graan verloren,
Zoveel monden zonder brood,
Zoveel vrouwen, zoveel kind’ren
Dichter bij de hongerdood…
Maar des morgens – welk een vreugde
Lezen w’in het ochtendblad
Van een rijk en deftig feestmaal
In de een of and’re stad,
Waar de “Kaiser” heeft gedronken
Op z’n uitgehongerd land
En de “Alten Gott” geprezen
Met het wijnglas in de hand!
Elke dag brengt nieuwe ellende,
Nieuwe armoe, nieuwe rouw,
Elke dag krijgt ons vertrouwen
In de mensen weer een knauw.
Angstig vragen we hoe lang nog
Deze oorlogswaanzin duurt,
Welke afgezant des duivels
Deze wereld toch bestuurt…
Ernstig gaan de diplomaten
Naar hun feestmaal en banket,
Satan heeft aan ’t hoofd der tafel
Zich als schenker neergezet.
En hij vult daar met grijnslach
Telkenmale tot de rand
Met het rode bloed der volk’ren
’t Willig wijnglas in hun hand!
Jean-Louis Pisuisse. Tekst: Dirk Witte
- Uitgelichte afbeelding: Photo by Thomas Franke on Unsplash