Het kruisje en de notaris

In het Pauperparadijs van Suzanna Jansen komt de familielegende voor van de analfabete voorzaat die een kruisje zet onder een document dat zij niet kan lezen. Waarna de notaris er met de rijke erfenis vandoorgaat naar “Amerika”. De werkelijkheid is geloofwaardiger en vanuit sociaalhistorisch standpunt interessanter. (Maar is van dat boek nu echt een musical gemaakt? Moet zoiets nu echt? Nou ja, het is ook een soort verpaupering.)

Het verhaal kwam mij bekend voor. Ik ben opgegroeid met het verhaal dat een voorzaat in de negentiende eeuw zo’n kruisje had gezet en dat de notaris er vandoorging. De bron van de erfenis blijft onvermeld. Nou, dat was in mijn familie wel anders. Die analfabete bet3-overgrootmoeder was de laatste erfgename van het geslacht Brederode. De Edelste, meldde mijn moeder, die zich meer gekleineerd voelde bij de vraag naar welke MULO ik zou gaan dan ikzelf. En ze was op genealogische speurtocht geweest, en toch al in Kennemerland beland, en bij de voornaam Aleida, dat klonk toch al knap adellijk. Haar aantekeningen waren al voor mijn geboorte jammerlijk verlorengegaan.

Ik heb het verhaal geloofd en ik weet niet meer wanneer ik er achter kwam dat het niet klopte. Dat “Kennemerland” en die “Aleida” vond ik niet overtuigend, maar het verhaal was er nu eenmaal.
En toen vernam ik dat het geslacht Van Brederode in de zeventiende eeuw was uitgestorven. Het slot was toen al een ruïne. Ik ben er bij grote fietstochten een paar keer langsgeweest en het is mij daarbij ontgaan dat het slot te bezichtigen is. En Aleida, dat klonk nog na in mijn achternicht, genoemd Tante Alie, van wier overlijden ik onlangs moest vernemen via haar twitterende zoon die mij geen enkele reactie waardig toonde. Ooit was Alie een gangbare meisjesnaam. Nog niet zo heel lang geleden.

Mijn moeder heeft nooit willen horen dat de Van Brederodes al waren uitgestorven, twee eeuwen voordat de legende speelde. Van mijn oma weet ik nog dat haar vader dagloner was en haar grootmoeder had een water-en-vuurhandel op een van de oostelijke eilanden van Amsterdam. Realistischer en eigenlijk interessanter omdat het bij een tijds- en maatschappijbeeld past. En voor haar was dat armoedige voorgeslacht juist een illustratie “kijk eens hoe goed we het nu hebben”, waar mijn moeder niet tevreden mee was.

Maar terug naar de legende, die Suzanna Jansen, zij het niet gekoppeld aan De Edelste, dus ook kende. Het kruisje en de onbetrouwbare notaris. In hoeveel families waart het verhaal rond? Het pauperparadijs is een hit geweest en dus blijkbaar nog, er moet herkenning een rol spelen. Waar komt het verhaal vandaan, is er een oerversie? Is het altijd een afleiding ter bemanteling van een nogal arm, zoniet ten diepste verpauperd, voorgeslacht?

Ik koester niet de illusie dat ik hier antwoord zal krijgen maar de vraag werp ik toch op.

– Over Brederode en het kasteel: hier.

2 gedachten over “Het kruisje en de notaris”

  1. Een kleine correctie op dit artikel: In mijn boek Het pauperparadijs komt geen mythe voor over een notaris die er met de erfenis vandoor is gegaan. Er komt zelfs überhaupt geen notaris in voor. Maar mythes over rijke voorouders die vervolgens op de een of andere manier pech hadden en daardoor tot armoede vervielen zijn er in veel families, vooral in families die in de werkelijkheid nooit rijk zijn geweest. Een rookgordijn dus om de armoede te verhullen. Zo’n rookgordijn was (en is soms nog steeds) nodig als bescherming tegen de vooroordelen. Het kwam of komt ook vaak voort uit schaamte. Dat is de verklaring die ik in mijn onderzoek naar zulke mythes heb gevonden. En ja, dat is helaas voor veel mensen herkenbaar. In mijn familie was de rijkdom volgens die mythe vervlogen toen mijn overgrootmoeder als protestantse met een katholiek trouwde en daarom door haar familie zou zijn onterfd. Zie boek.
    Of een muziektheatervoorstelling van dit verhaal ‘verpaupering’ betekent, laat ik graag over aan het oordeel van de toeschouwers. Ikzelf denk van niet.
    Suzanna Jansen, auteur van Het pauperparadijs

  2. Ai, ik heb het boek nu niet bij de hand, maar meende mij te herinneren dat in verband met de publicatie wel zo’n verhaal te vinden was, dan wellicht in een recensie. Of heb ik het zelf opgesmukt?
    Dat katholiek en hervormd niet samen mogen gaan heeft mijn moeder nog zelf mogen ondervinden. De vader van mijn vader inde zijn levensverzekering en heeft nooit meer iets laten horen: vader was van katholiek vrijzinnig hervormd geworden en moeder werd geacht protestant te zijn (wat technisch niet klopte). Dat was nog voorbij halverwege de vorige eeuw dus.

    Dank voor de correctie, ik moet mijn fout laten staan om de correctie tot haar recht te laten komen. Maar ik moet zeggen dat een affiche over een muziektheatervoorstelling over de werkkampen van de negentiende eeuw mij pijn doet.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.