Het gluren begint bij de buren – Elly

Elly heette zij, ze zal nog steeds zo heten (en het is haar echte voornaam).
Elly kwam op de studentenflat wonen, vernamen wij al spoedig, omdat zij half in scheiding lag van de vriend met wie zij jarenlang had samengewoond. Het bleek al snel dat wij hem gelukkig konden prijzen.
Elly had altijd haar kamerdeur open. Of je het wilde of niet, je kon zien dat er bijna niets op die kamer stond. En dat zij alles wat er op de gang gebeurde en iedereen die passeerde opmerkte.
Soms stond de deur open en ging zij intussen in het zitgedeelte van de gemeenschappelijke keuken zitten studeren. Dit studeren ging met zachtjes hardoplezen (!) gepaard. zodat een voortdurend “dubbedubbedub” op de achtergrond doorreutelde terwijl je koffie of thee zette of je prak aan het maken was. Het nuttigen van deze consumpties vond ook onder dit geluid plaats. Intussen hield Elly scherp in de gaten wie er bezig was en hoe de sociale patronen in elkaar staken. En geheimhouden van wat er tot haar doordrong was er niet bij.

Het geschiedde in die dagen dat mijn relatie met M. hopeloos in het drijfzand aan het terechtkomen was (hopeloos noem ik het nu, destijds hoopte ik wel op herstel). Als een soort reddende engel kwam mijn voorgaande, eerste liefde weer in beeld en zij werd allengs mijn ex-ex. Elly noteerde het. “Dat meisje dat net wegging, was dat nu M.?” vroeg zij onbeschaamd. “Nee, het was C.” (ex-ex). “Ze lopen bij jou ook maar er in en er uit.”
Dat achter deze indegatenhouderij meer stak vernam ik toen een bevriende buurman mij vertelde dat Elly aan iedereen die het niet wilde horen liet weten dat ik met haar naar bed had gewild en dat zij had geweigerd. Een dergelijk grof verzinsel heb ik verder nog nooit van mijn leven gehoord. Gelukkig wisten degenen die het hoorden ook wel beter.

Maar van haar echte escapades bleven wij niet verschoond. Op een avond begon zij tegen twee meisjes: “wat moet je doen als je de volgende ochtend beledigd wordt door iemand met wie je naar bed bent geweest?” “Mee gaan praten”, oordeelden de twee. “Wat een goed idee, dat ga ik doen.” Dat had ze zelf niet kunnen bedenken, blijkbaar. Volgden de naam en verdere details en Elly ging op pad, naar elders in het flatgebouw, naar degene die in beschonken toestand iets in haar gezien had en ’s ochtends verbijsterd was geweest. Een van de meisjes die zij in dit onzinnige gesprek had betrokken trok lijkbleek weg. Ik had wel door hoe het zat maar vroeg voor de zekerheid wat er aan de hand was. “Nee niets,” zei zij. Elly had maximaal profijt van haar avontuur, zeker twee publiekelijk gebroken harten. (De jongen om wie het ging droeg nogal duidelijk een schuldgevoel uit gedurende de rest van de tijd dat ik hem heb meegemaakt).

“Het is wel goed te merken dat er hier iemand in het gekkenhuis gezeten heeft,” verkondigde Elly op zekere dag in het niets. Hè, wat, wie, waar? Ik wist als sociaal beheerder (iets waar zij zich over beklaagde) dat iemand even in een psychiatrische inrichting had doorgebracht, niet iets om aan de grote klok te hangen, maar het bleek weer over iemand anders te gaan van wie ik dit dan niet wist.
En plotseling ging die zogenaamde psychiatrische patiënt weg, en Elly ging erachteraan. Ze woonden meteen echt samen. En vervolgens kwam haar ex bijna dagelijks aan de deur, huilen, smeken of zij niet terug wilde komen. Zodat zij tenslotte buitengesmeten werd door haar nieuwe liefde.

Hiermee eindigt een (eerste) verhaal van pathologische bemoeizucht, iemand zonder grenzen die als het even kon iedereen in haar omgeving in de gaten hield en betrok bij verwikkelingen waar men niet in betrokken wilde worden.
“Theatrale persoonlijkheid” heb ik het horen noemen door een vakman. Het soort mensen waar de hedendaagse normen- en waardenmaatschappij nu juist graag op bouwt. Iemand die alles van de buren weet is een pareltje in de controlewereld, doet er niet toe hoe zij/hij het weet en waarom. Op de kliklijn kun je fijn anoniem blijven.

Aan de afloop denk ik nog met angstzweet terug. Met wat maten heb ik het vertrek van Elly in een drankfestijn gevierd. Het liep zo ver dat M., uitgelaten, brood- en echt dronken, op de zeer smalle buitenvensterbank over Elly ging zitten joelen. Tja, studentenflat zult u zeggen, en wat als het fout was afgelopen en hij was gevallen, acht verdiepingen? Was het dan voor een suïcidale handeling doorgegaan?
We zouden niet hebben geweten of er een verder motief achter zou hebben gezeten. Het is goed afgelopen gelukkig.