De tweeassige bijwagens, de talrijkste, de norm in mijn jonge jaren, van de Amsterdamse tram, moesten via een fluitachtig signaal te kennen geven dat er bij een halte gestopt moest worden (twee keer) of dat er wat de conducteur betreft vertrokken kon worden (een keer).
Dat fluitsignaal hoor ik nu die trams niet meer rijden boven weilanden en het best boven duinvalleien – de roep van de buizerd. Voor wie beneden rondscharrelt zou het net zo huiveringwekkend moeten zijn als de roep van de bosuil of de ransuil.
De roep wordt vaak in de vlucht gedaan. Hier doet een buizerd het zittend. Van een vliegende buizerd doet het meer aan als het bovenbeschreven fluitsignaal, maar je kunt in dit filmpje goed zien wie dit geluid maakt.
Het fluitsignaal van de buizerd
1 gedachte over “Het fluitsignaal van de buizerd”
Reacties zijn gesloten.
Pingback: Behoud de Amsterdamse Elektrische Museumtramlijn | Krapuul