Op 17 augustus heeft een VS-nautisch onderzoekslaboratorium ter plaatse geconstateerd dat er geen blijvende ijskap meer is in de Noordelijke IJszee. Nu is er in de lange winter natuurlijk wel ijs op zee, en dit wordt ingezet door de zogeheten klimaatsceptici die menen er op te moeten wijzen dat er meer ijs dan ooit is. Dit zou in de winter over het zeeoppervlak kunnen kloppen, maar de laag is dun, brokkelig en niet meer meerjarig.
Of het smelten van het vaste drijfijs op zee kan leiden tot de uitstoot van een enorme hoeveelheid methaan – tien keer zo veel als er nu in de aardatmosfeer is – is onzeker. Maar het verdwijnen van het ijs betekent wel opwarming van de zee in de arctische streken, tot onwaarschijnlijke temperaturen die Spitsbergen tot een badplaats zouden kunnen maken. Er is reden om te vrezen dat het “worst case scenario” niet ergens in een toekomst ligt, maar zich al aan het ontrollen is, en dat het smelten dit verder versnelt.
Op het ogenblik woeden er grote stormen over de Noordelijke IJszee die het brokkelijs verder op drift doen raken.