“Alissa Zinovjevna, wij hebben een opdracht voor u waarbij u helaas het geliefde Sowjetvaderland zult moeten verlaten.” Alissa huiverde. “En wel voorgoed. De voortgang van het proletariaat eist dit van u.” Jozef Vissaronowitsj was hard, zoals altijd, enigszins begripvol voor het verdriet dat hij Alissa liet lijden, maar zij wist dat er geen ontkomen aan was. De instructies waren duidelijk. Zij mocht haar familie in New York bezoeken maar hoewel het zogenaamd wel van haar verwacht werd zou zij niet meer terug mogen keren.
“O de aanblik van deze wolkenkrabbers!” kirde zij bij de eerste kijk op Manhattan. “Prachtig! Schitterend! Hier wil ik blijven, voorgoed!” Tranen ontsprongen haar ogen. En Alissa Zinovjevna bleef.
Haar opdracht was zonneklaar. Langzaam maar zeker opbouwen – een apologie van het kapitalisme die zo waanzinnig was dat zij wel serieus moest lijken. De Strijd van het Geniale Individu tegen de Staat – zij werd geholpen het verhaal hierover in scène te zetten dankzij de juiste vrienden op de juiste plaats. Niemand die er het ongerijmde van inzag.
Zij pleitte tegen zoiets weeks als liefde. Rampetampen was een contractuele bezigheid tussen volwassen mensen. Toch werd zij woedend toen haar minnaar naast haar en zijn “wettige” (ha! wettig!) vrouw er nog een minnares bijnam. Niemand die er het ongerijmde van zag.
Zij schreef dit in twee dikke pillen die voor romans doorgingen, gevuld met platte karakters en onwaarschijnlijke en oninteressante “gebeurtenissen”. Het werden bestsellers. Dat dit ongerijmd was in de door haar geconstrueerde wereld van het Superieure Individu viel niet op. Jozef Vissaronowitsj had het al gezegd: je kunt het zo gek niet verzinnen of in de Verenigde Staten lopen ze achter je aan. De Grote Gedachten in de pillen werden tot een heuse filosofiestroming verklaard, objectivisme genoemd.
Haar lofzang op het Kapitalisme werd allengs zeer serieus genomen, hoe absurd zij ook mocht klinken. Mensen als Smith, Mill of Keynes, die een morele dimensie verbonden aan het kapitalisme, werden opzijgeschoven als watjes of communistische infiltranten. De Staat was de Vijand van de Particuliere Eigendom. Wie de eigendom dan moest verdedigen was geen vraag. Mensen die geld uitgedeeld kregen door de overheid waren klaplopers en uitvreters. Toen Alissa Zinovjevna geveld werd door kanker en gebruik moest maken van staatshulp was er niemand die hier iets ongerijmds in zag. Allemaal laster, vonden haar gelovigen. En haar filosofie werd de grondslag van iets wat zij neoliberalisme noemden, daar beneden.
Stelden Wladimir Iljitsj en Jozef Vissaronowitsj dans le ciel qui n’existe pas schaterend vast. Zij sloegen Alissa Zinovjevna, toen zij zich bij hen vervoegde in 1982, op de nog wat zwakke schouders. “Prachtig gedaan hoor, kameraad,” zei Oeljanow. “En Jozef Vissaronowitsj, ik moet zeggen, ik heb u onderschat. Ik had op het laatst daar beneden niet veel vertrouwen in u, maar wat u Alissa Zinovjevna heeft laten aanrichten overtreft ieders stoutste verwachtingen.”
Alissa lachte wat zuinigjes. Het was toch wel HAAR levenswerk tenslotte.
Lenin, Stalin en Ayn Rand gingen vervolgens glunderend afwachten hoe de boel daar beneden in de soep liep en er tenslotte de Grote Kladderadatsj uit zou moeten volgen. In hun tijd- en ruimteloze ruimte vonden ze het toch nog wel lang duren. De Sowjet-Unie was tenslotte toch eerder in elkaar gezakt.
Maar geduld is een schone zaak.
Pingback: Het neoliberalisme als teruggekoppeld marxisme-leninisme #AynRand | Krapuul
Pingback: De enge geest van Ayn Rand hangt boven het kabinet-Trump | Krapuul
Pingback: Nergenshuizen, op geen kaart te vinden | Krapuul