Wat ik eigenlijk van Joop Visser draaide weet ik niet meer, in dat café dat zo’n merkwaardige rol in mijn liefdesleven heeft gespeeld (maar daar waren er meer van). Waarschijnlijk was het Trouw, dat u vast onder de tekst van de beginregel kent. Nu was ik deejay in die tent. Het zou mijn laatste avond blijken, een van de bardames kocht het op en wou het opgentrificeren. Dat doe je niet met een kroeg voor studenten en ex-studenten die nu eenmaal gewend waren er te komen. Maar een van de bardames, meesteres in het maken van cocktails, vroeg of ik ook Heineken is een harddrugsdealer van Joop Visser had. Natuurlijk, zelfde album. Ik moest wel lachen: ben je opstandig tegen de brouwerij van wat je tapt? Ja, dat was ze. Eigenlijk houd ik een beetje van haar.
Het is opvallend en de ideologen tegen de Identiteitspolitiek en voor het ware Arrebeiersgevoel zullen de observatie als elitair bestempelen. In deze lockdowndagen lopen jongeren lurkend aan bierflesjes over straat. Maar het is wel altijd speciaalbier. Maar vandaag was de binnenstad overspoeld met lui die blikjes Heineken achterover sloegen. Verschil moet er zijn. En in plaats van pisbakken – waar de dames toch al niks aan hebben – stond er bereden politie op de brug. Maar of die wat gedaan heeft? Amsterdam als fieltlep, en vast niet het enige.
- Uitgelichte afbeelding: Photo by Maria Bobrova on Unsplash